Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 09/0912/GM, 16 juli 2009, beroep
Uitspraakdatum:16-07-2009

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 09/912/GM

betreft: [klager] datum: 16 juli 2009

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 30 van de Penitentiaire maatregel (Pm) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen medisch handelen door of namens de inrichtingsarts verbonden aan de penitentiaire inrichting (p.i.) Roermond,

alsmede van de overige stukken, waaronder het verslag van 3 en 19 maart 2009 van de bemiddeling door de medisch adviseur bij het ministerie van Justitie.

Ter zitting van de beroepscommissie van 11 juni 2009, gehouden in de p.i. Amsterdam, is klager gehoord door mr. I.E. de Vries en drs. L.E.M. Kleipool, bijgestaan door R. Kokee, secretaris. De inrichtingsarts verbonden aan de p.i. Roermond heeft
schriftelijk laten weten op de zitting niet aanwezig te zullen zijn.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beroep
De klacht, zoals neergelegd in het verzoek om bemiddeling aan de medisch adviseur van 11 december 2008, betreft de slechte behandeling van de enkelblessure.

2. De standpunten van klager en de inrichtingsarts
Klager heeft zijn klacht als volgt toegelicht. De medische dienst is te laat na de blessure gestart met de behandeling van klagers enkel. De blessure is ontstaan tijdens voetballen. De verpleegkundige zei dat er niets aan de hand was. Pas tweeënhalve
week later is klagers enkel ingetapet nadat klager is gezien door de arts. Er zijn geen foto’s gemaakt. De mededeling in het electronisch medisch dossier dat klager nog dezelfde dag een tape kreeg is niet juist. Klagers enkel is nog steeds niet
genezen.
Hij heeft met tussenpozen nog steeds pijn. Volgens het ziekenhuis zijn klagers enkelbanden gescheurd. Herstel is volgens het ziekenhuis lastig omdat de enkel niet direct is ingetapet.

De inrichtingsarts heeft het volgende standpunt ingenomen. Op 9 juli 2007 heeft klager zich op de medische dienst gemeld met een enkelblessure. Diezelfde dag is hij beoordeeld, heeft hij tape gekregen en het advies om na de behandeling met de tape een
elastische kous te dragen tijdens inspanning om het herstel van de enkelbanden te bewerkstelligen. Op 16 juli 2007 meldt klager zich met recidiverende klachten van de enkel. De tape wordt nogmaals voor een periode van vier weken aangelegd. Tot 2
december 2008 meldt klager zich niet met klachten aan zijn enkel Hierna meldt klager zich bij de medische dienst met recidiverende enkelklachten, waarna meerdere consulten volgen door de arts, verpleegkundigen en fysiotherapie. Op 24 februari 2009
wordt klager verwezen naar de orthopeed.

3. De beoordeling
Uit het medisch dossier blijkt dat klager op de dag van de enkelblessure een tape heeft gekregen van een verpleegkundige. Dit strookt niet met klagers stelling dat hij pas na tweeënhalve week werd ingetapet. De beroepscommissie heeft echter geen reden
te twijfelen aan de gegevens in het medische dossier van klager. Uit het medisch dossier is overigens niet komen vast te staan dat klager onzorgvuldig is behandeld voor de enkelklachten. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. I.E. de Vries, voorzitter, drs. M.F. van Brederode-Zwart en drs. L.E.M. Kleipool, leden, in tegenwoordigheid van R. Kokee, secretaris, op 16 juli 2009

secretaris voorzitter

Naar boven