Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 09/1366/GA, 31 juli 2009, beroep
Uitspraakdatum:31-07-2009

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 09/1366/GA

betreft: [klager] datum: 31 juli 2009

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 14 mei 2009 van de alleensprekende beklagrechter bij de locatie PI Maashegge te Overloon,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 10 juli 2009, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam, is gehoord klager.

De directeur van de PI locatie Maashegge heeft schriftelijk laten weten verhinderd te zijn ter zitting te verschijnen.

Klager heeft ter zitting meegedeeld dat zijn raadsman mr. J.S. Nan niet ter zitting zal verschijnen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft een ordemaatregel van plaatsing in afzondering in een afzonderingscel voor de duur van veertien dagen om ontvluchting te voorkomen in afwachting van de uitslag van het bevestigingsonderzoek en voorts het feit dat klagers
urinecontrole
niet overeenkomstig de eisen van de Regeling urinecontrole penitentiaire inrichtingen (de Regeling) zou zijn verricht.

De beklagrechter heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Na terugkeer van verlof is een urinecontrole verricht. Volgens de uitslag van de urinecontrole is er cocaïne aangetroffen in klagers urine. Dit is onmogelijk. Klager weet voor 100% zeker dat hij niet heeft gebruikt. Hij is in 2007, toen hij zijn
huidige
echtgenote leerde kennen, gestopt met het gebruik van cocaïne.
Klager heeft op 29 maart 2009 een beklagformulier ingediend en dit aan een p.i.w.-er gegeven. Hij heeft de p.i.w.-er gevraagd om hem een kopie te geven, maar heeft die niet gekregen. Sindsdien heeft hij de betreffende p.i.w.-er ook niet meer gezien.
Omdat klager geen ontvangstbevestiging ontving, heeft hij op 10 april 2009 wederom een klacht ingediend.
De urinecontrole is niet volgens de Regeling verricht. In de locatie PI Maashegge wordt een nieuw systeem gebruikt. Klager heeft niet zelf de urine in de buisjes mogen doen. Er werd hem getoond dat hij het buisje op de beker kon zetten en dat het
buisje
zich dan zelf volzoog. Hij heeft geen naam of barcode gezien op de buisjes en die dus ook niet kunnen controleren. Klager is gevraagd om even te tekenen en dat heeft hij gedaan. De twee buisjes zijn in een kist gelegd. Klager vraagt zich af of er
sprake
is van verwisseling.
Hij gebruikt flunitrazepam. Deze medicatie is hem voorgeschreven in de inrichting nadat de inrichting met zijn vorige huisarts had gebeld.
In verband met zijn bedrijf had klager er groot belang bij om in de locatie PI Maashegge te blijven.
Toen duidelijk werd dat hij zou worden teruggeplaatst naar een gesloten inrichting heeft hij verzocht om hem in de gevangenis-unit van de locatie Dordtse Poorten te plaatsen in verband met zijn bezoek.

De unit-directeur heeft in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt bij brief van 2 juli 2009 als volgt toegelicht.
Door klagers raadsman is gesteld dat het voor klager moeilijk was om tijdig een klaagschrift in te dienen, omdat hij in afzondering verbleef en dat klager al tijdens zijn afzondering een klacht heeft afgegeven aan een personeelslid.
Wanneer een gedetineerde in afzondering verblijft en in beklag wil gaan, krijgt hij direct een daarvoor bestemd formulier en schrijfgerei. Ook worden klaagschriften direct doorgestuurd naar de commissie van toezicht. Het feit dat klager in afzondering
verbleef, kan niet de reden zijn voor het te laat indienen van het beklag.
Sedert enige tijd werkt de locatie PI Maashegge samen met een ander laboratorium en wordt er gebruik gemaakt van vacuüm buisjes die al van zichzelf verzegeld zijn. De buisjes worden gevuld door ze over de naald van de UC-beker te drukken. Op de buisjes
wordt niet de naam van de gedetineerde gezet, maar een barcode. Dezelfde barcode wordt ook op het aanvraagformulier geplakt, dat door de gedetineerde wordt getekend. Hierbij kan hij dan zelf controleren dat dezelfde barcode op de buisjes en het
formulier staat. Hier tekent hij ook voor. De gedetineerde wordt vooraf gewezen op deze procedure. De beschrijving van de procedure is op de afdeling beschikbaar en hangt ook in de afnameruimte.

