Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 09/1228/GB, 14 juli 2009, beroep
Uitspraakdatum:14-07-2009

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 09/1228/GB

Betreft: [klager] datum: 14 juli 2009

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. J. Knap, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 27 april 2009 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot plaatsing in een beperkt beveiligde inrichting (b.b.i.) met regimaire verlofmogelijkheden afgewezen.

2. De feiten
Klager is sedert 3 maart 2008 gedetineerd. Hij verbleef in het huis van bewaring Zuyderbos te Heerhugowaard en is 16 oktober 2008 overgeplaatst naar de p.i. Veenhuizen, locatie Esserheem. Op 6 februari 2009 is hij geplaatst in de gevangenis van de
locatie Bankenbosch te Veenhuizen, waar een regime van algehele gemeenschap geldt en een normaal beveiligingsniveau als bedoeld in artikel 20, tweede lid, van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Klager is nog niet onherroepelijk veroordeeld. Dit behoeft niet in de weg te staan aan verdere selectie, nu een voorlopige einddatum kan worden berekend. Klager kan op een adres in Nederland verblijven dat positief is beoordeeld. Hij is in het bezit
van
een geldig Roemeens paspoort. Klager beroept zich op gelijke behandeling van EU-onderdanen.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Klager is nog niet afgestraft en de zaak moet nog in hoger beroep worden behandeld. Het Openbaar Ministerie heeft bezwaar tegen het verlenen van vrijheden, aangezien klager wordt verdacht van deelname aan een criminele organisatie die in meerdere
landen
actief is. Het maatschappelijk risico wordt te groot geacht. Het advies van het Openbaar Ministerie is zwaarwegend omdat de zaak nog niet definitief is afgedaan. Klager is de Nederlandse taal niet machtig. Hij heeft geen bezoek uit Nederland ontvangen
en had voor zijn detentie geen sociaal leven in Nederland, waardoor de reden voor regimair verlof in Nederland niet duidelijk is.

4. De beoordeling
4.1. Klagers verzoek tot overplaatsing naar een b.b.i. met regimaire verlofmogelijkheden is afgewezen. De fictieve einddatum van klagers detentie is 21 juni 2010. Klager is in eerste aanleg veroordeeld. De behandeling van zijn zaak in hoger beroep
zal op 12 augustus 2009 plaatsvinden.

4.2. Op grond van artikel 3 van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden komen naast zelfmelders voor plaatsing in een beperkt beveiligde inrichting in aanmerking gedetineerden die een beperkt vlucht- en maatschappelijk
risico vormen, een strafrestant hebben van maximaal achttien maanden en beschikken over een aanvaardbaar verlofadres.

4.3. In de toelichting op dit artikel (Staatscourant 12 september 2000, nr. 176, pagina 9) staat dat bij de plaatsing in zeer beperkt en beperkt beveiligde inrichtingen de beoordeling of de gedetineerde geschikt is tot terugkeer in de samenleving
een
belangrijke rol speelt. Indicator bij de beoordeling daarvan is of de gedetineerde reeds eerder tijdens de huidige detentie met goed resultaat bewegingsvrijheid (onbegeleid) buiten de inrichting heeft genoten (algemeen verlof, schorsing van de
preventieve hechtenis, incidenteel verlof, strafonderbreking), alsmede of zich daarna omstandigheden hebben voorgedaan die aan deze indicator ernstig afbreuk doen. Gelet op het open karakter van de inrichting of afdeling spelen de aard, zwaarte en
achtergrond van het gepleegde delict en de persoonlijkheid van de gedetineerde een rol bij de beoordeling of betrokkene geschikt is voor plaatsing in een zeer beperkt of beperkt beveiligde inrichting of afdeling.

4.4. Klager wordt verdacht van deelname aan een criminele organisatie die in verschillende landen opereert en heeft geen sociaal netwerk in Nederland. Voorts heeft het Openbaar Ministerie een negatief advies gegeven ten aanzien van verlofverlening,
omdat het maatschappelijk risico te groot wordt geacht.
Gelet op het bovenstaande is de beroepscommissie van oordeel dat de op de onder
3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk kan worden aangemerkt.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema,
voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 14 juli 2009.

secretaris voorzitter

Naar boven