Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 09/0808/GA, 24 juli 2009, beroep
Uitspraakdatum:24-07-2009

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 09/808/GA

betreft: [klager] datum: 24 juli 2009

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

de directeur van het Huis van Bewaring (h.v.b.) Zwaag te Hoorn,

gericht tegen een uitspraak van 18 maart 2009 van de beklagcommissie bij voormeld h.v.b., gegeven op een klacht van [...], verder te noemen klager,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 19 juni 2009, gehouden in de locatie Alphen aan den Rijn, is [...], unit-directeur van het h.v.b. Zwaag, gehoord. [...] heeft een toelichting gegeven.
Hoewel klager, die zich inmiddels in vrijheid bevindt, op behoorlijke wijze was opgeroepen, is hij niet ter zitting verschenen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft het feit dat een verzoek om algemeen verlof is afgewezen.

De beklagcommissie heeft het beklag gegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van de directeur en klager
De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klager is een veelpleger en vertoonde crimineel gedrag. Dit heeft te maken met zijn heroïneverslaving. Hij krijgt methadon verstrekt. Klager is verslaafd sinds zijn jeugd. Vlakbij het opgegeven verlofadres ligt het Oosterpark, dat een
verslavingsgedooggebied is. Aan klager is aangeboden een ander verlofadres op te geven.

Klager heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep niet toegelicht.

3. De beoordeling
Aan de orde is of de kwalificatie van het Oosterpark te Amsterdam als een verslavingsgedooggebied voldoende grond vormt om het verlof vanwege het nabij gelegen verlofadres af te wijzen. De beroepscommissie is van oordeel dat – daargelaten de juistheid
van de kwalificatie van het park – deze beslissing niet toereikend is gemotiveerd. De relatie tussen het opgegeven adres, het park en het gebruik van alcohol en drugs dat zich daar zou voordoen, is daartoe onvoldoende direct van belang. Dat een verzoek
om verlof bij voorbaat al wordt afgewezen dient overigens ook als onredelijk c.q. onbillijk te worden aangemerkt. De beroepscommissie zal het beroep dan ook ongegrond verklaren.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit dr. U. van de Pol, voorzitter, dr. G.J. Fleers en mr. Th.E.M. Wijte, leden, in tegenwoordigheid van
mr. S.S. Dwarka, secretaris, op 24 juli 2009.

secretaris voorzitter

Naar boven