Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 09/0139/TA, 4 juni 2009, beroep
Uitspraakdatum:04-06-2009

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Dagprogramma  v

Uitspraak

nummer: 09/139/TA

betreft: [klager] datum: 4 juni 2009

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

het hoofd van het FPC Veldzicht, verder te noemen de inrichting,

gericht tegen een op 14 januari 2009 verzonden uitspraak van 27 november 2008 van de beklagcommissie bij genoemde inrichting, gegeven op een klacht van [...], verder te noemen klager,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 21 april 2009, gehouden in de penitentiaire inrichting Overijssel te Zwolle, zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsman mr. C.F. Wassenaar, en namens het hoofd van voormelde tbs-inrichting [...],
afdelingshoofd.
Als toehoorder van de tbs-inrichting is aanwezig [...], directiesecretaresse.

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de voortzetting van het verblijf op de afdeling Grittenveld na negen maanden en de weigering deswege een schadevergoeding te betalen.

De beklagcommissie heeft het beklag gegrond verklaard en een tegemoetkoming toegekend op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten
Door en namens het hoofd van de inrichting is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
De uitspraak van de beklagcommissie moet in zijn geheel worden vernietigd dan wel voor wat betreft de periode na maart 2007, in het laatste geval met een forse bijstelling naar beneden van de toegekende tegemoetkoming. Een tegemoetkoming dient conform
de uitspraak van de beroepscommissie met nummer 08/142/TB ten laste van de Staatssecretaris van Justitie (hierna: Staatssecretaris) te komen.
De doelstelling van het verblijf op de vreemdelingenafdelingen van Veldzicht is een humane uitzetting. De afdeling Grittenveld is qua gebouwelijke situatie anders dan de vreemdelingenafdeling in Veldzicht te Balkbrug (afdeling Noord 3). De regimes
verschillen echter niet, wel is Veldzicht afhankelijk van de veiligheidswaarborg op de afdeling Grittenveld.
Van een situatie zoals ten grondslagliggend aan de klacht die leidde tot de uitspraak van de beroepscommissie 07/0155/TA is in klagers geval op de afdeling Grittenveld grotendeels geen sprake geweest. Klager is op 25 mei 2007 vanuit het huis van
bewaring Arnhem Zuid op de afdeling Grittenveld te Hoogeveen geplaatst en heeft daar tot 23 december 2008 verbleven. Met name vanaf maart 2007 is op die afdeling een aantal verbeteringen met betrekking tot het luchten en de bewegingsvrijheid binnen de
afdeling, de kamerinventaris en de invoer van goederen gerealiseerd. Daardoor is er minder sprake van beperkingen en sluit die afdeling beter aan bij afdeling Noord 3.
Een aantal verbeterpunten, zoals de warmwatervoorziening op de kamers, moet nog worden gerealiseerd. Ook op de afdeling Noord 3 zijn er geen waterkranen en douches op de kamers. De insluittijden van de beide vreemdelingenafdelingen wijken niet veel van
elkaar af. Over een verruiming van bezoektijden in Grittenveld en een ruimere weekendopenstelling vinden financiële onderhandelingen met het ministerie plaats. Wat betreft de bezoektijden op Grittenveld is Veldzicht afhankelijk van de veiligheid die
Grittenveld kan waarborgen. Klager heeft nimmer een aanvraag voor bezoek buiten de in Grittenveld geldende bezoektijden verzocht. Als hij dat had gedaan, zou de inrichting alles in het werk gesteld hebben om het bezoek in Veldzicht te Balkbrug te laten
plaatsvinden.
Verder zijn in de loop van 2007 en 2008 meerdere verbeteringen doorgevoerd met betrekking tot de uit- en insluiting, het kunnen beschikken over een keycard, de mogelijkheid van een tv op kamer, internetfaciliteiten op de afdeling en de realisatie van
trainingen en therapieën op de locatie. Dit is verwoord in de voortgangsrapportage die naar de Inspectie voor de Sanctietoepassing is gestuurd.
Er is op de afdeling Grittenveld nimmer sprake geweest van een dagprogramma van 4,5 uur. Uitsluiting vindt plaats om 7.15 uur in plaats van 7.45 uur en de insluiting om 21.30 uur. Daarbinnen vindt het dagprogramma plaats, dat bestaat uit creativiteit,
arbeid (20 uur per week), sport (4 blokken overdag en een extra sportmoment in de avond), bibliotheekbezoek, computerles en - patiëntgericht - onderwijs. Het is aan de bewoners om van de geboden mogelijkheden gebruik te maken. Daarnaast worden
therapieën ingesteld, bijvoorbeeld om cognitieve vaardigheden te verkrijgen. Getracht is aan klager psycho-educatie aan te bieden, maar hij was daarvoor niet gemotiveerd. Hij distantieerde zich veel van de groep en verbleef veel op zijn kamer. Hij had
anders wel een dagprogramma zoals op de afdeling Noord 3 kunnen hebben.
Klager kan nog niet worden uitgezet. Het is moeilijk om zijn identiteit te achterhalen. Hij blijkt niet te zijn wie hij zegt te zijn. Op de afdeling Grittenveld verblijven nu geen vreemdelingen. De reden is dat de doelgroep ‘opdroogt’. Klager is op dit
moment de laatste vreemdeling die vanaf de afdeling Noord 3 zal worden uitgezet.

