Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 09/1409/GV, 18 juni 2009, beroep
Uitspraakdatum:18-06-2009

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 09/1409/GV

betreft: [klager] datum: 18 juni 2009

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 18 mei 2009 genomen beslissing van de Staatssecretaris van Justitie (de Staatssecretaris),

alsmede van de onderliggende stukken.

De beroepscommissie heeft de Staatssecretaris in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Staatssecretaris heeft klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van strafonderbreking afgewezen.

2. De standpunten
Klager heeft het beroep als volgt toegelicht. Klager wenst een strafonderbreking voor de duur van twee weken om thuis een aantal zaken te kunnen regelen. Desnoods wil hij in een open inrichting worden geplaatst zodat hij bij zijn gezin kan zijn in deze
fase van het leven van zijn partner.

Namens de Staatssecretaris is de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager heeft om strafonderbreking verzocht in verband met de zeer slechte gezondheidstoestand van zijn partner. Er wordt gesproken van een levensverwachting van mogelijk een half jaar. Het is niet zinvol dat klager een strafonderbreking krijgt, waarbij
hij zich over drie maanden moet melden in de inrichting en daarbij mogelijk zijn partner onverzorgd achter moet laten. Uit rapportage is gebleken dat klager zich recentelijk, te weten begin dit jaar, aan zijn detentie heeft onttrokken, terwijl hij
deelnam aan een penitentiair programma. Hierbij is door zijn partner aangifte gedaan van diefstal van haar auto en haar bankpas. Klager is geadviseerd om een gratieverzoek te doen voor de korte periode die hij nog heeft te gaan. Zijn einddatum is thans
27 oktober 2009. Indien er sprake is van toekenning van strafonderbreking zal dit gaan om een korte periode, waarbij klager dient aan te geven wat hij gedurende die periode, ongeveer veertien dagen, denkt te gaan doen en dient aan te geven hoe hij de
opvang en de zorg van zijn partner en de opvang van zijn zestien maanden oude dochter gaat regelen.

Op klagers verlofaanvraag zijn de volgende adviezen uitgebracht.
De directeur van PI Tilburg heeft positief geadviseerd ten aanzien van de verlofaanvraag.
De medisch adviseur van het ministerie van justitie heeft geadviseerd om aan klager strafonderbreking toe te staan.

3. De beoordeling
Klager ondergaat een gevangenisstraf van twaalf jaar met aftrek. Aansluitend dient hij gevangenisstraffen van zeven dagen en een maand te ondergaan. De wettelijk vroegst mogelijke v.i.-datum valt op of omstreeks 27 oktober 2009. Aansluitend dient hij
eventueel twee dagen gijzeling op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften en 36 dagen hechtenis op grond van de Wet Terwee te ondergaan.

Klager heeft in beroep gevraagd om veertien dagen strafonderbreking. De selectiefunctionaris heeft in de reactie op het beroep aangegeven dat bij toekenning van strafonderbreking dit zal gaan om een korte periode van ongeveer veertien dagen, waarbij
klager dient aan te geven hoe hij de zorg voor zijn zeer ernstig zieke partner en de opvang van zijn zestien maanden oude dochter denkt te regelen. De beroepscommissie is van oordeel dat de afwijzing van klagers verzoek om strafonderbreking niet op
goede gronden rust, nu uit de reactie van de selectiefunctionaris volgt dat een strafonderbreking voor een duur van veertien dagen onder voorwaarden eventueel kan worden toegestaan. Daarbij heeft de beroepscommissie het advies van de medisch adviseur
en
het advies van de directeur van de inrichting mede in aanmerking genomen.
Ten overvloede wijst de beroepscommissie er op dat wanneer tot strafonderbreking wordt besloten dit slechts leidt tot een onderbreking van de detentie van beperkte duur en dat mede gelet op het onzekere karakter van het verloop van de ziekte van
klagers
partner een meer structurele oplossing mogelijk via een verzoek om gratie kan worden bereikt.
De beroepscommissie zal het beroep gegrond verklaren en de beslissing van de Staatssecretaris vernietigen. Zij draagt de Staatssecretaris op om terstond een nieuwe beslissing te nemen. Zij acht geen termen aanwezig om aan klager een tegemoetkoming toe
te kennen.

4. De uitspraak
D beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing.
Zij draagt de Staatssecretaris op om terstond een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van de uitspraak van de beroepscommissie.
Zij kent aan klager geen tegemoetkoming toe.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, mr. M. Boone en mr. J.M.M. van Woensel, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 18 juni 2009.

secretaris voorzitter

Naar boven