Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 09/0890/GB, 17 juli 2009, beroep
Uitspraakdatum:17-07-2009

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 09/890/GB

Betreft: [klager] datum: 17 juli 2009

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. K.R. Verkaart, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 16 maart 2009 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op 12 juni 2009 is de raadsman van klager, mr. K.R. Verkaart, door een lid van de Raad gehoord. Klager heeft aangegeven in verband met ziekte niet op het beroep te kunnen worden gehoord.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem over te plaatsen naar de gevangenis van de PI Tilburg ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 10 september 2008 gedetineerd. Hij verbleef in de beperkt beveiligde inrichting (b.b.i.) Maashegge te Overloon. Op 13 maart 2009 is hij overgeplaatst naar de gevangenis van de PI Tilburg, waar een regime van algehele gemeenschap
geldt.

3. De standpunten
3.1. Door en namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Klager stelt ontvankelijk te zijn in het beroep nu de beslissing op het bezwaarschrift niet rechtstreeks aan de raadsman is gezonden, aan wiens adres klager uitdrukkelijk domicilie heeft gekozen. De raadsman heeft de beslissing op het bezwaarschrift
vervolgens via klager ontvangen. Om die reden dient klager ontvankelijk te worden geacht in zijn beroep. Klager bestrijdt zich in de b.b.i. te hebben geprofileerd als een man die alles aangreep om zich van zijn verantwoordelijkheden te ontdoen. Hij
heeft alles in het werk gesteld om aan de arbeidsverplichting te voldoen. Klager is niet blijven volharden in zijn opstelling om niet te willen werken. Hij heeft er juist alles aan gedaan om wel te kunnen werken. Klager lijdt echter aan uitzonderlijke
lichamelijke en psychische klachten. Hij heeft ondanks die klachten slechts eenmaal de arbeid verzuimd omdat hij zich toen te ziek voelde. Dat eenmalige verzuim mag geen aanleiding zijn voor een herselectie. Klager bestrijdt een black-out te hebben
gesimuleerd. Klager heeft die black-out gekregen in verband met zijn lichamelijke klachten en de lange gang naar de werkzaal, waarbij hij ook nog trappen diende te lopen. Hij heeft die betreffende dag die lange gang meermalen moeten afleggen. In de PI
Tilburg beschikte klager over een rolstoel dan wel een rollator. Deze middelen stonden hem in Maashegge niet ter beschikking.

3.2. Klagers raadsman heeft op 12 juni 2009 tegenover het lid van de Raad nog het volgende naar voren gebracht.
Materieel gezien wordt de beslissing van de selectiefunctionaris onjuist geacht. Klager was overgeplaatst vanuit de gevangenis van de PI Tilburg naar de b.b.i. Maashegge in Overloon. In Maashegge bleken er voor klager, die medische problemen heeft, te
weinig faciliteiten te zijn. Dat was op zich bekend. Klager werd door de selectiefunctionaris echter voor het blok gezet door hem te laten kiezen tussen de b.b.i. Maashegge of de b.b.i. te Veenhuizen. Kort nadat klager was overgeplaatst, ging het daar
volgens directeur en selectiefunctionaris mis. Klager zou daar geweigerd hebben deel te nemen aan de arbeid. Klager bestrijdt dit. Hij heeft wel geprobeerd om deel te nemen aan de arbeid maar door zijn lichamelijke beperkingen lukte dat niet.
Uiteindelijk heeft hij daardoor een black-out gekregen, die heeft geleid tot zijn herselectie. Klager heeft fysieke en psychische klachten. Hij weegt 160 kilogram en lijdt aan zogenaamde “mobiele obesitas”. Buiten detentie heeft klager voorzieningen om
normaal te kunnen leven. Hij heeft daar een hulp- en zorgplan. In Maashegge diende hij trappen te lopen en langere afstanden af te leggen. Voor hem waren geen hulpmiddelen beschikbaar. Dat was de uiteindelijke oorzaak van de black-out. De medische
dienst doet dit weliswaar af als simulatie van de zijde van klager, maar de medisch adviseur bevestigt dat er daadwerkelijk sprake was van een black-out. Een en ander maakt dat de beslissing van de selectiefunctionaris niet in stand kan blijven. Klager
kan niet verweten worden dat de omstandigheden in de b.b.i. voor klager zodanig waren dat hij daardoor slechts moeizaam deel kon nemen aan de arbeid. Het beroep zou daarom gegrond moeten worden verklaard. Klager zou, mits voldoende gefaciliteerd, terug
kunnen worden geplaatst in Maashegge.

