Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 09/0196/GA, 12 augustus 2009, beroep
Uitspraakdatum:12-08-2009

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 09/196/GA

betreft: [klager] datum: 12 augustus 2009

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. J. Serrarens, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 18 november 2008 van de beklagcommissie bij de Gevangenis/ISD Zoetermeer,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 15 mei 2009, gehouden in de Penitentiaire Inrichting Haaglanden te Zoetermeer, zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. J. J. Serrarens en de unit-directeur van de Gevangenis/ISD Zoetermeer,
[...].
De behandeling van het beroep heeft in de Engelse taal plaatsgevonden.

Naar aanleiding van de opmerking van de unit-directeur dat hij geen stukken van deze zaak heeft ontvangen is de directeur in de gelegenheid gesteld om een nadere schriftelijke toelichting te geven op het beroep. Op 26 juni 2009 heeft de directeur zijn
standpunt gezonden aan de beroepscommissie. Klagers raadsvrouw heeft bij brief van 24 juli 2009 op het standpunt van de unit-directeur gereageerd.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van de beklagen en de uitspraak van de beklagcommissie
De beklagen betreffen:
a. een ordemaatregel van plaatsing in afzondering in een afzonderingscel voor de duur van één dag;
b. de insluiting op eigen cel gedurende tweeëneenhalf uur op 27 augustus 2008;
c. de voorwaarde voor het plaatsvinden van bezoek op 28 augustus 2008;
d. het innemen van klagers horloge tijdens bezoek op 28 augustus 2008;
e. het feit dat niet alle op schrift gestelde beslissingen in een voor klager begrijpelijke taal worden vertaald;
f. de beslissing om klager vijfenveertig minuten eerder in te sluiten op 4 september 2008;
g. de insluiting gedurende één uur op eigen cel op 6 september 2008.

De beklagcommissie heeft de beklagen onder a., b., c., f. en g. ongegrond verklaard en klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklagen onder d. en e. op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Nu de directeur geen gebruik heeft gemaakt van de gelegenheid om nader onderzoek te verrichten en de door de beroepscommissie geformuleerde vragen te beantwoorden, is er eens te meer reden het beroep gegrond te verklaren.

Ten aanzien van onderdeel a:
Op 25 augustus 2008 is klager de ordemaatregel van één dag afzondering in een afzonderingscel opgelegd in verband met zijn transport naar het ziekenhuis de volgende dag. Klager heeft al sinds het begin van zijn detentie de status vluchtgevaarlijk, maar
verblijft al vele jaren in normaal beveiligde gevangenissen, omdat van zijn veronderstelde vluchtgevaarlijkheid nooit gebleken is. Klager is nooit eerder voorafgaande aan een transport in afzondering geplaatst. Er hebben zich ook nooit incidenten
rondom
zijn transport voorgedaan.

Ten aanzien van onderdeel b:
Op 27 augustus 2008 was een maatregel van uitsluiting van alle activiteiten op klager van toepassing. Volgens de directeur is klager op zijn cel ingesloten gedurende de uren dat de medegedetineerden van zijn afdeling activiteiten hadden. Het personeel
heeft echter tegen klager gezegd dat hij werd ingesloten, omdat er geen personeel aanwezig was op de afdeling. Een eventueel gebrek aan personeel mag niet ten koste gaan van klagers recht op bewegingsvrijheid.

Ten aanzien van onderdeel c:
Klager is van mening dat de unit-directeur ten onrechte aan het plaatsvinden van het middagbezoek van de assistent van zijn raadsvrouw mr. Van der Plas, de voorwaarde heeft gesteld dat de raadsvrouw ook daarbij aanwezig moest zijn. De assistent was die
ochtend al toegelaten en geregistreerd en het bezoek zou in de normale bezoekzaal plaatsvinden. Volgens de unit-directeur konden de spreekkamers die middag niet gebruikt worden. De raadsvrouw bestrijdt dit.

Ten aanzien van onderdeel d.:
Klager heeft zijn horloge moeten afgeven voor het bezoek van zijn advocaat. Nooit eerder was hem verteld dat hij zijn horloge niet mee mocht meenemen naar advocatenbezoeken. Artikel 3.8.1. van de huisregels van de locatie Zoetermeer is niet geschreven
met het oog op advocatenbezoek. De unit-directeur heeft juist een beslissing gegeven die afwijkt van de algemene regel. Klager dient derhalve ontvankelijk te worden verklaard. De klacht dient gegrond te worden verklaard, nu er geen enkele
rechtvaardiging is voor de beslissing van de unit-directeur.

Ten aanzien van onderdeel e.:
De directie van de locatie Zoetermeer weigert structureel om beslissingen die aan klager worden uitgereikt te vertalen in een voor hem begrijpelijke taal. De tekst en de ratio van artikel 58 Pbw zijn glashelder. Klager heeft wel degelijk aangegeven dat
hij de Nederlandse taal niet beheerst. Het personeel vertaalt de beslissingen niet. In het gunstigste geval wordt de kern van de beslissing verteld.

Ten aanzien onderdeel f.:
Klager is op 4 september 2008 zonder opgaaf van redenen vijfenveertig minuten vóór het einde van het dagprogramma ingesloten. Klager wist niet waarom hij werd ingesloten en maakte zich zorgen. Als klager had geweten dat de insluiting met een
ontruimingsoefening samenhing, zou hij minder stress hebben ervaren.

De unit-directeur heeft in beroep gepersisteerd bij het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt.

3. De beoordeling
Ten aanzien onderdeel a., c., e., f. en g. kan hetgeen in beroep is aangevoerd naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagcommissie. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

Ten aanzien van onderdeel b overweegt de beroepscommissie dat op 15 augustus 2008 aan klager de ordemaatregel van veertien dagen uitsluiting van deelname aan activiteiten is opgelegd. Uit de stukken is onvoldoende aannemelijk geworden dat klager op 27
augustus 2008 is ingesloten wegens personeelsgebrek. Het beroep zal ongegrond worden verklaard.

Ten aanzien van onderdeel d. overweegt de beroepscommissie het volgende.
Uit de reactie van de voormalige unit-directeur blijkt dat klager op 28 augustus 2008 in de ochtend een advocatenkamer had gereserveerd. Hierbij stond de naam van klagers advocaat vermeld en de naam van een bezoeker. Deze bezoeker wilde die middag weer
op bezoek komen. Volgens de unit-directeur was deze bezoeker geen advocaat en klager heeft
’s middags de bezoeker kunnen ontvangen in de bezoekzaal.
De beroepscommissie is van oordeel dat nu de raadsvrouw niet aannemelijk heeft gemaakt dat het hier een advocaat of rechtsbijstandverlener betrof, de assistent van mr. Van der Plas beschouwd dient te worden als een gewone bezoeker.
Ingevolge artikel 3.8.1, Persoonlijk bezoek, van de huisregels van de locatie Zoetermeer is het onder meer verboden een horloge te dragen tijdens bezoek. Nu klager klaagt over een algemene voor alle gedetineerden geldende regel, dient klager
niet-ontvankelijk in zijn beklag te worden verklaard. Het beroep zal ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie met verbetering van de gronden.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. A.H. de Wild, voorzitter, mr. J.P. Balkema en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.A.H.de Bruin, secretaris, op 12 augustus 2009

secretaris voorzitter

Naar boven