Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 09/1185/GB, 16 juli 2009, beroep
Uitspraakdatum:16-07-2009

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 09/1185/GB

Betreft: [klager] datum: 16 juli 2009

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. A. Çinar, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 24 april 2009 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar de beperkt beveiligde inrichting (b.b.i.) Maashegge afgewezen.

2. De feiten
Klager is sedert 21 juli 2005 gedetineerd. Hij verblijft op paviljoen C van de locatie Westlinge te Heerhugowaard, een gevangenis met een regime van algehele gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau als bedoeld in artikel 20, tweede lid, van de
Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht. De bestreden beslissing is ondeugdelijk gemotiveerd omdat de selectiefunctionaris zijn stellingen niet nader heeft onderbouwd. De selectiefunctionaris meent dat de deelname van klager aan het
programma Terugdringen Recidive (hierna: TR) slechts is ingegeven door de kans op doorfasering. Klager zou diverse malen de kans gehad hebben een behandelplan op te stellen, hetgeen door de vermeende niet coöperatieve houding van klager niet is gelukt.
Klager betwist deze stellingen van de selectiefunctionaris. Klager betwist tevens dat hij zich zou willen onttrekken aan een geïndiceerde interventie zorg bij de FPA Heiloo en De Waag. Klager is buiten zijn schuld om niet behandeld, omdat de
reclasseringsambtenaar de rapportage over klager niet heeft doorgestuurd aan FPA Heiloo en De Waag. De door klagers raadsman opgestelde motivatiebrief voor deelname aan het TR-programma van klager, is niet geaccepteerd. Klager diende zelf een
motivatiebrief te schrijven. De selectiefunctionaris heeft overigens pas op 24 april 2009 een beslissing genomen op het op 12 januari 2009 gedateerde verzoek. Door het stilzitten van de selectiefunctionaris zijn klagers belangen geschonden. Klager wil
voorkomen dat hij recidiveert. Klager heeft in het verleden op vrijwillige basis geparticipeerd in ‘heropvoedkundige’ programma’s. Ook gelet op klagers medische situatie wil hij geplaatst worden in de b.b.i. Maashegge. Vanwege zijn claustrofobie is een
lange reis naar een ziekenhuis ondoenlijk. Vanuit de b.b.i. Maashegge bedraagt de reistijd naar het Rijnstate-ziekenhuis 20 minuten. Verder heeft klager vanwege de reistijd naar Heerhugowaard meer dan één jaar geen bezoek ontvangen van zijn
familieleden
die in de omgeving van Arnhem en in Limburg wonen. Na een overplaatsing naar de b.b.i. Maashegge wordt de reistijd aanzienlijk verkort. Inmiddels heeft de inrichting positief geadviseerd omtrent de overplaatsing en is een gedegen behandelplan
opgesteld.
Klager heeft inmiddels zijn vrijheidsstraf uitgezeten en is thans gedetineerd op grond van vervangende hechtenis in het kader van de wet Terwee. De inrichting heeft positief geadviseerd ten aanzien van een aanvraag voor algemeen verlof. Klager wil
worden gehoord.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht. Op 25 maart 2009 ontvangt de selectiefunctionaris een verzoek om overplaatsing. De selectiefunctionaris kan niet aangegeven waarom dit verzoek zo lang in de
inrichting is blijven liggen. Uit de informatie van de inrichting komt naar voren dat klager niet serieus deel wenst te nemen aan TR. Zijn motivatie is slechts ingegeven door de mogelijkheid verder te faseren. Met een overplaatsing naar de b.b.i.
Maashegge lijkt klager zich ook te willen onttrekken aan een geïndiceerde interventie zorg bij FPA Heiloo en De Waag.

4. De beoordeling
4.1. De beroepscommissie acht zich voldoende voorgelicht om op het beroep te beslissen en wijst het verzoek van klager om te worden gehoord af.

4.2. Op grond van artikel 3 van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden komen naast zelfmelders voor plaatsing in een beperkt beveiligde inrichting in aanmerking gedetineerden die een beperkt vlucht- en maatschappelijk
risico vormen, een strafrestant hebben van maximaal achttien maanden en beschikken over een aanvaardbaar verlofadres.
In de toelichting op dit artikel (Staatscourant 12 september 2000, nr. 176, pagina 9) staat dat bij de plaatsing in zeer beperkt en beperkt beveiligde inrichtingen de beoordeling of de gedetineerde geschikt is tot terugkeer in de samenleving een
belangrijke rol speelt. Indicator bij de beoordeling daarvan is of de gedetineerde reeds eerder tijdens de huidige detentie met goed resultaat bewegingsvrijheid (onbegeleid) buiten de inrichting heeft genoten (algemeen verlof, schorsing van de
preventieve hechtenis, incidenteel verlof, strafonderbreking), alsmede of zich daarna omstandigheden hebben voorgedaan die aan deze indicator ernstig afbreuk doen. Gelet op het open karakter van de inrichting of afdeling spelen de aard, zwaarte en
achtergrond van het gepleegde delict en de persoonlijkheid van de gedetineerde een rol bij de beoordeling of betrokkene geschikt is voor plaatsing in een zeer beperkt of beperkt beveiligde inrichting of afdeling.

4.3. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. De beroepscommissie neemt hierbij in aanmerking
het negatieve advies van de directeur van de locatie Westlinge van 24 maart 2009.
Klager stelt dat de inrichting inmiddels positief heeft geadviseerd omtrent een overplaatsing van klager en dat inmiddels een behandelplan is opgesteld. Voor zover dit tot een nieuw verzoek om overplaatsing leidt, gaat de beroepscommissie er vanuit dat
de selectiefunctionaris op korte termijn hierop zal beslissen.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van
R. Kokee, secretaris, op 16 juli 2009

secretaris voorzitter

Naar boven