Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 08/3257/GA, 31 juli 2009, beroep
Uitspraakdatum:31-07-2009

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 08/3257/GA

betreft: [klager] datum: 31 juli 2009

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 11 december 2008 van de beklagcommissie bij de locatie Lelystad,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 27 mei 2009, gehouden in de locatie Lelystad, zijn gehoord klager en [...], unit-directeur bij voormelde inrichting.
Klagers raadsvrouw, mr. P.M. Breukink, heeft voorafgaand aan de zitting gemeld niet ter zitting te zullen verschijnen en een nadere schriftelijke toelichting gegeven op het beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft:
a. het niet (tijdig) uitgereikt krijgen van bestelde winkelgoederen;
b. het op 30 september 2008 niet mogen luchten; en
c. de verplichting om huur te betalen voor het eigen televisietoestel.

De beklagcommissie heeft de onderdelen a en b van het beklag ongegrond verklaard en klager ten aanzien van onderdeel c van het beklag niet-ontvankelijk verklaard.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Ten aanzien van onderdeel a:
Klager heeft ten onrechte een aantal door hem bestelde winkelgoederen niet ontvangen. Er werd verteld dat klager de bestedingslimiet van zijn rekening-courant zou hebben overschreden. Het betrof een aantal goederen die extra besteld mochten worden.
Klager had zijn bestedingslimiet echter niet overschreden. Hij had de door hem bestelde goederen, waaronder een verjaardagskaart en een telefoonkaart, op woensdag nodig. Daarom heeft hij, toen op vrijdag die goederen alsnog werden aangeboden, gezegd
dat
hij tot de volgende dinsdag wilde wachten voordat hij de goederen in ontvangst zou nemen. Een en ander is een fout geweest van het personeel. Klager heeft geen compensatie aangeboden gekregen.

Ten aanzien van onderdeel b:
Op 30 september 2008 heeft klager niet mogen luchten. Uiteindelijk is hem op 19 oktober 2008 een extra luchtmoment aangeboden. Op 30 september 2008 mochten de gedetineerden van de bovenring wel luchten. Het luchten voor klager en zijn afdeling is
vervallen omdat zich een incident voordeed. De gedetineerden van de bovenring hebben, terwijl zij geen luchtmoment hadden gemist, op 19 oktober 2008 ook een extra luchtmoment gekregen. Daarom vindt klager dat het zogenaamde extra luchtmoment geen
compensatie is voor het eerder gemiste luchtmoment.
Ten aanzien van onderdeel c:
Klager vraagt zich af waarom hij televisiehuur moet betalen terwijl hij beschikt over een eigen televisie. Klager zou geen beklag hebben ingesteld als hier sprake zou zijn geweest van een voor allen gedetineerden geldende regel. Dat is echter niet het
geval, zo wordt aan de gedetineerden in het Detentieconcept Lelystad geen televisiehuur berekend. De in meerpersoonscellen verblijvende gedetineerden hoeven geen huur te betalen voor de televisie en de koelkast. Dat geldt ook in die gevallen dat er
maar
één persoon in die cel verblijft, hetgeen steeds vaker voorkomt. Klager vindt dat hij wordt benadeeld door hem de verplichting op te leggen wel huur te betalen.

Klagers raadsvrouw heeft het beroep (schriftelijk) –zakelijk weergegeven – als volgt toegelicht.
Ten aanzien van onderdeel a:
Klager heeft al meermalen aangegeven dat het winkelpersoneel niet zorgvuldig handelt. Om die reden kan niet worden geoordeeld dat er in dit geval sprake was van een incident. De winkelvoorziening is meerdere malen onderwerp van gesprek geweest voor de
gedetineerdencommissie en de directeur. Klager stelt zich op het standpunt dat de directeur verantwoordelijk is voor de winkelvoorziening.
Ten aanzien van onderdeel b:
Klager stelt zich op het standpunt dat hem voor het gemiste luchtmoment geen compensatie is geboden omdat het extra luchtmoment gold voor alle gedetineerden.
Ten aanzien van onderdeel c:
Klager vraagt zich af wat de grondslag is voor het nieuwe inrichtingsbeleid. Klager heeft met de inrichting geen afspraken gemaakt over de huur van de televisieaansluiting. Alleen daarom al is het afschrijven van een vast huurbedrag onrechtmatig.
Klager
wist niet dat er sprake was van gewijzigd beleid en heeft daarvan ook geen kennis kunnen nemen.

De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Ten aanzien van onderdeel a:
Er is een fout gemaakt bij het uitleveren van de boodschappen aan klager. Omdat de inrichtingswinkel op de daarop volgende woensdag en donderdag kampte met onderbezetting, is de fout pas op vrijdag kunnen worden hersteld. De betreffende goederen zijn
klager op vrijdag aangeboden maar klager gaf toen te kennen dat hij ze niet meer wilde ontvangen en dat hij in beklag wenste te gaan. De directeur is van mening dat de inrichting haar best heeft gedaan om een en ander te herstellen.
Ten aanzien van onderdeel b:
Het is juist dat op 30 september 2008 het luchtmoment voor klagers unit is komen te vervallen. Reden was dat er zich een incident had voorgedaan, waardoor het luchtmoment toen niet kon doorgaan. Er is die dag van 13.00 uur tot ongeveer 24.00 uur een
spitactie gehouden op de unit. Omdat dat luchtmoment toen kwam te vervallen is op een later moment alsnog een extra luchtmoment aangeboden.