Op verzoek van de beroepscommissie heeft de unit-directeur ervoor gezorgd dat een urinebeker en een urinebuisje, zoals die bij de betreffende urinecontrole zijn gebruikt, ter beschikking zijn gesteld van de beroepscommissie.

Ter zitting heeft de beroepscommissie waargenomen dat de urinebeker, een zogenaamde vacutainer, een blauw schroefdeksel/opzetstuk heeft met een opening, met zegel afgesloten, waarin zich een met kunststof beklede naald bevindt. Het urinebuisje heeft
een
beige schroefdop met daarin een oranje membraam. Na wegname van het zegel op de urinebeker en door het urinebuisje met de schroefdop naar beneden in de opening van de urinebeker naar beneden te drukken, gaat de naald van de urinebeker door het membraam
van het urinebuisje heen en wordt urine uit de urinebeker vacuum opgezogen in het urinebuisje. Op het urinebuisje is een blanco etiket bevestigd van circa vijf centimeter bij anderhalve centimeter. Op de urinebeker is geen etiket aangebracht.

3. De beoordeling
Door klager is vanaf het begin af aan gesteld dat hij direct na oplegging van de betreffende ordemaatregel een klacht heeft ingediend en die klacht heeft afgegeven aan een p.i.w.-er.
Klager heeft verklaard dat, toen hij niets op dit beklag vernam, wederom een klacht gedateerd 10 april 2009 aan de beklagcommissie heeft gestuurd.
De beroepscommissie acht aannemelijk geworden dat klager het beklag zo spoedig mogelijk heeft ingediend als redelijkerwijs van hem kon worden verlangd. De beroepscommissie zal de uitspraak van de beklagrechter vernietigen en klager alsnog ontvangen in
het beklag.

Inhoudelijk overweegt de beroepscommissie het volgende.
In artikel 3, vijfde lid, van de Regeling urinecontrole penitentiaire inrichtingen is onder meer bepaald dat de gedetineerde onder toezicht van een ambtenaar of medewerker de urine verdeelt over twee aan hem verstrekte buizen. De gedetineerde sluit de
buizen af en de gedetineerde plakt vervolgens stickers met een uniek registratienummer of unieke code op de twee buizen.
Uit het door klager verklaarde, de reactie van de directeur en de waarneming door de beroepscommissie van de urinebeker en het urinebuisje is gebleken dat bij de betreffende urinecontrole op meerdere punten niet is voldaan aan artikel 3, vijfde lid,
van
de Regeling. Met name de voorschriften omtrent de verzegeling en het van identificerende gegevens voorzien van de buisjes zijn niet nageleefd.
Derhalve is geen sprake van een onderzoek als bedoeld in artikel 30, eerste lid, Pbw. De uitslag van de urinecontrole kan derhalve geen grond vormen voor de bestreden ordemaatregel. Hieruit volgt dat de beroepscommissie klagers beroep gegrond zal
verklaren en het beklag alsnog gegrond zal verklaren. Zij zal aan klager een tegemoetkoming van € 140,= toekennen.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagrechter, ontvangt klager alsnog in het beklag en verklaart het beklag gegrond.
Zij bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 140,=.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. dr. U. van de Pol, voorzitter, prof. dr. J.P.S. Fiselier en mr. A. van Waarden, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 31 juli 2009.

secretaris voorzitter

Bijlage

Naar boven