Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 09/1605/GV, 6 juli 2009, beroep
Uitspraakdatum:06-07-2009

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 09/1605/GV

betreft: [klager] datum: 6 juli 2009

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. C.A. Boeve, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 12 juni 2009 genomen beslissing van de Staatssecretaris van Justitie (de Staatssecretaris),

alsmede van de onderliggende stukken.

De beroepscommissie heeft de Staatssecretaris in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsman om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Staatssecretaris heeft klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van strafonderbreking afgewezen.

2. De standpunten
Namens klager is het beroep als volgt toegelicht. Klager meent dat de bestreden beslissing in strijd is met de wet en/of één of meer algemene beginselen van behoorlijk bestuur. Er is sprake van bijzondere omstandigheden in de persoonlijke sfeer zoals
bedoeld in artikel 34 van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting (hierna: de Regeling), doordat de levenspartner van klager op het punt staat te bevallen. De uitgerekende datum is 17 juli 2009. De laatste loodjes vallen haar erg zwaar.
In verband met een moeizaam lopende zwangerschap staat zij niet meer onder toezicht van de verloskundige, maar moet zij regelmatig naar de gyneacoloog in het ziekenhuis waar het verloop van de zwangerschap streng in de gaten wordt gehouden. De vriendin
van klager heeft al een dochter van drie jaar. Zij kan de zorg voor deze dochter, het einde van de zwangerschap, de komende bevalling en de eerste periode na de bevalling absoluut niet alleen aan. Zij heeft onvoldoende familie en vrienden op wie zij
kan
terugvallen. Klager wil primair een strafonderbreking voor de maximale duur van drie maanden. Subsidiair verzoekt klager om een strafonderbreking van kortere duur.

Namens de Staatssecretaris is de bestreden beslissing als volgt toegelicht. Klager is gedetineerd op grond van een taakstraf vervangende hechtenis, die hem is opgelegd in maart 2006 vanwege de mishandeling van zijn toenmalige partner. Klager heeft de
taakstraf niet volbracht of in het geheel niet uitgevoerd. Klager functioneert goed in de inrichting. Het OM heeft negatief geadviseerd vanwege de verzochte termijn van de strafonderbreking. De Medisch Adviseur ziet geen redenen voor een
strafonderbreking van klager op medische gronden. Gelet op deze negatieve adviezen is het verzoek afgewezen. Bovendien heeft klager zijn taakstraf niet uitgevoerd. Had hij dit wel gedaan, dan was hij nu niet in deze positie terecht gekomen. Klager
heeft
geen stukken overgelegd waaruit blijkt dat familie en vrienden niet beschikbaar zijn voor de opvang.

Op klagers verlofaanvraag zijn de volgende adviezen uitgebracht.
De officier van justitie bij het arrondissementsparket te Arnhem heeft negatief geadviseerd gelet op de te ruime termijn. De Medisch Adviseur ziet geen reden voor verlening van strafonderbreking op medische gronden.

3. De beoordeling
Klager ondergaat een taakstraf vervangende hechtenis van 120 dagen. De einddatum van zijn detentie is op of omstreeks 4 augustus 2009.

Op grond van artikel 34 van de Regeling kan strafonderbreking worden verleend wegens zodanig bijzondere omstandigheden in de persoonlijke sfeer dat niet kan worden volstaan met een andere vorm van verlof. Op grond van artikel 36 van de Regeling kan
strafonderbreking onder andere worden verleend voor verzorging van een ernstig zieke levenspartner, kind of ouder of voor het bijwonen van de bevalling van de levenspartner van de gedetineerde.

De beroepscommissie is van oordeel dat de afwijzende beslissing van de Staatssecretaris op het verzoek, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk kan worden aangemerkt. Zij neemt hierbij in aanmerking het
negatieve advies van de Medisch Adviseur. Door klager is onvoldoende aannemelijk gemaakt dat strafonderbreking voor de verzorging van zijn vriendin voor en na de bevalling noodzakelijk is. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. M. Boone en mr. J.M.M. van Woensel, leden, in tegenwoordigheid van R. Kokee, secretaris, op 6 juli 2009

secretaris voorzitter

Naar boven