Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 08/3044/GA, 2 juli 2009, beroep
Uitspraakdatum:02-07-2009

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 08/3044/GA

betreft: [klager] datum: 2 juli 2009

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 18 november 2008 van de beklagcommissie bij de PI Roermond,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 12 juni 2009, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Vught, zijn gehoord klagers raadsman mr. F.J. Notermans, en [...],
unit-directeur bij de PI Roermond.
Hoewel voor klagers vervoer naar de zitting was zorggedragen, heeft hij daarvan geen gebruik gemaakt.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de verplichting om telefoongesprekken met de rechtsbijstandverlener (advocaat) te voeren middels de afdelingstelefoon, welke telefoongesprekken worden opgenomen.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klager was niet bekend met de mogelijkheid die de telefooncentrale van de PI Roermond kennelijk biedt om gesprekken met de raadsman afluistervrij te voeren. Klager heeft evenwel zijn twijfels of de gesprekken niet werden afgeluisterd. Het betreft voor
klager een principiële zaak. Hij is er steeds van uitgegaan dat de gesprekken met zijn raadsman werden opgenomen en mogelijk werden afgeluisterd.

De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
In de PI Roermond dienen de gedetineerden in beginsel met hun advocaat te bellen via de afdelingstelefoon. Er wordt niet afgeluisterd. Indien dat wel zou gebeuren, dan krijgt de betreffende gedetineerde daarover eerst een schriftelijke mededeling. De
gesprekken worden ook niet opgenomen. De telefooncentrale van Roemond. biedt de mogelijkheid om telefoonnummers van advocaten voor te programmeren. Als dat nummer door het systeem herkend wordt, wordt dat gesprek niet opgenomen. Dat is anders als het
telefoonnummer niet als zodanig bekend is. Dan wordt het gesprek wel opgenomen. Dit wordt bij binnenkomst aan de gedetineerden verteld en hen wordt verzocht het telefoonnummer van de advocaat door te geven. Er is voor de gedetineerden de mogelijkheid
om
nummers van nieuwe advocaten in te laten voeren. De inrichting controleert vooraf alleen of het opgegeven telefoonnummer daadwerkelijk van de advocaat is. De directeur weet niet of meer inrichtingen met dit systeem werken. Hij weet dat in Roermond in
het verleden nog wel eens bellen via een aparte kamer en telefoonlijn, die afluistervrij was, tot de mogelijkheden behoorde. Die mogelijkheid is in verband met de beschikbaarheid van de nieuwe telefooncentrale komen te vervallen. Indien
telefoongesprekken met andere zogenaamde geprivilegieerde contacten worden gevoerd, dan bestaat daarvoor de mogelijkheid via het bureau selectie- en detentiebegeleiding (b.s.d.) of de afdeling bevolking van de inrichting. Die gesprekken zijn dan
afluistervrij.

3. De beoordeling
Uit de inlichtingen van de directeur blijkt genoegzaam dat alle in de PI Roermond verblijvende gedetineerden telefoongesprekken met hun advocaat dienen te voeren via de afdelingstelefoons en dat die gesprekken niet kunnen worden afgeluisterd, indien
tenminste het telefoonnummer van de advocaat door de gedetineerde aan de inrichting is doorgegeven.
Naar het oordeel van de beroepscommissie wordt daarmee voldaan aan het bepaalde in artikel 39, vierde lid, van de Pbw, zodat als na te medlen dienst te worden beslist.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie met wijziging van gronden.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.J. van Oostveen, voorzitter, dr. M. Kooyman en J.A. Schagen MA, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 2 juli 2009

secretaris voorzitter

Naar boven