Nummer: 09/1869/GB
Betreft: [klager] datum: 4 september 2009
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. D.I.A. Schröder, namens
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 29 juni 2009 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,
alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem te plaatsen in de gevangenis Tilburg, met een regime van algehele gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau als bedoeld in artikel 20, tweede lid, van de
regeling tijdelijk verlaten van de inrichting, ongegrond verklaard.
2. De feiten
Klager is sedert 5 januari 2009 gedetineerd. Hij verbleef in het huis van bewaring Wolvenplein te Utrecht. Op 17 juni 2009 is hij geplaatst in de gevangenis Tilburg, waar een regime van algehele gemeenschap geldt.
3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht. Klager heeft bezwaar gemaakt tegen de selectiebeslissing, maar hem is geen termijn gegund voor het indienen van nadere gronden. Voorts wordt aangevoerd dat uit de primaire beslissing niet blijkt
waarom het door klager opgegeven verlofadres als onaanvaardbaar wordt beschouwd. Zowel het eerste als het tweede opgegeven verlofadres moet aanvaardbaar worden geacht. Het eerste is van klagers zus in Vianen en het tweede van zijn ouders in Utrecht. In
beide gevallen is aangegeven dat er kans zou zijn op herhaling van strafbare feiten. Klager zal niet recidiveren, hij wil juist hulpverlening op diverse gebieden. Detentiefasering is daarbij van belang. Zijn zus en ouders zullen hem helpen om zijn
leven
op de rails te houden. De kans op herhaling van strafbare feiten kan aan het verlenen van verlof dan ook niet in de weg staan. Bovendien is het adres van zijn zus in Vianen het adres waar klager na zijn detentie zal gaan wonen.
3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager is geschikt voor plaatsing in een gevangenis met een algeheel regime. Gedragsmatig wordt hij geschikt bevonden voor plaatsing in een beperkt beveiligde inrichting (b.b.i.). Het feit dat klager niet over een aanvaardbaar verlofadres beschikt,
maakt echter dat hij niet in een b.b.i. geplaatst wordt. De politie heeft zowel bezwaar tegen het eerste opgegeven verlofadres, bij klagers zus in Vianen, alsook bij het nadien opgegeven adres bij zijn ouders in Utrecht.
4. De beoordeling
4.1. De gevangenis Tilburg is een gevangenis voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau als bedoeld in artikel 20, tweede lid, van de regeling tijdelijk verlaten van de inrichting.
4.2. Klager, die in hoger beroep is veroordeeld kan in een gevangenis met een regime van algehele gemeenschap worden geplaatst.
4.3. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris moet bij afweging van alle in aanmerking komende belangen als onredelijk en onbillijk worden aangemerkt. Hierbij is met betrekking tot het in tweede instantie
opgegeven verlofadres in aanmerking genomen dat weliswaar de wijk waar klager zijn verlof wil doorbrengen bij de politie bekend blijkt te staan als probleemwijk waar veel criminele contacten van klager wonen, doch dat niet is gebleken van problemen ten
aanzien van het specifieke adres waar klager zijn regimaire verloven wil doorbrengen. Evenmin is concreet aangegeven wat de eventuele band tussen klager en de genoemde contacten zou zijn. Deze aanwijzing vormt op zich onvoldoende grond om plaatsing in
een b.b.i. te weigeren, omdat geen sprake zou zijn van een aanvaardbaar verlofadres.
Derhalve dient de bestreden beslissing te worden vernietigd.
De beroepscommissie acht geen termen aanwezig voor het toekennen van een tegemoetkoming.
5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing.
Zij draagt de selectiefunctionaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van haar uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan.
Zij kent klager geen tegemoetkoming toe.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit
mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van mr. I. Lispet, secretaris, op 4 september 2009
secretaris voorzitter