Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 09/2211/GV, 20 augustus 2009, beroep
Uitspraakdatum:20-08-2009

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 09/2211/GV

betreft: [klager] datum: 20 augustus 2009

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. B.G.J. de Rooij, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 31 juli 2009 genomen beslissing van de Staatssecretaris van Justitie (de Staatssecretaris),

alsmede van de onderliggende stukken.

De beroepscommissie heeft de Staatssecretaris in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager, alsmede zijn raadsman, om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Staatssecretaris heeft klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van strafonderbreking afgewezen.

2. De standpunten
Namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
De bestreden beslissing is zonder deugdelijk onderzoek tot stand gekomen. Er heeft geen serieuze belangenafweging plaatsgevonden tussen het maatschappelijk belang bij een ononderbroken tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf en de persoonlijke
belangen
van klager. Klagers partner wordt vanaf 28 augustus 2009 opgenomen in het ziekenhuis in verband met een ingrijpende herniaoperatie. Die opname zal naar verwachting een week duren, waarna zij gedurende een periode van vijf weken in de thuissituatie
dient
te revalideren. Klaagsters partner draagt – sinds klagers detentie – zorg voor het huishouden en de opvoeding van hun twee minderjarige kinderen. Met name de zorg voor de kinderen kan zij tijdens de ziekenhuisopname niet en gedurende de
revalidatieperiode slechts gebrekkig realiseren. Klager en diens partner hebben een zeer beperkte vrienden- en familiekring waarop zij kunnen terugvallen. Gedurende enkele weken kan niet structureel worden geholpen bij de opvang van de kinderen. Klager
nadert de laatste 18 maanden van zijn gevangenisstraf. Er wordt vanuit de inrichting positief geadviseerd. Verzocht wordt om het beroep gegrond te verklaren of om strafonderbreking voor de duur van twee weken toe te kennen met ingang van 27 augustus
2009. Verwezen wordt naar brieven van het ziekenhuis.

Namens de Staatssecretaris is de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Het verzoek om strafonderbreking is afgewezen omdat klager op het moment van indiening van het verzoek nog een maand de tijd had om een structurele oplossing te vinden voor het probleem. De Medisch Adviseur adviseert daarom ook negatief. Er heeft wel
degelijk een serieuze belangenafweging plaatsgevonden tussen het maatschappelijk belang en de persoonlijke belangen van klager. Het feit dat klagers partner alleen voor de opvoeding en verzorging van de kinderen staat, is inherent aan het feit dat
klager gedetineerd is geraakt. Afgezien van de zeer beperkte kennissen- en familiekring, is niet aangegeven wat men heeft gedaan om aan te geven dat er geen andere mogelijkheid is om klagers partner en kinderen op te vangen. Bij een verzoek om
strafonderbreking dient de noodzaak te worden aangetoond in combinatie met andere factoren.

Op klagers verzoek zijn de volgende adviezen uitgebracht.
De directeur van de Gevangenis/ISD Roermond heeft positief geadviseerd ten aanzien van het verzoek om strafonderbreking en vermeldt dat strafonderbreking eventueel gekoppeld kan worden aan overplaatsing naar een zeer beperkt beveiligde inrichting.
De Medisch Adviseur adviseert negatief.

3. De beoordeling
Klager ondergaat thans een gevangenisstraf van vier jaar en zes maanden, wegens diefstal met geweldpleging. Aansluitend dient hij nog diverse gevangenisstraffen te ondergaan. De wettelijk vroegst mogelijke v.i.-datum valt op of omstreeks 17 februari
2011. Aansluitend dient hij eventueel zes dagen vervangende hechtenis te ondergaan wegens een schadevergoedingsmaatregel.

Op grond van artikel 34 van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting van 24 december 1998, nr. 733726/98/DJI (hierna: de Regeling) kan strafonderbreking worden verleend wegens zodanig bijzondere omstandigheden in de persoonlijke sfeer dat niet
kan worden volstaan met een andere vorm van verlof. Op grond van artikel 36 van de Regeling kan strafonderbreking worden verleend voor verzorging van een ernstig zieke levenspartner, kind of ouder, voor het bijwonen van de bevalling van de
levenspartner
en voor de gevallen bedoeld in de artikelen 23 en 24. Het bepaalde in artikel 22, eerste en tweede lid, is van overeenkomstige toepassing.

In dit geval heeft klager verzocht om strafonderbreking voor de duur van zes weken. Dit verzoek heeft klager op 30 juli 2009 gedaan. Door en namens klager is vermeld dat er geen structurele oplossing kan worden gevonden voor de opvang van zijn
kinderen.
De motivering voor de afwijzing van het verzoek houdt in dat er voor klager voldoende tijd was om alternatieve opvang te regelen. Gelet op hetgeen klager daarover heeft opgemerkt en gelet op het positieve advies van de kant van de inrichting, is de
voor
de bestreden beslissing gegeven motivering onvoldoende zodat het tegen die beslissing ingestelde beroep gegrond moet worden verklaard. De Staatssecretaris zal worden opgedragen met inachtneming van deze uitspraak een nieuwe beslissing te nemen binnen
een termijn van één week na ontvangst van deze uitspraak. Nu de gevolgen van de bestreden beslissing nog ongedaan te maken zijn, acht de beroepscommissie geen termen aanwezig om aan klager een tegemoetkoming toe te kennen.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing. Zij draagt de Staatssecretaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van de uitspraak van de beroepscommissie binnen een termijn van één na ontvangst
van deze uitspraak. Zij bepaalt dat aan klager geen tegemoetkoming toekomt.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. M. Boone en mr. J.M.M. van Woensel, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.S. Dwarka, secretaris, op 20 augustus 2009.

secretaris voorzitter

Naar boven