3.3. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager is op 18 februari 2009 geselecteerd voor plaatsing in de b.b.i. Maashegge. Klager verbleef op dat moment in de gevangenis van de PI Tilburg. Op 4 maart 2009 verzocht de directeur van de b.b.i. Maashegge de selectiefunctionaris om klager over te
plaatsen naar een andere inrichting omdat klager zich in de korte tijd dat hij in Maashegge verbleef, had geprofileerd als een persoon die alles aanwendde om zich van zijn verantwoordelijkheden te ontdoen. Hij gebruikte zijn lichamelijke omstandigheden
te pas en te onpas als excuus om niets te hoeven doen. Nadat klager bleef volharden in het niet willen werken, werd zijn verblijf in Maashegge onhoudbaar. Klager heeft veel lichamelijk klachten. Desondanks was de medische dienst van Maashegge van
mening
dat klager aangepast werk zou kunnen verrichten. Klager heeft evenwel vanaf het begin op alle mogelijke manieren geprobeerd niet te hoeven werken. Ook een gesprek met de unit-directeur leidde niet tot het gewenste resultaat. Nadat klager een black-out
had gesimuleerd, is besloten dat klager niet langer geschikt was voor een verblijf in een b.b.i. Daarop heeft de selectiefunctionaris besloten klager terug te plaatsen naar de gevangenis van de PI Tilburg. Klager heeft tegen die beslissing bezwaar
gemaakt. Naar aanleiding daarvan heeft de selectiefunctionaris navraag gedaan bij Maashegge. Klager verbleef daar inderdaad in een verblijfsruimte op de eerste verdieping. Een andere mogelijkheid bestaat daar niet. Als frappant werd ervaren dat klager
de trap op en af kon komen voor bijvoorbeeld recreatie, maar dat het een probleem werd als hij naar de arbeid moest. Op het paviljoen liep klager gewoon rond en hij liep ook naar buiten om te lopen. Hem werd in Maashegge de keus gelaten de honderd
meter
naar de werkzaal lopend dan wel in een rolstoel te overbruggen. Dit kon hij in zijn eigen tempo doen. Het had er de schijn van dat klager als hij naar de arbeid moest minder kon dan wanneer hij zelf dingen wilde doen. Klagers bezwaarschrift is daarom
ongegrond verklaard. Navraag bij de PI Tilburg levert overigens op dat klager tijdig in kennis is gesteld van de ongegrondverklaring en dat hij erop is gewezen dat hij desgewenst binnen zeven dagen beroep kon instellen. De selectiefunctionaris ziet
geen
aanleiding om zijn beslissing te herzien en verzoekt de beroepscommissie het beroep ongegrond te verklaren.

4. De beoordeling
4.1. De gevangenis van de PI Tilburg is een gevangenis voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

4.2. Klager, die onherroepelijk is veroordeeld, kan in een gevangenis met een regime van algehele gemeenschap worden geplaatst.

4.3. Uit de inlichtingen van de selectiefunctionaris komt naar voren dat klager zich in de b.b.i. Maashegge heeft geprofileerd als iemand die alles aanwendde om zich van zijn verantwoordelijkheden te ontdoen. De medische dienst van de b.b.i.
Maashegge heeft klager geschikt geacht voor deelname aan de arbeid, mits die arbeid aangepast was. Klager heeft evenwel steeds getracht niet deel te nemen aan de arbeid. Nu deelname aan de arbeid een wezenlijk onderdeel uitmaakt van een verblijf in een
b.b.i. en aannemelijk wordt geacht dat klager daarvoor – mits er sprake was van aangepaste
arbeid – geschikt was, moet de bestreden beslissing van de selectiefunctionaris, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet onredelijk of onbillijk worden geacht. De omstandigheid dat klager enige inspanning diende te verrichten om in
de
arbeidszaal te komen doet daaraan niet af, omdat eveneens aannemelijk is geworden dat klager in staat was om zelf de trap af te dalen en daarnaast in de gelegenheid is gesteld om met gebruikmaking van een rolstoel naar de arbeidszaal te gaan.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 17 juli 2009.

secretaris voorzitter

Naar boven