Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 09/1378/GB, 27 juli 2009, beroep
Uitspraakdatum:27-07-2009

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 09/1378/GB

Betreft: [klager] datum: 27 juli 2009

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 20 mei 2009 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de afwijzing op zijn verzoek tot overplaatsing naar het Huis van Bewaring/ISD Haaglanden te Zoetermeer ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 9 februari 2009 gedetineerd. Hij is op 13 februari 2009 als preventief gehechte in het HvB Hoogvliet geplaatst.

3. De standpunten
3.1. Klager heeft het beroep als volgt toegelicht.
Klagers partner is hoogzwanger. Zij is uitgerekend op 28 augustus 2009. Het wordt moelijker voor haar om klager te bezoeken. Klagers partner moet meerdere keren overstappen en heeft daarbij twee kinderen bij zich. De kans is groot dat klager in de
periode vanaf nu en na 28 augustus verstoken zal zijn van bezoek van zijn partner en kinderen, omdat het niet meer op te brengen is voor haar.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager is preventief ingesloten voor het arrondissementsparket Rotterdam en ondergebracht in de het HvB Hoogvliet. Een preventief gehechte dient zo dicht mogelijk bij het parket van insluiting te worden ondergebracht. De celcapaciteit van het Huis van
Bewaring/ISD Haaglanden is in principe bestemd voor gedetineerden die preventief worden ingesloten voor het parket Den Haag. De reisafstand tussen Wateringen, de woonplaats van klagers partner en de inrichting in Hoogvliet kan als acceptabel worden
beschouwd. Tot op heden krijgt klager wekelijks bezoek van zijn vriendin. Mocht klager veroordeeld worden dan kan hij in het kader van zijn selectie naar een inrichting voor afgestraften zijn voorkeur kenbaar maken voor een locatie die zo dicht
mogelijk
bij de woonplaats van zijn partner is gelegen.

4. De beoordeling
4.1. Klager behoort, gelet op zijn status als preventief gehechte tot de categorie gedetineerden voor opneming van wie de huizen van bewaring zijn bestemd.

4.2. Het beroep richt zich tegen klagers verzoek tot overplaatsing naar het Huis van bewaring/ISD Haaglanden. Klager heeft hierom verzocht omdat zijn partner hoogzwanger is en de reis voor haar naar Hoogvliet niet meer op te brengen is. De
selectiefunctionaris heeft het verzoek afgewezen omdat het Huis van Bewaring/ISD Haaglanden in principe bestemd is voor gedetineerden die preventief worden ingesloten voor het parket Den Haag en de reisafstand tussen Wateringen en de inrichting in
Hoogvliet als acceptabel mag worden beschouwd. De selectiefunctionaris is niet ingegaan op het door klager aangevoerde, dat zijn partner vanwege haar zwangerschap het niet meer kan opbrengen naar Hoogvliet af te reizen. Klagers partner moet reizen met
twee kinderen bij zich en meerdere malen overstappen. Gelet op het vorenstaande moet de op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing bij afweging van alle in aanmerking komende belangen als onredelijk en onbillijk worden aangemerkt. Derhalve
dient de bestreden beslissing te worden vernietigd. De selectiefunctionaris zal worden opgedragen een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van deze uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan. De beroepscommissie acht geen
termen aanwezig voor het toekennen van een tegemoetkoming.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing. Zij draagt de selectiefunctionaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van haar uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan. Zij
kent klager geen tegemoetkoming toe.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van bc. L. van Alff, secretaris, op 27 juli 2009

secretaris voorzitter

Naar boven