Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 09/1274/TB, 26 augustus 2009, beroep
Uitspraakdatum:26-08-2009

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 09/1274/TB

betreft: [klager] datum: 26 augustus 2009

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. N.A. Heidanus, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen de fictieve weigering van de Staatssecretaris van Justitie, verder te noemen de Staatssecretaris, om te beslissen op een verzoek tot overplaatsing,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

De beroepscommissie heeft de Staatssecretaris in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsman mr. N.A. Heidanus om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De beoordeling
Klagers raadsman heeft bij schrijven van 7 april 2009 de Staatssecretaris verzocht klager vanuit de longstayvoorziening van de Pompestichting over te plaatsen naar een reguliere behandelafdeling. Klagers raadsman heeft vanwege het uitblijven van een
reactie van de Staatssecretaris bij schrijven van 7 mei 2009, dat op 8 mei 2009 op het secetariaat van de Raad is ontvangen, beroep ingesteld tegen de fictieve afwijzing van het overplaatsingsverzoek.

Vast staat dat de Staatssecretaris bij brief van 6 mei 2009 klagers raadsman heeft bericht dat inhoudelijk op het verzoek van 7 april 2009 zal worden ingegaan na ontvangst van op korte termijn te verwachten inlichtingen van de Pompestichting omtrent de
mogelijkheden van een eventuele resocialisatiepoging.

In het licht van strekking van de brief van 6 mei 2009 kan naar het oordeel van de beroepscommissie niet worden geoordeeld dat sprake is van een fictieve afwijzing van het verzoek van 7 april 2009. De Staatssecretaris heeft immers aangegeven op dit
verzoek te zullen beslissen zodra nadere inlichtingen ontvangen zijn.

De stelling van klagers raadsman dat de Pompestichting dan wel de Staatssecretaris al eerder hadden moeten bezien of klager naar een reguliere behandelafdeling geplaatst kon worden, kan niet tot een ander oordeel leiden. Het onderhavige beroep ziet
immers op de reactie van de Staatssecretaris op het door klagers raadsman op 7 april 2009 ingediende overplaatsingsverzoek.

Klager kan derhalve niet in het beroep worden ontvangen.

2. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart klager niet-ontvankelijk in het beroep.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit \mr. drs. F.A.M. Bakker, voorzitter, mr. S.L. Donker en drs. G.A.M. Mensing, leden, in tegenwoordigheid van mr. E.W. Bevaart, secretaris, op 26 augustus 2009

secretaris voorzitter

Naar boven