Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 09/1775/GB, 31 augustus 2009, beroep
Uitspraakdatum:31-08-2009

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 09/1775/GB

Betreft: [klager] datum: 31 augustus 2009

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. F.P. Holthuis, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 23 juni 2009 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem te plaatsen in de gevangenis/ISD Zoetermeer ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 15 mei 2008 gedetineerd. Hij verbleef in het huis van bewaring (h.v.b.) Alphen aan den Rijn. Op 10 juni 2009 is hij geplaatst in de gevangenis/ISD Zoetermeer, waar een regime van algehele gemeenschap geldt.

3. De standpunten
3.1. Door en namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Klager is van mening dat de bestreden beslissing van de selectiefunctionaris onredelijk en onbillijk is, er geen juiste belangenafweging heeft plaatsgevonden en dat de beslissing niet naar behoren is gemotiveerd. Kennelijk is het advies van het
Openbaar
Ministerie (OM) doorslaggevend. De redenen voor dat negatieve advies zijn echter onduidelijk. De adviserende Advocaat-Generaal (A-G) beschikte ten tijde van het opstellen van dat advies nog niet over het strafdossier van klager. Dat betekent dat het
verstrekkende advies van de A-G niet is getoetst aan dat dossier. Deze gang van zaken is voor klager onacceptabel. De selectiefunctionaris had kunnen weten dat het inrichtingsadvies op zich heel positief was. Niet komt naar voren dat de
selectiefunctionaris daar bij het nemen van zijn beslissing rekening mee heeft gehouden. Hierdoor heeft de selectiefunctionaris zijn eigen verantwoordelijkheid terzijde gesteld. Daarom is die beslissing onvoldoende gemotiveerd. Klager is van mening dat
hij in aanmerking dient te komen voor plaatsing in een beperkt beveiligde inrichting (b.b.i.). Hij heeft, buiten de feiten waarvoor hij gedetineerd is, geen strafblad. Daarom is niet duidelijk waarom er sprake zou zijn van recidivegevaar. Klager heeft
een eigen woning en kan financieel ondersteund worden door zijn ex-partner. Klager wil zijn bezwaren graag mondeling toelichten.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager is in eerste aanleg veroordeeld tot een gevangenisstraf van 42 maanden, waarvan 10 maanden voorwaardelijk. Tegen die veroordeling is door klager hoger beroep ingesteld. Verzoeker wilde graag worden geplaatst in een b.b.i. met regimaire
verlofmogelijkheden. Aan het OM is advies gevraagd in verband met een mogelijke b.b.i.-plaatsing. Dat advies is negatief. Zolang de strafzaak in hoger beroep nog behandeld moet worden, geldt het advies van het OM als zeer zwaarwegend. Op basis van de
door de A-G aangedragen argumenten is besloten klager vooralsnog te selecteren voor plaatsing in een normaal beveiligde inrichting. Bij de plaatsing is rekening gehouden met de woonplaats van zijn vriendin, te weten Den Haag. Naar aanleiding van het
beroep heeft de A-G op 23 juli 2009 nogmaals geadviseerd om klager niet te plaatsen in een b.b.i. Dit in verband met mogelijk gevaar van ongewenste slachtofferconfrontatie en gelet op de omstandigheid dat eventuele verloven maatschappelijke onrust
kunnen oproepen.

4. De beoordeling
4.1. De beroepscommissie acht zich voldoende ingelicht om op het beroep te beslissen en wijst het verzoek van klager om het beroep mondeling toe te lichten af

4.2. De gevangenis/ISD Zoetermeer is een gevangenis voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

4.3. Klager, die in eerste aanleg is veroordeeld, kan in een gevangenis met een regime van algehele gemeenschap worden geplaatst.

4.4. Klager is op 30 maart 2009 in eerste aanleg veroordeeld tot een lange vrijheidsstraf terzake van vermogens- en geweldsdelicten. Het OM heeft gemotiveerd aangegeven waarom negatief wordt geadviseerd met betrekking tot plaatsing in een inrichting
met regimaire vrijheden. De selectiefunctionaris mocht in dit geval, gelet op die gemotiveerde bezwaren en de fase waarin het strafproces tegen klager zich bevindt, het advies van het OM zwaarder laten wegen dan klagers wens om – ter voorbereiding op
zijn terugkeer in de maatschappij – geplaatst te worden in een inrichting met regimaire verlofmogelijkheden. Het vorenstaande maakt dat de op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris, bij afweging van alle in
aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk kan worden aangemerkt.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 31 augustus 2009.

secretaris voorzitter

Naar boven