Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 09/0835/TA, 1 juli 2009, beroep
Uitspraakdatum:01-07-2009

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 09/835/TA

betreft: [klager] datum: 1 juli 2009

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen de uitspraak van 20 maart 2009 van de beklagcommissie bij de Pompestichting te Nijmegen, verder te noemen de inrichting,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraaken waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 5 juni 2009, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam, zijn gehoord klager en namens het hoofd van voormelde tbs-inrichting [...], juridisch medewerker.
Als toehoorder was daarbij aanwezig[...], stagiaire.
Klagers raadsman, mr. E.J.W.F. Deen, is zonder bericht van verhindering niet ter zitting verschenen.

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft:
a) afzondering op 24 september 2008 [...]
b) afdelingsarrest op 25 september 2008[...]
c) frequentie urinecontrole [...]
d) urinecontrole op 28 oktober 2008 [...]
e) urinecontrole op 28 oktober 2008, 1 en 4 november 2008 [...]
f) doen van urinecontroles in weekend [...]
g) separatie op 8 november 2008 [...]
h) verlenging van de separatie op 6 december 2008 [...]

De beklagcommissie heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in onderdeel a) van zijn beklag en heeft het beklag op de overige onderdelen ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten
Klager heeft in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Hij heeft zonder reden vaak en kort achter elkaar urinecontroles gehad, maar is nooit positief getest. Heroïne blijft langer in het bloed dan marihuana. Vele medebewoners scoren wel positief. Er wordt soms drugs via kleding binnen de inrichting
gebracht.
Hij wil geen controles op zaterdagen, omdat hij dan vaak nog in bed ligt. Men zou hem de avond tevoren moeten inlichten over te houden urinecontroles.
Hij heeft op 8 november 2008 niet geweigerd urine te geven, maar kon dat niet direct omdat hij al geplast had. Hij is toen naar de iso gebracht om alsnog te plassen. Dit is gedaan door een sociotherapeutisch medewerker, maar die is daartoe helemaal
niet
bevoegd. Hij heeft op 8 november 2008 wel urine afgegeven, maar dat wordt nergens vermeld. Hij heeft ook op 4 en 6 november 2008 urine gegeven.
Hij heeft op 8 november 2008 geen vervelende opmerkingen richting het personeel gemaakt. Wel heeft hij aangegeven dat het personeel niet bevoegd was hem te horen over en te beslissen tot het opleggen van separatie. De separatie heeft zeer lang
geduurd.

Namens het hoofd van de inrichting is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Naar aanleiding van de vondst van heroïne bij klager is besloten bij hem vaker urinecontroles te verrichten. Gebruik van heroïne kan tot maximaal 36 uur in de urine worden aangetroffen. Daar klager tijdens de urinecontrole op 8 november 2008 niet kon
plassen, is hij door een sociotherapeutisch medewerker overgebracht naar de separeerruimte om hem in de gelegenheid te stellen om zonder fraudemogelijkheid alsnog urine te produceren. Daarna is de situatie geëscaleerd en om die reden is besloten hem te
separeren. Hier ligt de verwarring voor klager. De sociotherapeutisch medewerker heeft hem feitelijk overgebracht naar de separeerruimte, maar heeft niet de beslissing genomen om hem te separeren. De door klager geuite dreigementen hebben een flinke
impact op de afdeling gehad.
Klagers toenmalige zorgmanager zou dit kunnen toelichten, maar is niet meer werkzaam in de inrichting.

3. De beoordeling
Hetgeen in beroep is aangevoerd kan - voor zover dat is komen vast te staan - naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagcommissie. Hierbij is in aanmerking genomen dat in alle redelijkheid kon
worden beslist om bij klager in een hogere frequentie dan normaal gebruikelijk is urinecontroles te verrichten, in het licht van de omstandigheden dat bij hem softdrugs en heroïne zijn aangetroffen en gebruik van heroïne tot maximaal 36 uur in urine
kan
worden aangetroffen.
Verder is in aanmerking genomen dat klager op 8 november 2008 niet door een sociotherapeutisch medewerker is gesepareerd, maar uitsluitend is overgebracht naar de separeerruimte om hem in de gelegenheid te stellen om zonder mogelijkheid tot fraude
alsnog urine te produceren, nadat was gebleken dat klager aanvankelijk niet kon plassen. Nadat klager urine had gegeven, heeft hij zelf onder het uiten van dreigementen jegens medebewoners geweigerd de separeerruimte te verlaten. Om die reden heeft het
hoofd van dienst - die daartoe bevoegd is - klager gehoord en vervolgens besloten hem te separeren. Gezien klagers houding en pertinente weigering om vanuit de separeerruimte naar de afdeling terug te keren, vele pogingen van het personeel ten spijt,
kan de lange duur van de separatie in dit geval niet onredelijk worden geacht.

Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. drs. F.A.M. Bakker, voorzitter, dr. F. Koenraadt en drs. A.P. Visser, leden, in tegenwoordigheid van mr. E.W. Bevaart, secretaris, op 1 juli 2009

secretaris voorzitter

Naar boven