Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 09/0299/GA, 10 juni 2009, beroep
Uitspraakdatum:10-06-2009

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 09/299/GA

betreft: [klager] datum: 10 juni 2009

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. E.D. van Elst, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 4 februari 2009 van de beklagcommissie bij de locatie Dordtse Poorten te Dordrecht,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 8 mei 2009, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Vught, zijn gehoord klager en [...], unit-directeur van de locatie Dordtse Poorten.
Klagers raadsvrouw heeft schriftelijk laten weten verhinderd te zijn ter zitting te verschijnen en heeft tevens verzocht de behandeling van het beroep te verplaatsen naar een andere datum.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft het feit dat klager tijdens de vijf dagen dat hij opsloten was in de eigen verblijfsruimte tweemaal heeft mogen douchen, eenmaal zijn cel heeft mogen schoonmaken en driemaal heeft mogen luchten.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Douchen en schoonmaken moet iedere dag kunnen. Ook is niet elke dag aan klager gevraagd of hij wilde luchten. Klager sliep soms overdag, maar de piw-ers hadden duidelijk moeten maken dat klager zou kunnen luchten. De piw-ers hebben het te druk en zijn
klager vergeten. Klager vroeg bijvoorbeeld om 16.45 uur of hij mocht luchten, maar toen werd geantwoord dat het daarvoor te laat was omdat het dagprogramma om 17.00 uur eindigt.

De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klager kan niet zelf het dagprogramma bepalen. Douchen moet passen in het dagprogramma en schoonmaken wordt aangeboden wanneer daar tijd voor is. Overigens is op iedere cel een wasbak. Klager heeft dan ook de mogelijkheid om zichzelf te wassen en zijn
cel schoon te maken. Iedere dag wordt een luchtmoment aangeboden. Het luchten wordt aangeboden tussen 8.00 uur en 16.00 uur. Indien klager ligt te slapen, gaat het raampje open en wordt daarop geklopt om hem te attenderen op het luchten. Er is geen
logboek waarin het aanbieden van luchtmomenten bijgehouden wordt.

3. De beoordeling
De beroepscommissie acht zich aan de hand van de stukken en het verhandelde ter zitting voldoende ingelicht om op het beroep te beslissen en zal daarom het aanhoudingsverzoek afwijzen.
Over het beklagonderdeel luchten overweegt de beroepscommissie als volgt. In dit geval is er twijfel ontstaan over het aanbieden van luchtmomenten. De beroepscommissie is van oordeel dat – nu luchtmomenten niet op een vast tijdstip worden aangeboden –
er in ieder geval een aantekening moet worden gemaakt van het moment dat een luchtmoment wordt aangeboden. Nu dit is nagelaten valt niet meer na te gaan of luchtmomenten zijn aangeboden. De beroepscommissie zal de uitspraak dan ook in zoverre
vernietigen en dit beklagonderdeel alsnog gegrond verklaren. Tevens zal terzake hiervan aan klager een tegemoetkoming worden toegekend.
Hetgeen over de beklagonderdelen douchen en schoonmaken in beroep is aangevoerd kan – voor zover dat is komen vast te staan – naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagcommissie. Het beroep
inzake die beklagonderdelen zal ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep terzake van het beklagonderdeel luchten gegrond, vernietigt in zoverre de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart dat beklagonderdeel alsnog gegrond. Zij bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt
van € 7,50.
De beroepscommissie verklaart het beroep terzake van de beklagonderdelen met betrekking tot douchen en schoonmaken ongegrond en bevestigt in zoverre de uitspraak van de beklagcommissie.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.J. van Oostveen, voorzitter, mr. A.T. Bol en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van
mr. S.S. Dwarka, secretaris, op 10 juni 2009

secretaris voorzitter

Naar boven