Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 09/1944/GB, 2 september 2009, beroep
Uitspraakdatum:02-09-2009

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 09/1944/GB

Betreft: [klager] datum: 2 september 2009

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 17 juni 2009 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar het huis van bewaring (h.v.b.) van de Penitentiaire Inrichting Almelo afgewezen.

2. De feiten
Klager is sedert 31 maart 2009 gedetineerd. Hij verblijft in het Huis van Bewaring (h.v.b.) Doetinchem.

3. De standpunten
3.1. Klager heeft het beroep als volgt toegelicht.
Klager vraagt zich af waarom hij niet overgeplaatst kan worden naar het h.v.b. in Almelo omdat zijn broertje daar gedetineerd is, terwijl klager wel een goedgekeurde belregeling met zijn broertje heeft.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
In de bestreden beslissing is vermeld dat de aanwezigheid van een medeverdachte in het h.v.b. van de Penitentiaire Inrichting Almelo een contra-indicatie is voor de overplaatsing naar dat h.v.b. De aanwezigheid van klagers broer, met wie klager een
belregeling heeft getroffen, wordt daarmee niet bedoeld. De Officier van Justitie vindt het niet wenselijk dat klager en de medeverdachte(n) elkaar treffen. In het inrichtingsadvies staan drie medeverdachten vermeld bij wie klager niet geplaatst mag
worden. Echter, die medeverdachten verblijven niet in het h.v.b. van de Penitentiaire Inrichting Almelo. Klager heeft eerder in het h.v.b. van de Penitentiaire Inrichting Almelo verbleven. Daar heeft hij negatief gedrag vertoond. Dat is een
contra-indicatie om klager naar Almelo over te plaatsen. De genoemde grond in de bestreden beslissing is niet deugdelijk, maar gezien het vertoonde gedrag van klager in Almelo is het niet wenselijk om klager over te plaatsen naar het h.v.b. van de
Penitentiaire Inrichting Almelo.

4. De beoordeling
4.1. Klager behoort, gelet op zijn status als preventief gehechte, tot de categorie gedetineerden voor opneming van wie de huizen van bewaring zijn bestemd.

4.3. In de bestreden beslissing is vermeld dat een medeverdachte van klager in het h.v.b. van de Penitentiaire Inrichting Almelo verblijft en dat klager en de medeverdachte op last van de Officier van Justitie niet in één inrichting kunnen worden
geplaatst. Nu uit het selectieadvies volgt dat kennelijk geen medeverdachten in het h.v.b. in Almelo gedetineerd zijn, is de op de onder 3.2. genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris – zoals de selectiefunctionaris zelf
aangeeft – onvoldoende gemotiveerd. Derhalve dient de bestreden beslissing te worden vernietigd. De selectiefunctionaris zal worden opgedragen een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van deze uitspraak binnen een termijn van twee weken na
ontvangst daarvan. De beroepscommissie acht geen termen aanwezig voor het toekennen van een tegemoetkoming.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing. Zij draagt de selectiefunctionaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van haar uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan. Zij
kent klager geen tegemoetkoming toe.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema,
voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van
mr. S.S. Dwarka, secretaris, op 2 september 2009

secretaris voorzitter