Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 09/0816/GA, 24 juli 2009, beroep
Uitspraakdatum:24-07-2009

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 09/816/GA

betreft: [klager] datum: 24 juli 2009

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

de plaatsvervangende unit-directeur van de Penitentiaire Inrichtingen (p.i.) Noord-Brabant Noord te Grave,

gericht tegen een uitspraak van 19 maart 2009 van de beklagcommissie bij voormelde p.i., gegeven op een klacht van [...], verder te noemen klager,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Het beroep is behandeld ter zitting van de beroepscommissie van 15 juni 2009 in de locatie Ooyerhoek te Zutphen.
Hoewel klager, die zich inmiddels in vrijheid bevindt, op behoorlijke wijze was opgeroepen, is hij niet ter zitting verschenen.
De directeur van de p.i. Noord-Brabant Noord heeft schriftelijk laten weten verhinderd te zijn ter zitting te verschijnen, maar wel telefonisch beschikbaar te zijn.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft het niet verstrekken van groente bij de warme maaltijd op 31 januari 2009.

De beklagcommissie heeft het beklag gegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van de directeur en klager
De waarnemend unit-directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen schriftelijke standpunt als volgt toegelicht.
De directie heeft naar aanleiding van de klacht onderzoek gedaan. Uit dit onderzoek bleek dat op 31 januari 2009 verschillende gedetineerden hebben geklaagd over het eten, met name over de zuurkoolstamppot. Omdat het eten een dagelijks onderdeel van de
bedrijfsvoering vormt, wordt niet per gedetineerde geregistreerd welke onderdelen van de maaltijd zijn uitgegeven. Het systeem is dusdanig ingericht dat de kans op het maken van fouten gering is. De keuken gaat zeer zorgvuldig om met het verspreiden
van
maaltijden en houdt elke dag het eten tot 13.00 uur warm. Mocht er onverhoopt iets ontbreken aan de maaltijd, dan kan een personeelslid dit nog ophalen in de keuken. In de regel wordt dit ook altijd gedaan door het personeel. Over het ontbreken van
groente bij de maaltijd van klager op 31 januari 2009 is geen specifieke informatie terug te vinden. Naar aanleiding van de opmerking van klager ter zitting van de beklagcommissie, dat hij aan het personeel had aangegeven geen groente te hebben
gekregen, heeft de directer de klacht nogmaals onderzocht en nu alle zeven personeelsleden aangesproken die op die dag aanwezig waren. Niemand kan zich herinneren dat klager heeft aangegeven dat hij geen groente heeft gehad. Andere klachten over de
zuurkool konden ze zich wel herinneren. Bovendien is het voor het personeel onvoorstelbaar dat ze door de klager aangegeven reactie zouden hebben gegeven dat ze er niets aan konden doen. Het personeel geeft unaniem aan dat als er duidelijke klachten
over eten zijn, ze altijd naar de keuken gaan om de maaltijd aan te vullen dan wel te vervangen. Ze vinden de maaltijd erg belangrijk voor gedetineerden en willen er dan ook voor zorgen dat iedereen goed te eten heeft. Er zijn niet vaak klachten over
het eten en het personeel is ook in de gelegenheid om naar de keuken te gaan omdat de gedetineerden tijdens de maaltijd op cel zitten. Gelet op het vorenstaande is het voor de directie niet aannemelijk dat klager aan het personeel zou hebben aangegeven
dat hij geen groeten bij zijn maaltijd heeft gehad dan wel dat er geen groeten voor hem zouden zijn gehaald. Het is voor de directie tevens niet zeker dat klager geen groeten bij de maaltijd heeft gehad. Indien dat toch het geval zou zijn geweest,
heeft
de directie niet de kans gehad om deze fout te herstellen. De directie vindt de maaltijd een essentieel onderdeel van de zorg voor gedetineerden en spant zich dan ook tot het uiterste in om deze zorg zo goed en zorgvuldig mogelijk uit te voeren en
biedt
hiertoe ook de faciliteiten. Hierbij is elke dag groenten een vanzelfsprekendheid.

Klager heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep niet toegelicht.

3. De beoordeling
Op grond van artikel 60, eerste lid, van de Pbw kan een gedetineerde bij de beklagcommissie beklag doen over een hem betreffende door of namens de directeur genomen beslissing.

De klacht betreft het eenmalig niet verstrekken van groenten bij de warme maaltijd. Daargelaten of hier sprake van is geweest betreft het hier een gedraging van zodanig feitelijk aard dat dit niet aangemerkt kan worden als een door of namens de
directeur genomen beslissing en mitsdien staat hier geen beklag tegen open. De beroepscommissie merkt in dit verband nog op dat niet is gebleken dat het personeel onwillig is om in een dergelijk geval alsnog voor groente zorg te dragen. De uitspraak
van
de beklagcommissie zal worden vernietigd en klager zal alsnog niet-ontvankelijk worden verklaard in zijn beklag.

4. De uitspraak
De beroepscommissie vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart klager alsnog niet-ontvankelijk in zijn beklag.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, mr. J. Lamens en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van mr. S. Jousma, secretaris, op 24 juli 2009

secretaris voorzitter

Naar boven