Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 09/1458/GA, 22 juli 2009, beroep
Uitspraakdatum:22-07-2009

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 09/1458/GA

betreft: [klager] datum: 22 juli 2009

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

de directeur van het huis van bewaring (h.v.b.) Rotterdam,

gericht tegen een uitspraak van 27 mei 2009 van de beklagcommissie bij het h.v.b. Rotterdam, gegeven op een klacht van [...], verder te noemen klager,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 10 juli 2009, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam, is namens de directeur van het h.v.b. Rotterdam het afdelingshoofd [...] gehoord.

Klager heeft afstand gedaan van het recht om ter zitting te verschijnen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag houdt in dat klager door wijziging van het dagprogramma niet voldoende onderwijs kan volgen, omdat hij een keuze moet maken tussen onderwijs en persoonlijke verzorging (pv).

De beklagcommissie heeft het beklag gegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van de directeur en klager
Namens de directeur is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Aan klager worden voldoende momenten voor persoonlijke verzorging geboden en hij kan gewoon onderwijs volgen, ook al vallen onderwijs en één pv-moment samen. Dit komt doordat klager in bloktijden in de keuken werkt. Er blijven in het volle
dagprogramma,
dat klager wordt geboden, drie andere pv-momenten per week over. Dat is voldoende om in zijn persoonlijke verzorging te voorzien. Daarbij komt dat klager, omdat hij in de keuken werkt, iedere dag verplicht doucht. Als een gedetineerde bij het personeel
aangeeft dat hij een pv-moment heeft gemist, kan er alsnog iets geregeld worden. Klagers cel heeft een natte hoek met een wastafel en een toilet.

Klager heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep niet toegelicht.

3. De beoordeling
Artikel 44, vierde lid, Pbw bepaalt dat de directeur zorg draagt dat de gedetineerde in staat wordt gesteld zijn uiterlijk en lichamelijke hygiëne naar behoren te verzorgen.

Uit artikel 48, eerste lid, Pbw volgt onder meer dat de gedetineerde recht heeft op het volgen van onderwijs.

Door de wetgever is geen minimum aantal uren verbonden aan bovenstaande rechten. Uit de Memorie van toelichting op artikel 44, vierde lid, Pbw volgt dat ‘naar behoren’ erop duidt dat dit binnen redelijke grenzen dient te geschieden.

Met welke frequentie een aanbod van onderwijs moet worden gedaan, wordt volgens de Memorie van toelichting op artikel 48, eerste lid, Pbw sterk bepaald door de aard van de inrichting of afdeling en hun populatie.

Uit de stukken en de hierop door de directeur gegeven toelichting ter zitting is naar het oordeel van de beroepscommissie niet gebleken dat klagers recht op onderwijs is beperkt, ook al dient klager na invoering van het nieuwe dagprogramma eenmaal per
week een keuze te maken tussen onderwijs en één pv-moment. Als klager verkiest om onderwijs te volgen dan resteren er drie pv-momenten per week. Voorts doucht klager, in verband met zijn werk in de keuken, dagelijks.
Daarbij is namens de directeur aangegeven dat, indien een gedetineerde een pv-moment heeft gemist, hij zich tot het personeel kan wenden en dat klager een wastafel op cel heeft.

Gelet op het bovenstaande, is de beroepscommissie van oordeel dat, indien klager verkiest om onderwijs te volgen, er in zijn concrete situatie voldoende momenten overblijven voor persoonlijke verzorging. Zij zal derhalve het beroep van de directeur
gegrond verklaren, de uitspraak van de beklagcommissie vernietigen en het beklag alsnog ongegrond verklaren.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep van de directeur gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. dr. U. van de Pol, voorzitter, prof. dr. J.P.S. Fiselier en mr. A. van Waarden, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 22 juli 2009.

secretaris voorzitter

Naar boven