Ten aanzien van onderdeel c:
Het beleid met betrekking tot de huur van televisies, de televisieaansluitingen en andere apparaten is ingevoerd door het Shared Service Center. Reden voor een éénvormig beleid is dat er te veel verschillende betalingsregelingen bestonden. Door de
directeur is, in opdracht van het hoofdkantoor van DJI, besloten dat er enkel nog fondsen zullen bestaan voor de huur van de koelkast, de televisie en voor opleiding en ontspanning. Ten aanzien van de televisie geldt dat de gedetineerden € 3,00 per
week
moeten betalen voor de doorgifte van het televisiesignaal. Indien zij zelf geen televisie hebben, wordt hen door de inrichting een televisie verstrekt zonder extra kosten. De verplichting om huur te betalen gaat in op het moment dat het signaal wordt
afgenomen.

3. De beoordeling
Bij brief van 11 mei 2009 heeft de raadsvrouw verzocht om aanhouding. Aan haar is te kennen gegeven dat op verzoeken tot aanhouding ter zitting wordt beslist. De raadsvrouw heeft vervolgens haar op schrift gestelde standpunt aan het secretariaat doen
toekomen onder mededeling dat zij niet ter zitting zal verschijnen. Nu de raadsvrouw haar verzoek niet heeft herhaald en klager ter zitting eveneens niet om aanhouding heeft verzocht, ziet de beroepscommissie, mede gelet op het feit dat het standpunt
van de raadsvrouw ten behoeve van de behandeling ter zitting op schrift is gesteld, geen noodzaak om de zaak aan te houden. Het verzoek daartoe zal daarom worden afgewezen

Ten aanzien van onderdeel a van het beklag:
Vast staat dat klager omstreeks 1 oktober 2008 niet de door hem bestelde winkelgoederen heeft ontvangen, terwijl hij daar wel recht op had. De directeur heeft aangegeven dat een en ander een gevolg is geweest van een fout bij de winkelmedewerker(s).
Handelen van de medewerkers van de inrichtingswinkel komen, voor zover gedaan in het kader de hun opgedragen taak, voor de verantwoordelijkheid van de directeur. Onweersproken is dat de fout al snel werd ontdekt en dat na twee dagen werd getracht die
fout te herstellen. De uitspraak van de beklagcommissie kan daarom niet in stand blijven en het beklag dient ten aanzien van dit onderdeel alsnog gegrond te worden verklaard.

Nu aan klager na twee dagen die goederen alsnog zijn aangeboden en klager heeft aangegeven ze op dat moment niet in ontvangst te willen nemen maar te willen wachten tot de volgende (reguliere) uitreiking van winkelgoederen, acht de beroepscommissie
geen
termen aanwezig voor het toekennen van een tegemoetkoming.

Ten aanzien van onderdeel b van het beklag:
Uit hetgeen ter zitting naar voren is gebracht komt naar voren dat er op 30 september 2008 sprake is geweest van een de hele dag durende spitactie op (onder meer) de afdeling waar klager verbleef. Door die spitactie is klagers luchtmoment in het
gedrang
gekomen. Nu voor dat gemiste luchtmoment op een later tijdstip compensatie is aangeboden in de vorm van een extra luchtmoment, moet de beslissing van de directeur om het luchtmoment op 30 september 2009 te laten vervallen niet onredelijk en onbillijk
worden geacht. Dat gedetineerden van een andere afdeling onverplicht eveneens een extra luchtmoment hebben gekregen, doet daaraan niet af. Hetgeen in beroep naar voren is gebracht kan daarom niet leiden tot een andere beslissing dan die van de
beklagcommissie. Het beroep zal in zoverre ongegrond worden verklaard.

Ten aanzien van onderdeel c van het beklag:
Het moeten betalen van een bedrag aan huur voor het gebruik van de televisieaansluiting is, ongeacht of er daarnaast al dan niet huurpenningen worden gevraagd voor het feitelijk gebruik van een televisietoestel, een voor alle in de inrichting
verblijvende gedetineerden geldende algemene regel. Tegen een dergelijke algemene regel staat geen beklag op. Hetgeen in beroep is aangevoerd kan niet leiden tot een andere uitspraak dan die van de beklagcommissie. Het beroep dient daarom ten aanzien
van dit onderdeel van het beklag ongegrond te worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond ten aanzien van de onderdelen b en c van het beklag en bevestigt in zoverre de uitspraak van de beklagcommissie.
Zij verklaart het beroep ten aanzien van onderdeel a van het beklag gegrond, vernietigt in zoverre de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart dit onderdeel van het beklag alsnog gegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, L. Diepenhorst en mr. H. Heijs, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 31 juli 2009.

secretaris voorzitter

Naar boven