Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 09/1753/GA, 21 augustus 2009, beroep
Uitspraakdatum:21-08-2009

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 09/1753/GA

betreft: [klager] datum: 21 augustus 2009

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 19 juni 2009 van de beklagcommissie bij de Gevangenis De IJssel te Krimpen aan den IJssel,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 5 augustus 2009, gehouden in de Penitentiaire Inrichting Haaglanden te Zoetermeer, is gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsman mr. H.L. Heemskerk.
De directeur van de Gevangenis De IJssel heeft schriftelijk laten weten verhinderd te zijn ter zitting te verschijnen. Daarbij is meegedeeld dat in beroep wordt verwezen naar het standpunt zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van de klaagschriften en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft het feit dat klager geen antwoord op zijn verlofverzoek heeft gekregen en hij opnieuw verlof heeft moeten vragen (1), het feit dat klager geen verlof heeft gekregen (2) en de trage behandeling en afwijzing van een derde
verlofverzoek
(3 en 4).

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klager heeft in Vught een eerste en tweede verlofverzoek ingediend. Daarop heeft hij geen antwoord gekregen. Het derde verlofverzoek heeft hij in de Gevangenis De IJssel ingediend. Dat verzoek had klager op 22 januari 2009 ingediend en het heeft
veertien weken geduurd voordat daarop werd beslist. Klager heeft het adres van zijn vader opgegeven voor het verlof. Hij is negen keer eerder met verlof geweest. Drie keer voor bezoek aan een ziekenhuis en zes keer met algemeen verlof vanuit de PI
Tilburg, met als verlofadres het adres van zijn vader. Klager wilde geen ander verlofadres opgeven. Het b.s.d. zei dat het slachtoffer in de buurt van het verlofadres verblijft. Verder heeft klager niets vernomen. Voor zover klager weet, is het
slachtoffer in Marokko. Het slachtoffer is zijn voormalig beste vriend. Dat verlof is overigens afgewezen omdat de politie negatief had geadviseerd. Het detentieberaad heeft dat advies overgenomen. Op 17 juni 2009 is het verlofadres van zijn vader weer
goedgekeurd.

De directeur heeft in beroep verwezen naar het standpunt ingenomen tegenover de beklagcommissie.

3. De beoordeling
De eerste twee klaagschriften betreffen de behandeling van twee verlofaanvragen, die zijn ingediend in de PI Vught. De beklagcommissie bij de Gevangenis De IJssel had deze klaagschriften daarom niet buiten beschouwing mogen laten maar ter verdere
behandeling moeten doorzenden aan de beklagcommissie bij de PI Vught. Nu dit niet is gebeurd, kan de beslissing van de beklagcommissie niet in stand blijven en dient deze te worden vernietigd. Om proceseconomische redenen zal de beroepscommissie de
beklagen niet alsnog doorzenden naar de beklagcommissie bij de PI Vught, maar deze in eerste en enige aanleg zelf afdoen.
Op grond van artikel 26, eerste lid, van de Pbw kan een gedetineerde worden toegestaan de inrichting te verlaten. Ingevolge artikel 17 van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting worden beslissingen op verzoeken om algemeen verlof genomen door
de Staatssecretaris van Justitie of de directeur van de penitentiaire inrichting. Uit de inlichtingen van de directie volgt dat klagers eerste verlofverzoek – ingediend in Vught – is afgewezen en dat hij geen tweede verlofverzoek heeft ingediend.
Inmiddels is klager overgeplaatst en achteraf is niet meer te achterhalen of klager wel of geen tweede verlofverzoek heeft ingediend. Voldoende is komen vast te staan dat klager niet voldoende op de hoogte is gehouden van het verloop van zijn
verzoeken.
De beroepscommissie zal de beklagonderdelen 1. en 2. dan ook gegrond verklaren.
Terzake van de trage behandeling en afwijzing van het derde verlofverzoek, welk verzoek is gedaan in de Gevangenis De IJssel, overweegt de beroepscommissie dat de directeur onvoldoende voortvarend heeft gehandeld. Bovendien heeft de directeur de
afwijzende beslissing onvoldoende onderbouwd. Het vorenstaande maakt dat de afwijzende beslissing als onredelijk en onbillijk dient te worden aangemerkt. De klachtonderdelen 3. en 4. zullen daarom eveneens gegrond worden verklaard. De beroepscommissie
zal aan klager een passende tegemoetkoming toekennen.

4. De uitspraak
De beroepscommissie vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie. Zij verklaart de beklagonderdelen 1. en 2. gegrond. Zij verklaart het beroep ten aanzien van de onderdelen 3. en 4. gegrond en verklaart die beklagonderdelen alsnog gegrond. Zij
bepaalt
dat aan klager terzake van de beklagonderdelen 1. en 2. (PI Vught) een tegemoetkoming toekomt van € 50,= en terzake van de beklagonderdelen 3. en 4. eveneens € 50,= (Gevangenis De IJssel).

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. A.H. de Wild, voorzitter, dr. M. Kooyman en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van
mr. S.S. Dwarka, secretaris, op 21 augustus 2009

secretaris voorzitter

Naar boven