nummer: 09/85/GA
betreft: [klager] datum: 22 juni 2009
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Ppw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], verder te noemen klaagster,
gericht tegen een uitspraak van 5 januari 2009 van de beklagcommissie bij de locatie Nieuwersluis,
alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.
Klaagster en de directeur van de locatie Nieuwersluis zijn uitgenodigd om ter zitting van de beroepscommissie van 27 april 2009, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam, te worden gehoord. Hoewel klaagster, die zich inmiddels in vrijheid
bevindt, op behoorlijke wijze was opgeroepen, is zij niet ter zitting verschenen. De directeur bij de locatie Nieuwersluis heeft schriftelijk laten weten verhinderd te zijn ter zitting te verschijnen.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft het niet doorgaan van een door de medische dienst gemaakte afspraak in het ziekenhuis.
De beklagcommissie heeft klaagster niet-ontvankelijk verklaard in haar beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.
2. De standpunten van klaagster en de directeur
Klaagster heeft in beroep haar tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Klaagster is op 11 november 2008 voor niets naar het ziekenhuis vervoerd in verband met een onderzoek naar baarmoederhalskanker. Toen klaagster in het
ziekenhuis aankwam, wist men van niets. Latere navraag in het ziekenhuis leerde dat er voor die datum geen afspraak genoteerd stond. Klaagster, die zeer nerveus was voor het onderzoek, meent dat het niet zo kan zijn dat zo’n professionele instelling
als
de locatie Nieuwersluis zo slordig omgaat met de afspraken.
De directeur verwijst in beroep naar zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt.
3. De beoordeling
Klaagster meent dat de inrichting tekort is geschoten in zijn zorgplicht ten aanzien van de medische verzorging zoals bedoeld in artikel 42, vierde lid, van de Pbw. Gelet hierop had de beklagcommissie klaagster ontvankelijk in haar beklag moeten
verklaren. De uitspraak van de beklagcommissie kan derhalve niet in stand blijven. Wat betreft de door klaagster gegeven onderbouwing van haar klacht is evenwel hieruit niet komen vast te staan dat de directeur een verwijt kan worden gemaakt, dat de
afspraak in het ziekenhuis niet is doorgegaan. Het beklag dient derhalve alsnog ongegrond te worden verklaard.
4. De uitspraak
De beroepscommissie vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie, verklaart klaagster alsnog ontvankelijk in haar beklag, maar verklaart dit beklag ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, L. Diepenhorst MPA en prof. dr. W.J. Schudel, leden, in tegenwoordigheid van
R. Kokee, secretaris, op 22 juni 2009
secretaris voorzitter