Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 09/1223/GV, 10 juni 2009, beroep
Uitspraakdatum:10-06-2009

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 09/1223/GV

betreft: [klager] datum: 10 juni 2009

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 28 april 2009 genomen beslissing van de Staatssecretaris van Justitie (de Staatssecretaris),

alsmede van de onderliggende stukken.

De beroepscommissie heeft de Staatssecretaris in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Staatssecretaris heeft klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van algemeen verlof afgewezen.

2. De standpunten
Klager heeft het beroep als volgt toegelicht. Klager is éénmaal in het verleden niet teruggekeerd na een verlof. Dit was omdat zijn moeder Nederland voorgoed zou verlaten om naar Suriname te gaan. Hij heeft de laatste weken bij haar verbleven. Hij weet
dat hij daardoor een fout heeft gemaakt, maar dat betekent niet dat hij daardoor bij een volgend verlof niet te vertrouwen zou zijn. Klager houdt zich overigens aan de regels. Alle instanties hebben positief geadviseerd.

Namens de Staatssecretaris is de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Tijdens de huidige detentie is klager geselecteerd voor een beperkt beveiligde inrichting (b.b.i.). Op 5 mei 2008 is klager niet teruggekeerd van regimair verlof. Hij is op 2 juni 2008 gearresteerd en ingesloten. Het eerste verzoek om verlof is
afgewezen omdat klager geen aanvaardbaar verlofadres had. Het tweede verlof is afgewezen, omdat er geen vertrouwen was in een goed verloop van het verlof in verband met recente ervaringen. Het afwijzen van verlof is geen sanctie, maar een afweging op
grond van feiten en adviezen. De onttrekking aan de detentie heeft bij de slachtoffers veel teweeg gebracht. Klager heeft het vertrouwen om met verleende vrijheden om te gaan ernstig geschaad.

De directeur van de gevangenis De IJssel te Krimpen aan den IJssel heeft positief geadviseerd ten aanzien van de verlofaanvraag.

3. De beoordeling
Klager onderging een gevangenisstraf van vier en een half jaar met aftrek, wegens diefstal met geweldpleging. Thans ondergaat hij vervangende hechtenis van 169 dagen, wegens een aan hem opgelegde schadevergoedingsmaatregel. De wettelijk vroegst
mogelijke v.i.-datum valt op of omstreeks 13 november 2009.

Het beroep richt zich tegen de afwijzing van klagers derde verlofaanvraag.

Vast staat dat klager zich op 5 mei 2008 heeft onttrokken aan zijn detentie door niet terug te keren na een regimair verlof en dat hij op 2 juni 2008 is gearresteerd. Dat hij niet is teruggekeerd om bij zijn moeder te kunnen zijn voor zij definitief
naar Suriname zou terugkeren vormt geen rechtvaardiging voor zijn ongeoorloofde afwezigheid.
De beroepscommissie is van oordeel dat voornoemde omstandigheid een contra-indicatie vormt voor verlofverlening die een afwijzing van klagers verlofaanvraag rechtvaardigt. Derhalve kan de beslissing van de Staatssecretaris, bij afweging van alle in
aanmerking komende belangen en gelet op de weigeringsgrond zoals bedoeld in artikel 4 onder a van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. M. Boone en mr. J.M.M. van Woensel, leden, in tegenwoordigheid van mr. I. Lispet, secretaris, op 10 juni 2009.

secretaris voorzitter

Naar boven