Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 09/1134/GA, 2 juli 2009, beroep
Uitspraakdatum:02-07-2009

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 09/1134/GA

betreft: [klager] datum: 2 juli 2009

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

de directeur van het Huis van bewaring (h.v.b) Rotterdam,

gericht tegen een uitspraak van 22 april 2009 van de alleensprekende beklagrechter bij voormeld h.v.b., gegeven op een klacht van [...], verder te noemen klager,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft klager in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en de directeur om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft het niet mogen uitvoeren van zijn autosleutels.

De beklagrechter heeft het beklag gegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van de directeur en klager
De directeur heeft het beroep als volgt toegelicht. De beklagrechter heeft overwogen dat de directie kennelijk geen aanleiding heeft gezien zich te verweren tegen de ingediende klacht. De directeur heeft echter tijdig – op 11 februari 2009 – een
verweerschrift verzonden aan de commissie van toezicht. Op 3 maart 2009 is het verweerschrift andermaal toegezonden. Blijkbaar is het verweerschrift op de administratie van de beklagrechter zoekgeraakt.

Klager heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagrechter, in beroep niet toegelicht.

3. De beoordeling
De beroepscommissie vernietigt de uitspraak van de beklagrechter en zal de klacht opnieuw ten gronde beoordelen.

Klager klaagt over het feit dat hij niet in de gelegenheid wordt gesteld zijn autosleutels uit te voeren. Bij het beroepschrift van de directeur is gevoegd het verweerschrift van 11 februari 2009 aan de commissie van toezicht. In dit verweerschrift
stelt de directeur dat klager is opgeroepen voor een gesprek met een medewerker met de afdeling bevolking, die heeft getracht klager uit te leggen hoe het uitvoeren van goederen in zijn werk gaat. Klager werd daarop verbaal agressief en liep weg. Daags
na dit incident is klager met ontslag gegaan. Aan klager is verder schriftelijk medegedeeld dat hij geen bezoek meer zou ontvangen aan wie hij de preciosa kon meegeven.

Onvoldoende aannemelijk is geworden, dat is geweigerd klager de autosleutels te laten uitvoeren. Het beklag zal derhalve alsnog ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie vernietigt de uitspraak van de beklagrechter en verklaart het beklag alsnog ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.J. van Oostveen, voorzitter, mr. J.P. Balkema en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van R. Kokee, secretaris, op 2 juli 2009

secretaris voorzitter

Naar boven