Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 09/1478/GV, 13 juli 2009, beroep
Uitspraakdatum:13-07-2009

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 09/1478/GV

betreft: [klager] datum: 13 juli 2009

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 27 mei 2009 genomen beslissing van de Staatssecretaris van Justitie (de Staatssecretaris),

alsmede van de onderliggende stukken.

De beroepscommissie heeft de Staatssecretaris in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Staatssecretaris heeft klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van algemeen verlof afgewezen.

2. De standpunten
Klager heeft het beroep niet toegelicht.

Namens de Staatssecretaris is de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
De rechtbank en de advocaat-generaal achten een klinische opname noodzakelijk opdat klager een behandeling ondergaat voor zijn complexe meervoudige problematiek (psychische- en verslavingsproblematiek). Er is sprake van eerdere behandelingen en
terugval. Klager is een kwetsbare man die zich gemakkelijk laat beïnvloeden. Eind februari 2009 heeft hij nog positief gescoord op drugsgebruik. Klager is inmiddels afgestraft en zal worden voorgesteld voor een klinische behandeling ex artikel 15,
vijfde lid, Pbw. Gelet op de uitspraak van de rechtbank en het advies van de advocaat-generaal is klagers verzoek afgewezen. Het toekennen van vrijheden wordt overgelaten aan de kliniek, opdat deze kunnen worden afgestemd op de behandelingsmethodiek en
het behandelingsstadium.

Op klagers verlofaanvraag zijn de volgende adviezen uitgebracht.
De directeur van de locatie Torentijd te Middelburg heeft gelet op klagers gedrag in de inrichting positief geadviseerd ten aanzien van de verlofaanvraag. Klager is gemotiveerd voor behandeling.
De advocaat-generaal bij het ressortsparket heeft aangegeven de kans op terugval naar verdovende middelen veel te groot te achten. In de pro justitia rapportage is geadviseerd dat klager zich laat opnemen in een verslavingskliniek voor een klinische
behandeling. Door de rechtbank is deze voorwaarde gekoppeld aan het voorwaardelijk deel van de opgelegde straf, aan welke een proeftijd van drie jaar is verbonden.
De politie heeft aangegeven geen bezwaar te hebben tegen het opgegeven verlofadres.
De reclassering Emergis verslavingszorg heeft geen bezwaar tegen verlofverlening.

3. De beoordeling
Klager ondergaat een gevangenisstraf van veertien maanden met aftrek, wegens opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet. De wettelijk vroegst mogelijke v.i.-datum valt op of omstreeks 7 januari 2010.

Het beroep richt zich tegen de afwijzing van klagers eerste verlofaanvraag. Hij kan in totaal vijf verlofaanvragen indienen.

De beroepscommissie overweegt dat de rechtbank aan het aan klager opgelegde voorwaardelijk deel van zijn gevangenisstraf een proeftijd van drie jaar heeft verbonden en de bijzondere voorwaarde dat hij zich laat opnemen in een verslavingkliniek voor een
klinische behandeling. Voorts is sprake van recent druggebruik in de inrichting.
De beroepscommissie is van oordeel dat het bovenstaande duidt op een ernstig recidiverisico, hetgeen een contra-indicatie vormt voor verlofverlening. Ondanks de positieve adviezen rechtvaardigen deze omstandigheden een afwijzing van klagers
verlofaanvraag. Derhalve kan de beslissing van de Staatssecretaris, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen en gelet op de weigeringsgronden zoals bedoeld in artikel 4 onder b. en c. van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting,
niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. M. Boone en mr. J.M.M. van Woensel, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 13 juli 2009

secretaris voorzitter

Naar boven