Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 09/1580/GV, 17 juli 2009, beroep
Uitspraakdatum:17-07-2009

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 09/1580/GV

betreft: [klager] datum: 17 juli 2009

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. L.M. Verkuil, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 4 juni 2009 genomen beslissing van de Staatssecretaris van Justitie (de Staatssecretaris),

alsmede van de onderliggende stukken.

De beroepscommissie heeft de Staatssecretaris in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsvrouw mr. L.M. Verkuil om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Staatssecretaris heeft klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van algemeen verlof afgewezen.

2. De standpunten
Namens klager is het beroep als volgt toegelicht. Klager en zijn raadsvrouw hebben van de inrichting en zijn trajectbegeleider te horen gekregen dat zij positief geadviseerd hebben ten aanzien van verlofverlening. Klager heeft van het b.s.d. vernomen
dat ook het openbaar ministerie positief heeft geadviseerd. Klager bestrijdt ten stelligste dat zijn gedrag in de inrichting te wensen overlaat. Klager heeft een baan in de bakkerij, waar maar voor een à twee gedetineerde(n) plaats is. Dit verloopt
naar
volle tevredenheid van alle betrokkenen. Hij volgt met succes een aan het werk gekoppelde opleiding, volgt zeer gemotiveerd een TR-programma en heeft de CoVa-training reeds met succes afgerond.
Klager ondervindt buiten de inrichting veel steun van zijn vaste vriendin die een serieuze invloed op hem heeft. Daarnaast heeft klager in zijn sociaal netwerk zijn grootmoeder die hem heeft opgevoed en die zeer ernstig ziek is. Voor klagers
resocialisatie is het noodzakelijk dat hij met verlof gaat. Zijn v.i.-datum komt naar verwachting nabij. Klager heeft in detentie een proces van bewustwording doorgemaakt en doet zijn uiterste best om te laten zien dat hij in staat is om goed te
functioneren. Daarbij past ook een verlofsituatie. Dit dient niet alleen het belang van klager, maar ook in het kader van de voorbereiding op de invrijheidstelling ook het algemeen belang.

Namens de Staatssecretaris is de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klagers verzoek is afgewezen op grond van zijn functioneren ondanks de uitgebrachte positieve adviezen. Het afgelopen half jaar wordt zijn functioneren gekenmerkt door twee uitersten. De eerste drie maanden was zijn functioneren slecht en daarna is een
verbetering ontstaan. In de eerste drie maanden van het jaar is klager in negatieve zin betrokken geweest bij allerlei incidenten op de afdeling. Hij heeft in die periode zes dagen in de strafcel gezeten wegens bedreiging en mishandeling van een
medegedetineerde. De houding van klager naar het personeel was slecht te noemen. Volgens het personeel was klagers gedrag in negatieve zin veranderd. Hij heeft tweemaal een positieve urinecontrole gehad. De laatste drie maanden heeft klager een
ommekeer
laten zien en is er sprake van een positieve ontwikkeling. Hij toont inzet bij opleiding, werk en training. Mede in het licht gezien dat in de rapportage wordt aangegeven dat klager een meeloper is, wordt de gedragsverandering te prematuur geacht om
hem
nu al met verlof te laten gaan. Bij blijvend goed functioneren, zal de volgende aanvraag voor algemeen verlof positief worden beoordeeld.

Op klagers verlofaanvraag zijn de volgende adviezen uitgebracht.
Het detentieberaad van de gevangenis De IJssel te Krimpen aan den IJssel heeft aanvankelijk negatief geadviseerd ten aanzien van verlofverlening, maar vervolgens in verband met negatieve urinecontroles in april en mei 2009 en de positieve verandering
van klagers gedrag positief geadviseerd ter zake van verlofverlening.
De advocaat-generaal en de politie hebben geen bezwaar tegen verlofverlening.

3. De beoordeling
Klager ondergaat een tenuitvoerlegging van een aanvankelijk voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf van twaalf maanden. Aansluitend dient hij eventueel een subsidiaire hechtenis van dertien dagen op grond van de Wet Terwee te ondergaan. De wettelijk
vroegst mogelijke v.i.-datum valt op of omstreeks 11 mei 2010.

Het beroep richt zich tegen de afwijzing van klagers tweede verlofaanvraag. Hij kan in totaal zes verlofaanvragen indienen.

Uit het bij de stukken gevoegde inrichtingsadvies vrijheden/algemeen verlof volgt dat klagers gedrag begin dit jaar negatief werd omschreven. Klager was betrokken bij incidenten op de afdeling, is een disciplinaire straf opgelegd in verband met het
mishandelen van een medegedetineerde en had een negatieve houding naar het personeel. Twee urinecontroles gaven een positieve score voor wat betreft softdruggebruik. Er waren klachten dat klager medegedetineerden zou afpersen en dat hij daarbij geweld
zou gebruiken.
Klagers gedrag is sinds april 2009 in positieve zin veranderd en sinds mei 2009 heeft hij geen positieve urinecontroles meer gehad.
De beroepscommissie is van oordeel dat, gelet op de vrij recente verandering in klagers gedrag en houding, de beslissing van de selectiefunctionaris, die heeft aangekondigd dat bij blijvend goed functioneren klagers volgende verlofaanvraag zal worden
toegewezen, niet als onredelijk of onbillijk kan worden aangemerkt.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. M. Boone en mr. J.M.M. van Woensel, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 17 juli 2009.

secretaris voorzitter

Naar boven