Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 09/1198/GM, 28 juli 2009, beroep
Uitspraakdatum:28-07-2009

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 09/1198/GM

betreft: [klager] datum: 28 juli 2009

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 30 van de Penitentiaire maatregel (Pm) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen medisch handelen door of namens de inrichtingsarts verbonden aan het huis van bewaring (h.v.b.) Torentijd te Middelburg,

alsmede van de overige stukken, waaronder het verslag van 14 januari 2009 van de bemiddeling door de medisch adviseur bij het ministerie van Justitie.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. Ontvankelijkheid
Op grond van artikel 30, tweede lid, Pm dient het beroepschrift uiterlijk op de zevende dag na die van de ontvangst van het afschrift van de mededeling van de medisch adviseur te worden ingediend. De mededeling van de medisch adviseur dateert van 14
januari 2009. Klagers beroepschrift is gedateerd 30 april 2009 en op 4 mei 2009 op het secretariaat van de Raad ontvangen. Klager is verzocht om toe te lichten waarom hij pas op 30 april 2009 een beroepschrift heeft ingediend.
Uit klagers toelichting van 30 juni 2009 valt op te maken dat hij zijn beroepschrift pas op 30 april 2009 heeft ingediend, omdat de mededeling van de medisch adviseur is gestuurd aan het h.v.b. Torentijd en dat hij zich in die periode had onttrokken
aan detentie.
Uit de telefonische mededeling van een medewerker van het b.s.d. van het h.v.b. Torentijd van 17 juli 2009 volgt dat klager zich van 22 januari 2009 tot 6 april 2009 heeft onttrokken aan detentie.
Gelet op het bovenstaande is de beroepscommissie van oordeel dat klager het beroep te laat heeft ingediend en dat dit, gelet op diens onttrekking aan detentie, geheel voor rekening en risico komt van klager. Klager dient derhalve niet-ontvankelijk in
zijn beroep te worden verklaard.

2. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart klager niet-ontvankelijk in zijn beroep.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. I.E. de Vries, voorzitter, drs. M.F. van Brederode-Zwart en drs. L.E.M. Kleipool, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 28 juli 2009

secretaris voorzitter

Naar boven