Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 09/1334/GB, 5 augustus 2009, beroep
Uitspraakdatum:05-08-2009

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 09/1334/GB

Betreft: [klager] datum: 5 augustus 2009

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 29 april 2009 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem over te plaatsen naar de Forensische schakelunit Noordsingel te Rotterdam ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 15 september 2008 gedetineerd. Hij verbleef als preventief gehechte in het PPC Amsterdam. Op 12 mei 2009 is hij overgeplaatst naar de FSU te Vught. Tegen deze overplaatsing heeft klager geen bezwaarschrift ingediend.

2. De standpunten
2.1. Klager heeft het beroep als volgt toegelicht.
Klager vraagt zich af hoe het kan dat de bestreden beslissing gebaseerd is op het advies van de gedragsdeskundigen. De papieren hiervoor zijn nooit opgestuurd. Klager vraagt zich af hoe de selectiefunctionaris aan zijn informatie komt en of iemand
anders zich heeft voorgedaan als gedragsdeskundige. Klager wilde de selectiefunctionaris spreken om te weten te komen of de selectiefunctionaris de aanvraag zelf had ingediend.

2.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager is ter behandeling opgenomen geweest in het PPC Amsterdam. Na behandeling kan klager niet in deze inrichting blijven en dient hij overgeplaatst te worden, meestal naar een andere zorglocatie. Klager is geselecteerd voor de Forensische
schakelunit
Noordsingel. Een en ander vindt plaats op voorstel van de gedragsdeskundigen van de PPC Amsterdam, in wier vakgebied de selectiefunctionaris zich niet wil en kan mengen. Het voorstel van de inrichting is dan ook als zodanig overgenomen. Omdat er in het
noorden geen forensische schakelunit is, heeft de selectiefunctionaris klager daar niet kunnen plaatsen.

3. De beoordeling
3.1. Klager behoort, gelet op zijn status als preventief gehechte, tot de categorie gedetineerden voor opneming van wie de huizen van bewaring zijn bestemd.

3.2. De Forensische schakelunit Noordsingel is een huis van bewaring met een individueel regime en een uitgebreid beveiligingsniveau.

3.3. Een preventief gehechte die nog niet in eerste aanleg is veroordeeld, dient te worden geplaatst in een inrichting met een regime van beperkte gemeenschap, tenzij plaatsing in een individueel regime noodzakelijk is. In het individueel regime
kunnen gedetineerden worden geplaatst die op grond van hun persoonlijkheid, gedrag of andere persoonlijke omstandigheden een ernstig beheersrisico vormen voor zichzelf of anderen en ten gevolge daarvan niet in staat zijn in een regime van algehele of
beperkte gemeenschap te functioneren of te verblijven. De selectiefunctionaris heeft de omtrent klagers persoonlijkheid en gedrag verstrekte gegevens, zoals onder andere het uitgebreide inrichtingsadvies van het PPC Amsterdam, in redelijkheid kunnen
aanmerken als een contra-indicatie in bovenbedoelde zin. Derhalve kan de beslissing klager vooralsnog over te plaatsen naar een inrichting met een individueel regime niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Gelet op het vorenstaande zal het
beroep ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema,
voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van bc. L. van Alff, secretaris, op 5 augustus 2009

secretaris voorzitter

Naar boven