Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 09/0481/GB, 2 juli 2009, beroep
Uitspraakdatum:02-07-2009

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 09/481/GB

Betreft: [klager] datum: 2 juli 2009

De beroepscommissie als bedoeld in art. 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. W. Römelingh, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 13 februari 2009 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Klager is, bijgestaan door zijn raadsman mr. W. Römelingh, op 29 mei 2009 door een lid van de Raad gehoord.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem over te plaatsen naar de gevangenis Zuyderbos te Heerhugowaard ongegrond verklaard.

2. De feiten
2.1. Klager is sedert 19 juni 2006 gedetineerd. Hij verbleef in de locatie Westlinge te Heerhugowaard, een inrichting met een beperkt beveiligingsniveau. Op 7 mei 2009 is hij overgeplaatst naar de gevangenis Zuyderbos, een inrichting met een normaal
beveiligingsniveau en een regime van algehele gemeenschap.

2.2. Bij uitspraak van 2 juni 2009, met nummer 09/1140/GA, van de beroepscommissie als bedoeld in art. 69, tweede lid, van de Pbw, is het beroep van klager, gericht tegen de uitspraak van 21 april 2009 van de beklagcommissie bij de locatie Westlinge
betreffende het feit dat klagers deelname aan Terugdringen Recidive (TR) is beëindigd, ongegrond verklaard.

3. De standpunten
3.1. Door en namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Klager werd in september 2008 opgeroepen voor TR. Hij moest in november 2008 naar de psycholoog van De Waag. De psycholoog zei dat klager niet behandeld kan worden omdat hij psychisch ziek is. Klager is niet ziek. Klager is onschuldig. De reclassering
dwingt hem te zeggen dat hij wel schuldig is. Zijn motivatie voor TR is dat hij met een enkelband naar een open kamp kan gaan. Dan kan hij zijn gezin weer bezoeken. Hij wil zich voorbereiden op zijn terugkeer in de maatschappij.

De bestreden beslissing is juridisch en moreel niet zuiver. Er is geen vertrouwensband met de psycholoog. Klagers reactie bij het eerste gesprek is dan ook niet verassend. Het doel van TR is dat een gedetineerde wordt voorbereid op zijn terugkeer in de
maatschappij. Dat wordt nu niet bereikt. Bovendien is klager, op deze veroordeling na, niet eerder veroordeeld. In zijn zaak was het bewijs voor een veroordeling erg dun. De schuldvraag van klager staat niet 100% vast. Het is niet de bedoeling dat hij
zonder enige voorbereiding weer op straat staat. Hij moet zich richten op huisvesting en werk. De banden met zijn gezin en de Turkse gemeenschap moeten weer aangehaald worden. Zijn ontkenning van het delict is geen reden om niet aan TR te kunnen
deelnemen.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
In het kader van TR zijn er diverse begeleidende gesprekken gevoerd tussen klager en de reclassering, piw-ers, zijn mentor en de trajectbegeleider. Klager bleef zich onbegeleidbaar opstellen. Daarom wordt klager aangemerkt als TR-weigeraar en kan hij
niet verder faseren, zo adviseerde de inrichting. Klager is het niet eens met het inrichtingsadvies. Klager geeft aan dat sprake is van miscommunicatie. Echter, de selectiefunctionaris concludeert dat het één en ander voldoende duidelijk is gemaakt aan
klager en dat sprake is van een niet-welwillende houding van hem ten aanzien van begeleiding en de te ondernemen inspanningen van klager.

4. De beoordeling
4.1. De gevangenis Zuyderbos is een gevangenis voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau. Klager, die in hoger beroep is veroordeeld, kan in een gevangenis met een regime van algehele gemeenschap worden
geplaatst.

4.2. Op grond van art. 3 van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden komen naast zelfmelders voor plaatsing in een beperkt beveiligde inrichting in aanmerking gedetineerden die een beperkt vlucht- en maatschappelijk risico
vormen, een strafrestant hebben van maximaal achttien maanden en beschikken over een aanvaardbaar verlofadres.

4.3. In de toelichting op dit art. (Staatscourant 12 september 2000, nr. 176, pagina 9) staat dat bij de plaatsing in zeer beperkt en beperkt beveiligde inrichtingen de beoordeling of de gedetineerde geschikt is tot terugkeer in de samenleving een
belangrijke rol speelt. Indicator bij de beoordeling daarvan is of de gedetineerde reeds eerder tijdens de huidige detentie met goed resultaat bewegingsvrijheid (onbegeleid) buiten de inrichting heeft genoten (algemeen verlof, schorsing van de
preventieve hechtenis, incidenteel verlof, strafonderbreking), alsmede of zich daarna omstandigheden hebben voorgedaan die aan deze indicator ernstig afbreuk doen. Gelet op het open karakter van de inrichting of afdeling spelen de aard, zwaarte en
achtergrond van het gepleegde delict en de persoonlijkheid van de gedetineerde een rol bij de beoordeling of betrokkene geschikt is voor plaatsing in een zeer beperkt of beperkt beveiligde inrichting of afdeling.

De op de onder 3.2. genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Hierbij is in aanmerking genomen dat de
selectiefunctionaris in redelijkheid heeft kunnen oordelen dat klager, gelet op de over zijn gedrag in combinatie met de over het delict verstrekte gegevens, vooralsnog niet in aanmerking komt voor plaatsing in een inrichting met een beperkt
beveiligingsniveau. Uit de dossierstukken is voldoende kunnen blijken dat klager onvoldoende heeft meegewerkt om aan TR deel te nemen. De beroepscommissie zal het beroep dan ook ongegrond verklaren.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit
mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.S. Dwarka, secretaris, op 2 juli 2009.

secretaris voorzitter

Naar boven