Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 09/1645/GV, 15 juli 2009, beroep
Uitspraakdatum:15-07-2009

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 09/1645/GV

betreft: [klager] datum: 15 juli 2009

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 18 juni 2009 genomen beslissing van de Staatssecretaris van Justitie (de Staatssecretaris),

alsmede van de onderliggende stukken.

De beroepscommissie heeft de Staatssecretaris in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Staatssecretaris heeft klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van algemeen verlof afgewezen.

2. De standpunten
Klager heeft het beroep als volgt toegelicht. Klager is ten tijde van het indienen van het beroepsschrift al 507 dagen gedetineerd en heeft vanaf dat moment nog 294 dagen te gaan. Klager wil graag met algemeen verlof kunnen gaan. Op zijn gedrag in de
inrichting is niets aan te merken en alle urinecontroles zijn steeds negatief geweest. Klager is getrouwd en zijn echtgenote is zwanger. Zij woont in Den Haag en klager bezit de Nederlandse nationaliteit. Klager is inmiddels al lange tijd gedetineerd.
Klager heeft om algemeen verlof verzocht en hem is via medewerkers van het bureau selectie en detentiebegeleiding medegedeeld dat de politie positief heeft geadviseerd en dat klager een goed verlofadres heeft. Alleen het Openbaar Ministerie (OM) heeft
negatief geadviseerd. Klager hecht aan dat laatste advies geen waarde. Klager wil graag bij zijn echtgenote zijn. Het verlof is afgewezen omdat er een te groot risico zou zijn. Klager heeft bij de inrichting op zijn rekening-courant een bedrag van €
3.000,= en heeft gevraagd of hij een deel van dat geld zou mogen meenemen bij het verlof, zodat hij wat kleren kan kopen voor zichzelf en samen met zijn echtgenote leuke dingen zou kunnen gaan doen tijden het verlof. Het detentieberaad vond het vreemd
dat klager geld wilde meenemen. Klager is van mening dat het zijn eigen geld betreft, dat hij zelf op de rekening-courant heeft laten storten. Klager vind de redenen voor de afwijzing niet juist. Hij heeft inmiddels een tweede verlofaanvraag ingediend
maar daar is nog geen beslissing op genomen.

Namens de Staatssecretaris is de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Het verzoek om algemeen verlof is afgewezen naar aanleiding van het negatieve advies van het OM en het negatieve inrichtingsadvies. Klager heeft zich in het nabije verleden eerder onttrokken aan detentie vanuit een beperkt beveiligde inrichting en
heeft
in april 2008 een poging tot ontvluchting met hulp van buitenaf voorbereid. Klager was toen gedetineerd in Zoetermeer. Vanuit die ervaring heeft de directeur van de gevangenis Zoetermeer de thans ontvangen signalen opgevat als signalen die kunnen
leiden
tot de verdenking van een poging tot onttrekking aan de detentie. Klager heeft aangegeven tijdens zijn verlof al zijn financiële middelen op te willen nemen. In beroep geeft klager aan dat hij dat geld wenste op te nemen om kleding te kopen. Het lijkt
onwaarschijnlijk dat iemand tijdens zijn verlof voor € 3.000,= kleding gaat kopen. Klager heeft door dit gedrag, gelet op het verleden, meer dan de enkele schijn tegen zich heeft dat hij voornemens is om na afloop van het verlof niet terug te keren
naar
de inrichting.

Op klagers verlofaanvraag zijn de volgende adviezen uitgebracht.
De directeur van de gevangenis Zoetermeer heeft negatief geadviseerd ten aanzien van de verlofaanvraag en aangegeven dat dit advies tot stand is gekomen naar aanleiding van het negatieve advies van het OM en de omstandigheid dat klager bij het verlof
het gehele saldo van zijn rekening-courant wenste mee te nemen.
De advocaat-generaal bij het ressortparket te Den Haag heeft aangegeven negatief te adviseren ten aanzien van de verlofaanvraag. Dit in verband met de vrees voor recidive omdat klager wordt aangemerkt als veelpleger. Verwezen wordt daarbij naar het
achttien pagina’s tellende uittreksel uit klagers justitiële documentatie.
De politie Haaglanden heeft positief geadviseerd ten aanzien van de verlofaanvraag.

3. De beoordeling
Klager ondergaat een gevangenisstraf van veertig maanden met aftrek, wegens – kortweg – bedreiging, openlijke geweldpleging en gekwalificeerde diefstal. De wettelijk vroegst mogelijke v.i.-datum valt op of omstreeks 8 april 2010. Aansluitend dient hij
eventueel een subsidiaire hechtenis van één dag te ondergaan.

Het beroep richt zich tegen de afwijzing van klagers eerste verlofaanvraag. Hij kan in totaal vijf verlofaanvragen indienen.

Vastgesteld kan worden dat klager zich tijdens een eerdere detentie heeft onttrokken aan de tenuitvoerlegging daarvan en dat hij tijdens zijn huidige detentie ervan is verdacht een ontvluchtingspoging – met hulp van buitenaf – voor te bereiden. Die
omstandigheden alsmede het gegeven dat klager heeft verzocht om tijdens het verlof (een substantieel deel van) het saldo van zijn rekening-courant mee te mogen nemen, maken de vrees dat klager zich tijdens dat verlof aan de verdere tenuitvoerlegging
van
de detentie zal trachten te onttrekken aannemelijk. De beroepscommissie is van oordeel dat voornoemde omstandigheden een forse contra-indicatie vormen voor verlofverlening en dat deze een afwijzing van klagers verlofaanvraag rechtvaardigen. Derhalve
kan
de beslissing van de Staatssecretaris, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen en gelet op de weigeringsgronden zoals bedoeld in artikel 4 onder a en b van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting, niet als onredelijk of onbillijk
worden aangemerkt.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. M. Boone en mr. J.M.M. van Woensel, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 15 juli 2009

secretaris voorzitter

Naar boven