nummer: 09/1521/GA
betreft: [klager] datum: 22 juli 2009
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. B.J. Tieman, namens
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een uitspraak van 27 april 2009 van de beklagcommissie bij de locatie Alphen aan den Rijn,
alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.
Ter zitting van de beroepscommissie van 10 juli 2009 gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam, is gehoord klager.
De directeur van de locatie Alphen aan den Rijn heeft telefonisch laten weten niet ter zitting te zullen verschijnen.
Klager heeft ter zitting meegedeeld dat zijn raadsman mr. B.J. Tieman niet ter zitting zal verschijnen.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft een ordemaatregel van plaatsing in afzondering in een afzonderingscel voor de duur van veertien dagen in afwachting van overplaatsing.
De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.
2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klager heeft de uitlatingen die hem verweten worden niet gedaan. Hij wil de onderste steen boven hebben. Hij ondervindt een hoop ellende door de onterechte beschuldiging. Hij heeft aan de directeur gevraagd wie gezegd heeft dat klager dit soort
uitlatingen heeft gedaan. Later heeft hij in een brief gelezen dat dit medegedetineerde [A] is geweest. [A] heeft al vaker mensen geterroriseerd en ervoor gezorgd dat andere gedetineerden werden overgeplaatst. Hij kon op klager geen vat krijgen. Klager
werkte goed en hij mocht overwerken.
De directeur wilde klager niet geloven. Hij ligt niet goed bij deze directeur. Klager heeft beklagzaken gewonnen en dat zit de directeur dwars. Hij heeft tegen klagers advocaat gezegd dat hij klager zat was.
Klager zit ten onrechte vast. Hij heeft een pedofiel die zijn kinderen heeft misbruikt een pak slaag gegeven. Twee jaar later is deze man dood aangetroffen.
De directeur heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep niet toegelicht.
3. De beoordeling
Op grond van artikel 24, eerste lid, juncto artikel 23, eerste lid, van de Pbw kan de directeur een gedetineerde in afzondering plaatsen, indien dat in het belang van de handhaving van de orde of de veiligheid in de inrichting dan wel van een
ongestoorde tenuitvoerlegging van de vrijheidsbeneming noodzakelijk is.
Uit de stukken volgt dat de afzonderingsmaatregel aan klager is opgelegd in verband met een melding van een medegedetineerde bij de arbeidsmedewerker dat klager gedreigd zou hebben om een arbeidsmedewerker te gijzelen, indien de uitspraak op zijn
beroep
in cassatie voor hem nadelig zou uitvallen. De directeur heeft vervolgens telefonisch contact gezocht met het Gedetineerden Recherche Informatie Punt (GRIP) en volgens het GRIP was de dreiging reëel.
De beroepscommissie is van oordeel dat uitlatingen als hiervoor genoemd op zich genomen voldoende grond kunnen vormen voor het opleggen van een afzonderingsmaatregel, mits aan aanvullende waarborgen is voldaan. In dit geval is het telefoongesprek van
de
directeur met het GRIP niet schriftelijk vastgelegd en ontbreekt een rapportage van het GRIP. Voorts is niet gebleken dat de informatie is geverifieerd op betrouwbaarheid en actualiteit. Een deugdelijke verslaglegging is in een geval als het
onderhavige
met het oog op een zorgvuldige beslissing geboden, gelet op het grote belang en de gevolgen voor klager.
Gezien het vorenstaande oordeelt de beroepscommissie dat het beklag tegen de beslissing van de directeur om klager de betreffende ordemaatregel op te leggen, gegrond verklaard dient te worden. Zij zal aan klager een tegemoetkoming toekennen van €
140,=.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog gegrond.
Zij bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 140,=.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. dr. U. van de Pol, voorzitter, prof. dr. J.P.S. Fiselier en mr. A. van Waarden, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 22 juli 2009.
secretaris voorzitter