Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 09/1954/GB, 7 september 2009, beroep
Uitspraakdatum:07-09-2009

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 09/1954/GB

Betreft: [klager] datum: 7 september 2009

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. N.W.A. Dekens, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 10 juli 2009 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem over te plaatsen naar Paviljoen D van de locatie Westlinge te Heerhugowaard ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 14 juli 2004 gedetineerd. Hij verbleef in de gevangenis van de locatie Zuyderbos te Heerhugowaard. Op 15 juni 2009 is hij overgeplaatst naar Paviljoen D van de locatie Westlinge, waar een regime van algehele gemeenschap geldt.

3. De standpunten
3.1. Door en namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing ondeugdelijk gemotiveerd. Er is slechts gesteld dat iemand de slachtoffers van klagers broer zou kennen. Niet blijkt welke relatie het personeelslid tot de slachtoffers had, hoe dit personeelslid
gehoord is op de mogelijke plaatsing van klager en op welke wijze de plaatsing van klager traumatisch zou zijn. Ook is er geen duidelijkheid verschaft over de hoedanigheid en functie van het personeelslid. Klagers broer heeft een strafbaar feit
gepleegd
waar klager niks mee te maken heeft gehad en dan ook niet strafrechtelijk voor is vervolgd. Het vermoedelijke delict heeft in 1993 plaatsgevonden. Het zou dan ook binnen de sferen van discriminatie liggen wanneer klager nadelige gevolgen zou
ondervinden
van daden van zijn inmiddels overleden broer. Daarnaast dient gevangenispersoneel zich te onthouden van enige gekleurde visie ten opzichte van gedetineerden. Het mag niet zo zijn dat vanwege één personeelslid de plaatsing en toekomsttraject dat klager
voor ogen had niet door kan gaan. De selectiefunctionaris stelt dat de zeer beperkt beveiligde inrichting (z.b.b.i.) Het Keern te Hoorn en Paviljoen D van de locatie Westlinge qua regime niet verschillen. Klager stelt dat deze inrichtingen qua regime
wel verschillen.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
De selectiefunctionaris heeft klager in eerste instantie geselecteerd voor de z.b.b.i. Het Keern, hetgeen de eerste voorkeur was van klager. De inrichting heeft laten weten dat een medewerker emotioneel was aangeslagen vanwege het feit dat klagers
broer
in het verleden betrokken is geweest bij een landelijk bekende strafzaak. Binnen de familiekring van het personeelslid is een en ander nog zeer beladen. De plaatsing van klager zou zijn weerslag kunnen hebben op het functioneren van dit personeelslid.
Daarom heeft de selectiefunctionaris besloten klager te selecteren voor Paviljoen D van de locatie Westlinge. Dit is een inrichting met hetzelfde regime en is gelegen in dezelfde regio. Bovendien heeft klager bij zijn selectie als tweede voorkeur
Paviljoen D van de locatie Westlinge Westlinge opgegeven.

4. De beoordeling
4.1. Paviljoen D van de locatie Westlinge is een inrichting voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een zeer beperkt beveiligingsniveau.

4.2. Klager, die is veroordeeld, kan in een gevangenis met een regime van algehele gemeenschap worden geplaatst.

4.3. Het beroep is gericht tegen de beslissing van de selectiefunctionaris om klager over te plaatsen naar Paviljoen D van de locatie Westlinge. In eerste instantie heeft de selectiefunctionaris klager geselecteerd voor de z.b.b.i. Het Keern. Deze
inrichting had klagers eerste voorkeur. Een personeelslid van de z.b.b.i. Het Keern heeft laten weten emotioneel aangeslagen te zijn vanwege het feit dat klagers broer in het verleden betrokken is geweest bij een strafzaak. Vervolgens heeft de
selectiefunctionaris besloten om klager niet over te plaatsen naar de z.b.b.i. Het Keern maar naar Paviljoen D van de locatie Westlinge. Nu de selectiefunctionaris klager in dezelfde regio en conform klagers tweede voorkeur heeft geselecteerd, kan de
op
de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt, dit mede omdat Paviljoen D van de locatie Westlinge en de
z.b.b.i.
Het Keern beide inrichtingen zijn met een regime van algehele gemeenschap en een zeer beperkt beveiligingsniveau. De selectiefunctionaris heeft dan ook volledig rekening gehouden met klagers toekomsttraject nu hij klager heeft geselecteerd voor een
inrichting in dezelfde regio.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van bc. L. van Alff, secretaris, op 7 september 2009

secretaris voorzitter

Naar boven