Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 09/1465/TA, 2 september 2009, beroep
Uitspraakdatum:02-09-2009

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 09/1465/TA

betreft: [klager] datum: 2 september 2009

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 18 mei 2009 van de beklagcommissie bij FPK Oldenkotte te Rekken, verder te noemen de inrichting,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 11 augustus 2009, gehouden in de penitentiaire inrichting Ooyerhoek te Zutphen, zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsman mr. N.A. Heidanus, en namens het hoofd van voormelde tbs-inrichting [...],
jurist,
en [...], behandelcoördinator.

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft:
a. weigering toestemming te verlenen voor een huwelijk;
b. weigering verlof te verlenen voor huwelijksvoltrekking.

De beklagcommissie heeft het beklag wat betreft onderdeel a ongegrond verklaard en klager niet-ontvankelijk verklaard in onderdeel b van het beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten
Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. De inrichting heeft niet de mogelijkheid een huwelijk te verbieden. Een verbod zou in strijd zijn met artikel 8 en 12 EVRM. Weliswaar toont de
inrichting thans meer begrip voor de wens van klager om met zijn partner in het huwelijk te treden, de facto wordt het hem niet mogelijk gemaakt te trouwen. De inrichting kan klager op humanitaire redenen verlof verlenen, maar dat gebeurt niet. Een
mogelijkheid is tevens de partner van klager, die in Vught verblijft, naar Oldenkotte te vervoeren. De inrichting te Vught is daartoe bereid.

Namens het hoofd van de inrichting is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. De inrichting heeft niet de mogelijkheid een huwelijk tussen klager en zijn partner te weigeren. Op het moment waarop het verzoek
is gedaan, was een huwelijksvoltrekking niet mogelijk. Inmiddels is een verlof mogelijk. Wel is het juist dat de inrichting behandelinhoudelijke bezwaren heeft. Klager en zijn partner hebben eenzelfde delictachtergrond. Het onderhouden van netwerken
met
patiënten met een pedoseksuele achtergrond levert een risicofactor op. Dit zal de inrichting moeten meenemen in het verlengingsadvies. De bezwaren zelf hebben verder geen praktische consequenties. Uit navraag bij de inrichting te Vught waar klagers
partner verblijft, is gebleken dat men niet op de hoogte is van een voorgenomen huwelijk. Ook in het behandelplan van de partner wordt daarover niet gesproken. Eerst zal de partner van klager gescreend moeten worden. Een eventuele huwelijksvoltrekking
in Oldenkotte vindt de inrichting niet wenselijk, gelet op de effecten die dat op de andere patiënten zou kunnen hebben.

3. De beoordeling
a.
Klager heeft de wens geuit met zijn partner in het huwelijk te willen treden. De partner is een medeverpleegde en verblijft in een andere inrichting. Uit de toelichting ter zitting van de beroepscommissie komt naar voren dat een weigering van de
inrichting een huwelijk te laten sluiten niet aan de orde is. De behandelinhoudelijke bezwaren hebben volgens het hoofd van de inrichting geen praktische consequenties ten aanzien van de huwelijksvoltrekking. Hetgeen in beroep is aangevoerd kan
derhalve
niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagcommissie. Het beroep zal in zoverre ongegrond worden verklaard.

b.
De beroepscommissie komt tot het oordeel dat de beklagcommissie op goede gronden en met juistheid op dit onderdeel van het beklag heeft beslist. Het beroep zal derhalve in zoverre ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. S.L. Donker, voorzitter, mr. C.A.M. Schaap-Meulemeester en mr. drs. R.H. Zuijderhoudt, leden, in tegenwoordigheid van R. Kokee, secretaris, op 2 september 2009

secretaris voorzitter

Naar boven