Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 09/1044/GM, 16 juli 2009, beroep
Uitspraakdatum:16-07-2009

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 09/1044/GM

betreft: [klager] datum: 16 juli 2009

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 30 van de Penitentiaire maatregel (Pm) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen medisch handelen door of namens de inrichtingsarts verbonden aan de penitentiaire inrichting (p.i.) Tilburg,

alsmede van de overige stukken, waaronder het verslag van 9 april 2009 van de bemiddeling door de medisch adviseur bij het ministerie van Justitie.

Klager en de inrichtingsarts zijn uitgenodigd om ter zitting van de beroepscommissie van 11 juni 2009, gehouden in de p.i. Amsterdam te worden gehoord. Hoewel voor klagers vervoer naar de zitting was zorggedragen, heeft hij daarvan geen gebruik
gemaakt.
De inrichtingsarts verbonden aan de p.i. Tilburg heeft laten weten verhinderd te zijn ter zitting te verschijnen.

Per brief van 11 juni 2009 heeft mr. N. Assouiki zich gesteld als de raadsvrouw van klager en verzocht om aanhouding van de behandeling van het beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beroep
De klacht, zoals neergelegd in het verzoek om bemiddeling aan de medisch adviseur van 5 januari 2009, betreft de weigering van de arts om klager te spreken over rekeningen van het ziekenhuis.

2. De standpunten van klager en de inrichtingsarts
Klager heeft zijn klacht als volgt toegelicht. Op 5 januari 2009 ging klager naar de inrichtingsarts. Klager had nog rekeningen van het ziekenhuis. De inrichtingsarts gaf aan dat ze niet wist of zij klager wilde zien. Klager moest zelf voor de
rekeningen zorgen. De inrichtingsarts liep vervolgens boos weg. De inrichtingsarts kan met meer gevangenen niet overweg. Klager vindt dat zeer verontrustend. Klager heeft een gesprek gehad met een andere arts over zijn gezondheid. Dit gesprek is heel
goed verlopen en er zijn goede afspraken gemaakt. Maar eigenlijk had dit gesprek met de betreffende inrichtingsarts moeten plaatsvinden. Dit gesprek heeft nog steeds niet plaatsgevonden.

De inrichtingsarts heeft het volgende standpunt ingenomen. Klager is niet tevreden over het verloop van het gesprek dat hij op 5 januari 2009 had met de inrichtingsarts. De betreffende inrichtingsarts heeft klager op 13 januari 2009 weer gesproken,
waarbij klager een en ander niet meer aan de orde heeft gesteld. De inrichtingsarts ging er daarom vanuit dat de relatie weer was hersteld.

3. De beoordeling
De raadsvrouw van klager heeft verzocht om aanhouding van de behandeling van het beroep. De beroepscommissie acht zich voldoende voorgelicht om op het beroep te beslissen en wijst dit verzoek af.

Klager klaagt over de weigering van de inrichtingsarts hem te spreken over de rekeningen van het ziekenhuis. Uit het medisch dossier komt naar voren dat dit lijkt te gaan over de rekeningen voor de catheterisatie/operatie die klager eerder op een laat
moment heeft afgezegd. Aan de weigering van de inrichtingsarts klager hierover te spreken ligt geen medisch oordeel ten grondslag. Er kan derhalve niet worden gesproken van een medische handeling zoals bedoeld in artikel 28 Pm, maar van een feitelijke
gedraging waarvoor het medisch klachtrecht voor klager niet open staat-. Gelet hierop kan klager niet worden ontvangen in zijn klacht.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart klager niet-ontvankelijk in zijn klacht.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. I.E. de Vries, voorzitter, drs. M.F. van Brederode-Zwart en drs. L.E.M. Kleipool, leden, in tegenwoordigheid van R. Kokee, secretaris, op 16 juli 2009

secretaris voorzitter

Naar boven