Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 09/0653/GM, 17 juni 2009, beroep
Uitspraakdatum:17-06-2009

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 09/653/GM

betreft: [klager] datum: 17 juni 2009

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 30 van de Penitentiaire maatregel (Pm) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen medisch handelen door of namens de inrichtingsarts verbonden aan de locatie Zuyderbos te Heerhugowaard,

alsmede van de overige stukken, waaronder het verslag van 19 februari 2009 van de bemiddeling door de medisch adviseur bij het ministerie van Justitie.

Ter zitting van de beroepscommissie van 24 april 2009, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam, is klagers raadsvrouw, mr. M.J. van Essen, gehoord.
Hoewel voor klagers vervoer naar de zitting was zorggedragen, heeft hij daarvan geen gebruik gemaakt.
De inrichtingsarts verbonden aan de locatie Zuyderbos heeft schriftelijk laten weten verhinderd te zijn ter zitting te verschijnen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beroep
De klacht, zoals neergelegd in het verzoek om bemiddeling aan de medisch adviseur van 12 november 2008 en 22 december 2008, betreft het niet adequaat omgaan met klagers gezondheid, te weten zijn diabetes en zijn nieuwe nier.

2. De standpunten van klager en de inrichtingsarts
Klager heeft zijn beroep als volgt toegelicht. Op 27 mei 2008 is klager binnengekomen in de locatie Zuyderbos. Hij had toen al problemen met zijn diabetes. De waarden waren veel te hoog. Daarbij moet klager vanwege zijn nieuwe nier iedere twee maanden
gecontroleerd worden Vanaf het begin van zijn detentie, 25 februari 2008, is er geen controle geweest. In juni 2008 had klager al bij de arts moeten komen, zijn eerste afspraak was pas eind december 2008. Daarbij werd aangegeven dat klagers nier hard
achteruit was gegaan. Tot op heden is er geen verandering in klagers medicijnen. De oogarts heeft ook aangegeven dat klagers situatie achteruit is gegaan. De inrichtingsarts noch de medische dienst heeft verteld wat er met klager aan de hand is. Op 6
januari 2009 is klager met spoed, in verband met zijn diabetes, naar het Penitentiair Ziekenhuis gebracht. Daar heeft hij 20 dagen verbleven. Aan zijn klachten van zijn nier en erge buikpijnen kon niets gedaan worden, omdat hij niet om die reden naar
het ziekenhuis was gebracht.

Klager wil dat er een nieuwe start gemaakt wordt. Hij wil dat er bloed geprikt wordt in verband met verband met zijn nieren en dat zijn darm en maagklachten serieus genomen worden en ook zijn hoofdpijn en dikke voeten worden onderzocht.

Namens klager is nog het volgende aangevoerd.
Klager is bekend met ernstige hartklachten, nierfalen, onstabiele diabetes, oedeem onderbeen, achteruitgang ogen en psychische klachten.
De situatie beziend had klager allang detentieongeschikt verklaard moeten worden. Door dat niet te doen neemt de medische dienst iedere dag bewust het onwaarschijnlijk grote risico dat klager aan één van zijn aandoeningen komt te overlijden. Dat de
medische dienst veel tijd in hem steekt is een gegeven, maar er is meer sprake van pappen en nathouden. Verzocht wordt klager detentieongeschikt te verklaren.

De inrichtingsarts heeft in beroep verwezen naar zijn tegenover de medisch adviseur ingenomen standpunt. Dit standpunt luidt als volgt.
De medische behandeling van klager wordt volgens de geldende protocollen uitgevoerd . Zijn IDDM is ingesteld volgens de thans geldende richtlijnen en wordt zeer frequent gecontroleerd.
Wat betreft klagers status na de niertransplantatie: hiervoor is klager onder controle bij de nefroloog. Omdat klager weigerde geboeid op transport te gaan zijn de uitslagen, bevindingen en adviezen telefonisch besproken.
Eind december is er wel een controle door de nefroloog uitgevoerd. Ook is er een oogheelkundige controle door de oogarts uitgevoerd. Vanwege onverantwoord insuline gebruik en een onverantwoord voedingspatroon is klager intussen twee maal in het
Penitentiair Ziekenhuis opgenomen. Ten slotte is hij voor een coloscopie verwezen vanwege buikklachten.

3. De beoordeling
Nog daargelaten dat de vraag of klager al dan niet detentieongeschikt verklaard had moeten worden geen onderdeel uit maakt van de klacht, zoals neergelegd in het verzoek om bemiddeling aan de medisch adviseur, stelt de beroepscommissie voorop dat de
vraag of klager detentie(on)geschikt is niet aan haar oordeel is onderworpen.

De beroepscommissie is van oordeel dat uit de reactie van de inrichtingsarts en de bijgevoegde medische gegevens volgt dat niet is gebleken dat door of namens de inrichtingsarts onzorgvuldig jegens klager is gehandeld. De medische dienst heeft klager
de
zorg en aandacht geboden die van de medische dienst verwacht mag en moet worden. Ook is er voldoende contact geweest met klager en wordt zijn gezondheidssituatie nauwlettend in de gaten gehouden.
Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. Chr.M. Aarts, voorzitter, drs. J.H.A.M.C. Schoenmaeckers en R. Vogelenzang, leden, in tegenwoordigheid van mr. I. Lispet, secretaris, op 17 juni 2009

secretaris voorzitter

Naar boven