Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 09/1722/GV, 23 juli 2009, beroep
Uitspraakdatum:23-07-2009

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 09/1722/GV

betreft: [klager] datum: 23 juli 2009

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 19 juni 2009 genomen beslissing van de Staatssecretaris van Justitie (de Staatssecretaris),

alsmede van de onderliggende stukken.

De beroepscommissie heeft de Staatssecretaris in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Staatssecretaris heeft klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van algemeen verlof afgewezen.

2. De standpunten
Klager heeft het beroep als volgt toegelicht.
De strafbare feiten dateren van twintig jaar terug. Sindsdien is klager niet meer veroordeeld. De einddatum van de detentie is op 22 september 2009. Het gratieverzoek is afgewezen omdat er een misvatting is over een reisdocument. Klagers moeder wordt
in
augustus 79 jaar oud en hij zou graag afscheid van haar willen nemen.

Namens de Staatssecretaris is de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Het verzoek om verlof is afgewezen vanwege het feit dat klager ontvlucht is geweest van 8 januari 1998 tot 13 januari 2009. Hij was niet teruggekeerd van strafonderbreking. Dit is een contra-indicatie om met verlof te gaan.

Op klagers verlofaanvraag zijn de volgende adviezen uitgebracht.
De directeur van de locatie PI Roermond heeft negatief geadviseerd ten aanzien van de verlofaanvraag.
De advocaat-generaal bij het ressortparket te ‘s-Hertogenbosch adviseert eveneens negatief.

3. De beoordeling
Klager ondergaat een gevangenisstraf van anderhalf jaar met aftrek, wegens – onder andere – heling. De wettelijk vroegst mogelijke v.i.-datum valt op of omstreeks 22 september 2009.

Het beroep richt zich tegen de afwijzing van klagers eerste verlofaanvraag. Hij kan in totaal twee verlofaanvragen indienen.

Uit de stukken volgt dat klager – nadat aan hem strafonderbreking was verleend – niet is teruggekeerd naar de inrichting. Hij heeft zich ruim elf jaar (namelijk van 8 januari 1998 tot 13 januari 2009) onttrokken aan zijn detentie. Op 13 januari 2009 is
klager aangehouden.
De beroepscommissie is van oordeel dat voornoemde omstandigheid een forse contra-indicatie vormt voor verlofverlening, die een afwijzing van klagers verlofaanvraag rechtvaardigt. Derhalve kan de beslissing van de Staatssecretaris, bij afweging van alle
in aanmerking komende belangen en gelet op de weigeringsgronden zoals bedoeld in artikel 4 onder a van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. M. Boone en mr. J.M.M. van Woensel, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.S. Dwarka, secretaris, op 23 juli 2009.

secretaris voorzitter

Naar boven