Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 09/1184/GV, 26 juni 2009, beroep
Uitspraakdatum:26-06-2009

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 09/1184/GV

betreft: [klager] datum: 26 juni 2009

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. M.M.J. Nuijten, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 21 april 2009 genomen beslissing van de Staatssecretaris van Justitie (de Staatssecretaris),

alsmede van de onderliggende stukken.

De beroepscommissie heeft de Staatssecretaris in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsman om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Staatssecretaris heeft klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van algemeen verlof afgewezen.

2. De standpunten
Door en namens klager is het beroep als volgt toegelicht. De Staatssecretaris is bij de bestreden beslissing uitgegaan van onjuiste dan wel onvolledige informatie. De informatie waarover de Staatssecretaris heeft beschikt is niet actueel zodat de
inschatting van de risico’s is gebaseerd op verouderde feiten. Niet is meegewogen dat het Gerechtshof klager op 26 maart 2009 heeft vrijgesproken van de eerder bewezenverklaarde poging tot doodslag. Klager is thans gedetineerd terzake van eenvoudige
mishandeling en een tweetal straatroven. De omstandigheid dat klager een postadres heeft opgegeven wil niet zeggen dat het verlofadres onbetrouwbaar is. Klager zal tijdens zijn verloven verblijven in zijn ouderlijk huis in Haarlem. Dit adres is in de
inrichting bekend. Klager wil het verlof gebruiken om zijn vader, die in het ziekenhuis te Haarlem verblijft, te bezoeken. Zijn vader heeft een chronische ziekte en de medische situatie is sedert enige tijd verslechterd. Klager wil hem tijdens zijn
verloven met regelmaat bezoeken.

Namens de Staatssecretaris is de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Gelet op de ernst van de zaak is het Openbaar Ministerie (OM) tegen een verlof omdat gevreesd wordt voor mogelijke slachtofferconfrontatie. Dit wordt bevestigd door de politie, die eveneens tegen het verlof is omdat op het door klager opgegeven
verlofadres de laatste tijd veelvuldig problemen zijn geweest. Daarnaast heeft klager tijdens zijn detentie een aantal malen gescoord op het gebruik van verdovende middelen, laatstelijk nog op 11 maart 2009 en daarna was er nog sprake van fraude bij
een
urinecontrole. Klager is kennelijk, ondanks de voor hem spelende belangen bij verlof, weer drugs gaan gebruiken. Ook zijn er twijfels ten aanzien van het verlofadres.

Op klagers verlofaanvraag zijn de volgende adviezen uitgebracht.
De directeur van de gevangenis Lelystad heeft geadviseerd om aan klager een verkort verlof toe te wijzen. In dat advies staat daarnaast een (samengevatte) weergave van de adviezen van het OM en de politie, welke adviezen negatief zijn.

3. De beoordeling
Klager is in eerste aanleg veroordeeld tot een gevangenisstraf van 36 maanden, waarvan 10 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar. In hoger beroep is hij veroordeeld terzake van mishandeling en gekwalificeerde diefstallen. Tegen die
uitspraak van het Gerechtshof is het rechtsmiddel van cassatie ingesteld. De ficitieve v.i.-datum valt op of omstreeks 8 juli 2010. Aansluitend dient hij eventueel een subsidiaire hechtenis van vijf dagen en een taakstrafvervangende hechtenis van drie
maanden te ondergaan.

Het beroep richt zich tegen de afwijzing van klagers derde verlofaanvraag. Hij kan in totaal zes verlofaanvragen indienen.

De Staatssecretaris heeft het verzoek om algemeen verlof met name afgewezen omdat het OM en de politie negatief zouden hebben geadviseerd en omdat klager tijdens detentie verdovende middelen heeft gebruikt, hetgeen is gebleken uit een urinecontrole
d.d.
11 maart 2009. Ten aanzien van de grond van het recent scoren op het gebruik van softdrugs geldt dat een dergelijk gebruik een contra-indicatie oplevert voor het verlenen van verlof.
Daar komt nog bij dat de selectiefunctionaris er melding van maakt dat de politie het verlof ontraadt, omdat er de laatste tijd veelvuldig problemen waren op het adres dat klager opgeeft. De beslissing van de Staatssecretaris kan, bij afweging van alle
in aanmerking komende belangen en gelet op de weigeringsgronden zoals bedoeld in artikel 4 onder c en j van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, mr. M. Boone en mr. J.M.M. van Woensel, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 26 juni 2009

secretaris voorzitter

Naar boven