Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 09/1916/GB, 2 september 2009, beroep
Uitspraakdatum:02-09-2009

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 09/1916/GB

Betreft: [klager] datum: 2 september 2009

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. A.C.J. Lina, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 6 juli 2009 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing van 25 mei 2009, strekkende tot afwijzing van een selectie voor deelname aan een penitentiair programma (p.p.), ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 5 maart 2007 gedetineerd. Hij verbleef in de beperkt beveiligde inrichting (b.b.i) Maashegge te Overloon, van waaruit een selectievoorstel is gedaan voor deelname aan een p.p. Op 27 juli 2009 is hij, na de afwijzing van het
selectievoorstel voor een p.p., overgeplaatst naar de zeer beperkt beveiligde inrichting (z.b.b.i.) Te Roer te Roermond.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Klager is ten onrechte niet in aanmerking gekomen voor een p.p. met elektronisch toezicht (e.t.). De detentieperiode loopt af op 31 december 2009. Ten onrechte heeft de reclassering als bijzondere voorwaarde gesteld dat er politie aanwezig zou moeten
zijn bij de aan- en afsluiting van klager op het huisadres om de veiligheid van medewerkers te garanderen. Er wordt gesuggereerd dat klager in een gevaarlijke omgeving woont. Als dat zo zou zijn, komt klager sowieso niet in aanmerking voor e.t.
Bovendien is de plaats waar klager zich wil vestigen volstrekt veilig en is er geen gevaar voor klager of reclasseringswerkers. De suggestie dat klager geëscorteerd moet worden naar het huisadres is volkomen uit de lucht gegrepen. Klager wordt weggezet
als een terrorist die op een gevaarlijke locatie woont. Dat de woonomgeving als een risico moet worden gezien, is op geen enkele wijze onderbouwd. Ook is ten onrechte de conclusie getrokken dat er politieke- en bestuurlijke beroering zou ontstaan op
het
moment dat de reclasseringswerkers onder politie-escorte een bezoek zouden moeten brengen aan de omgeving van klager. Bovendien is politie-escorte niet nodig en dit kan niet als voorwaarde gesteld worden voor contact tussen klager en reclassering.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Het verzoek om plaatsing in een p.p./e.t.-traject is afgewezen op grond van de bijzondere voorwaarden gesteld door de reclassering. De bijzondere voorwaarden zijn de ‘aanwezigheid van politie bij de aan- en afsluiting van betrokkene op het huisadres om
de veiligheid van werkers te garanderen. Tevens zal bij mogelijke calamiteiten de politie de reclassering escorteren naar het huisadres.’
Klager wilde zich in eerste instantie vestigen buiten zijn oude woonomgeving. Hij erkende het gevaarsrisico. In de loop van de detentie heeft klager zijn mening herzien, terwijl niets is veranderd aan het gevaarsrisico. Ondanks het advies om het niet
te
doen, wil klager gaan wonen in zijn oude woonomgeving. Dat is aan te merken als een omstandigheid, genoemd in artikel 4, tweede lid sub c, van de Pbw. Daarom is besloten klager niet in aanmerking te laten komen voor een p.p./e.t.-traject.

4. De beoordeling
4.1. In artikel 4 van de Pbw en de artikelen 7 en 9 van de Penitentiaire maatregel (Pm) zijn de voorwaarden opgenomen waaraan het penitentiair programma en de gedetineerde moeten voldoen.

4.2. Uit het selectieadvies van de b.b.i. Maashegge volgt dat de directeur positief adviseert ten aanzien van het p.p./e.t.-traject. Het adres van klager is geverifieerd en akkoord bevonden door de reclassering voor een p.p./e.t.-traject. De
reclassering adviseert een p.p./e.t.-traject met bijzondere voorwaarden. De selectiefunctionaris heeft zijn afwijzende beslissing op het voorstel tot deelname aan een p.p. gebaseerd op de voorgestelde bijzondere voorwaarden. Nu, zo volgt uit het
selectieadvies, zowel de Officier van Justitie als de politie hun medewerking zullen verlenen aan de gestelde bijzondere voorwaarden, is de bestreden beslissing onvoldoende gemotiveerd. Derhalve dient de bestreden beslissing te worden vernietigd. De
selectiefunctionaris zal worden opgedragen een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van deze uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan. De beroepscommissie acht geen termen aanwezig voor het toekennen van een
tegemoetkoming.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing. Zij draagt de selectiefunctionaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van haar uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan. Zij
kent klager geen tegemoetkoming toe.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit
mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.S. Dwarka, secretaris, op 2 september 2009

secretaris voorzitter

Naar boven