Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 09/0162/GA en 09/238/GA, 11 augustus 2009, beroep
Uitspraakdatum:11-08-2009

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 09/162/GA en 09/238/GA

betreft: [klager] datum: 11 augustus 2009

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 9 januari 2009 van de beklagcommissie bij de Individuele Begeleidingsafdeling (IBA) Veenhuizen,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 12 juni 2009, gehouden in de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Vught, is klager gehoord. De directeur is niet ter zitting van de beroepscommissie verschenen maar heeft op 8 juli 2009 schriftelijk een nadere
reactie op het beroep gegeven, nadat hem en klager het van de zitting opgemaakte verslag was toegezonden. Die reactie van de directeur is 10 juli 2009 ter kennisneming aan klager verzonden

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft:
a. een ordemaatregel van plaatsing in afzondering in een afzonderingscel voor de duur van veertien dagen wegens het veroorzaken van een negatieve sfeer door het vertonen van ondermijnend, manipulatief en ondergronds gedrag. In verband met klagers
honger- en dorststaking is tevens cameratoezicht opgelegd tijdens de duur van de ordemaatregel; en
b. de verlenging van de onder a vermelde ordemaatregel – en het cameratoezicht – voor de duur van één dag, in afwachting van overplaatsing naar een andere inrichting.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klager blijft bij hetgeen hij heeft verklaard tegenover het hem rogatoir gehoord hebbende lid van de beklagcommissie bij de p.i. Vught. Klager heeft tijdens zijn verblijf in Veenhuizen steeds positief gedrag vertoond. Zo heeft hij personeel gewezen op
ontsnappingsmogelijkheden en mogelijke plannen daartoe. Toen er vervolgens mensen daadwerkelijk een ontsnappingspoging ondernamen, raakte de leiding van de p.i. in paniek. Klager is van mening dat er geen aanleiding was om hem de onderhavige
ordemaatregel op te leggen. De directeur zal een en ander duidelijk moeten uitleggen. Klager begrijpt niet wat hem verweten wordt. Naar aanleiding van dit voorval is klager overgeplaatst terwijl een andere gedetineerde alleen maar een time-out kreeg.
Klager begrijpt dat niet. Hij verblijft nu in de p.i. Vught op de Bijzondere Zorgafdeling op Unit 3.

De directeur van de IBA Veenhuizen heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt – schriftelijk – toegelicht.
Klager verbleef in Veenhuizen in eerste instantie op de afdeling N/O. Op deze afdeling zonderde hij zich af en maakte hij een depressieve indruk. Daarom is hij op 5 februari 2008 overgeplaatst naar de Individuele Begeleidingsafdeling (IBA), met de hoop
dat dit een positieve invloed zou hebben op klager en zijn medegedetineerden. Zijn verblijf aldaar zorgde echter voor grote onrust bij de medegedetineerden. Duidelijk werd dat klager een grote afkeer heeft van justitie, hetgeen hij constant liet merken
door respectloos gedrag tegenover medewerkers van de inrichting. Hij is betrokken geweest bij een aantal incidenten en hij beïnvloedde zijn medegedetineerden, een kwetsbare groep mannen, met allerlei complottheorieën en het verkondigen van eigen
waarheden. Meerdere malen is hij aangesproken op zijn respectloze gedrag en stemmingmakerij. Hierdoor kwam de verhouding tussen klager en de medewerkers ernstig onder druk te staan. Een gesprek tussen klager en zijn mentor had geen effect meer, mede
gelet op het gebrek aan inzicht bij klager. Dit heeft ertoe geleid klager voor te stellen voor overplaatsing naar een andere inrichting en hem, in afwachting daarvan, met ingang van 16 oktober 2008 in afzondering te plaatsen. De ordemaatregel is niet
opgelegd in verband met een ontsnappingspoging van een medegedetineerde maar in verband met klagers gedrag. Om de orde, rust en veiligheid te kunnen garanderen, gelet op de populatie van de IBA, is hiertoe besloten. Het personeel van de IBA kan zich
niet herkennen in het beeld dat klager van zichzelf heeft geschetst. Klager is uiteindelijk op 31 oktober 2008 overgeplaatst naar de IBA te Vught.

3. De beoordeling
Uit de nadere schriftelijke reactie van de directeur van 8 juli 2009 wordt voldoende aannemelijk dat klagers verdere verblijf op de IBA een gevaar vormde voor de orde en rust aldaar. Dat gevaar voor de orde en rust maakt dat de beslissing van de
directeur, om klager in afzondering te plaatsen, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet onredelijk of onbillijk moet worden geacht. Nu de directeur klager had voorgedragen voor overplaatsing naar een andere inrichting en die
overplaatsing kennelijk kort na het verstrijken van de eerder opgelegde ordemaatregel zou plaatsvinden, moet de beslissing om de ordemaatregel met één dag te verlengen eveneens niet onredelijk of onbillijk worden geacht. Hetgeen in beroep is aangevoerd
kan daarom niet leiden tot een andere uitspraak dan die van de beklagcommissie. Het beroep zal daarom ongegrond worden verklaard en de uitspraak van de beklagcommissie zal, met aanvulling van de gronden, worden bevestigd.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie, met aanvulling van de gronden.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.J. van Oostveen, voorzitter, dr. M. Kooyman en J. Schagen MA, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 11 augustus 2009

secretaris voorzitter

Naar boven