Namens klager is het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht.
Niet relevant is of klager meewerkt aan zijn uitzetting. Het hof Den Haag heeft immers bepaald dat een plaatsing op een detentieboot met een duur langer dan zes maanden in strijd is met het EVRM. Ook de Staat valt wel wat te verwijten wat betreft de
verblijfsduur in een vreemdelingenvoorziening, gezien de problemen die de tbs en de ongewenstverklaring van vreemdelingen in combinatie opleveren.
Niet in geschil is dat de afdeling Grittenveld aan de minimumeisen voldoet, maar wel of sprake is van strijd met artikel 2 Bvt. Volgens jurisprudentie van de beroepscommissie komt een afdeling als Grittenveld niet tegemoet aan de norm voor individuele
tbs-gestelden. Plaatsing in een sober regime mag, maar niet langer dan negen maanden en als dat wel het geval is dient een tegemoetkoming betaald te worden. Veldzicht zou moeten motiveren waarom in klagers geval geen sprake van strijd met artikel 2 Bvt
is geweest. Het algemene verhaal over verbeteringen op de afdeling Grittenveld zegt niets over verbeteringen ten opzichte van Veldzicht. De afdeling Noord 3 is veruit beter dan Grittenveld. De beroepscommissie heeft duidelijk gezegd dat de
jurisprudentie inzake Grittenveld niet van toepassing is op de afdeling Noord 3 van Veldzicht te Balkbrug. Als alle afdelingen hetzelfde zouden zijn, zou een sobere afdeling als Grittenveld niet nodig zijn.
Veldzicht hanteert een dubbele moraal, want ook na de datum van de gestelde verbeteringen hebben cliënten van klagers raadsman tegemoetkomingen doorbetaald gekregen.

3. De beoordeling
De uitspraak van de beroepscommissie 07/0155/TA van 19 december 2007 (na zittingen op 14 mei 2007 en 18 september 2007) ziet op het verblijf van een ongewenst verklaarde vreemdeling op de afdeling Grittenveld.
De beroepscommissie heeft in die uitspraak overwogen dat het regime in Grittenveld, voor zover aan het oordeel van de beroepscommissie onderworpen, grotendeels overeenstemt met het regime binnen een reguliere penitentiaire inrichting (p.i.) en dat dit
voornamelijk voortvloeit uit het feit dat Grittenveld gebouwelijk deel uitmaakt van de p.i. De Grittenborgh.
Voorts is overwogen dat de regels in Grittenveld, voor de tbs-gestelden in negatieve zin, sterk afwijken van de regels die elders in Veldzicht gelden. Volgens de beroepscommissie kan worden gerechtvaardigd dat een tbs-gestelde op een afdeling als
Grittenveld wordt onderworpen aan aanzienlijk meer beperkingen dan hem ten deel zouden vallen op een reguliere tbs-afdeling, als uitzetting naar het land van herkomst een reële optie is, resocialisatie in Nederland redelijkerwijs kan worden
uitgesloten,
en de uitzetting op afzienbare termijn kan worden gerealiseerd. Indien de bedoelde beperkingen langer dan negen maanden duren, wordt het beginsel van minimale beperkingen ex artikel 2 Bvt onevenredig geweld aangedaan ten behoeve van het belang dat
gemoeid is met uitzetting van de betrokken tbs-gestelde. Het na negen maanden voortduren van deze beperkingen acht de beroepscommissie dan ook in strijd met het beginsel van minimale beperkingen ex artikel 2 Bvt.

Klager verbleef op de afdeling Grittenveld van 25 mei 2007 tot 23 december 2008.
De inrichting heeft bij de beroepscommissie voornamelijk dezelfde aanpassingen en verbeteringen van de afdeling naar voren gebracht als bij de beklagcommissie. Ter zitting van de beklagcommissie heeft de inrichting verklaard dat klager nog niet veel
heeft gemerkt van de verbeterpunten, waarbij werd gedoeld op de verbeterpunten die zijn genoemd in de brief van 13 augustus 2008 van het hoofd beveiliging van de p.i. De Grittenborgh. De beklagcommissie heeft overwogen dat die brief voornamelijk een
overzicht bevat van de kosten die het opvolgen van de aanbevelingen van de Inspectie voor de Sanctietoepassing - en daarmee het opheffen van beperkingen op de afdeling Grittenveld - met zich meebrengen. Verder heeft de beklagcommissie overwogen dat ter
zitting van 27 november 2008 is gebleken dat de aanbevelingen en verruiming van de beperkingen - anders dan in het verweerschrift gesteld - voor een groot gedeelte (nog) niet zijn uitgevoerd omdat onduidelijk is welke instantie de kosten gaat betalen.

De beroepscommissie is van oordeel dat tijdens klagers verblijf op Grittenveld sprake is van minder vergaande beperkingen dan ten tijde van de uitspraak 07/0155/TA. Volgens de verklaringen van de inrichting zijn in de loop der tijd wel wat
verbeteringen
gerealiseerd. Ondanks deze verbeteringen en de omstandigheid dat het personeel heeft getracht zo goed mogelijk met de situatie om te gaan, is klager op Grittenveld echter nog steeds onderworpen aan aanzienlijk meer beperkingen dan hem ten deel zouden
zijn gevallen op een reguliere tbs-afdeling.
Klagers verblijf op de afdeling Grittenveld moet dan ook na negen maanden, derhalve vanaf 25 februari 2008, als in strijd met het beginsel van minimale beperkingen ex artikel 2 Bvt worden aangemerkt.

Klager komt deswege een tegemoetkoming toe, zoals door de beklagcommissie is overwogen. In het licht van het vorenstaande is er geen aanleiding om het bedrag van de toegekende tegemoetkoming fors naar beneden bij te stellen.
Evenmin bestaat er aanleiding te bepalen dat de tegemoetkoming ten laste van de Staatssecretaris dient te komen, nu de klacht en het beroep zien op de voortzetting van klagers verblijf op Grittenveld na 25 februari 2008 en dit als een beslissing van
het
hoofd van de inrichting moet worden aangemerkt. De uitspraak van de beroepscommissie met het nummer 08/142/TB ziet op een beroep tegen een plaatsingsbeslissing van de Staatssecretaris en om die reden heeft de beroepscommissie in die zaak bepaald dat de
tegemoetkoming ten laste van de Staatssecretaris komt.
Veldzicht zou met de Staatssecretaris in overleg kunnen treden over de vraag of de inrichting dan wel de Staatssecretaris tot daadwerkelijke uitbetaling van de tegemoetkoming zou moeten overgaan, maar de beroepscommissie is in het kader van de
onderhavige beroepszaak niet bevoegd te bepalen dat in dit geval de Staatssecretaris tot uitbetaling dient over te gaan.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. S.L. Donker, voorzitter, mr. drs. T.A.M. Louwe en mr. R.P.G.L.M. Verbunt, leden, in tegenwoordigheid van mr. E.W. Bevaart, secretaris, op 4 juni 2009

secretaris voorzitter

Naar boven