Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 09/0263/GA, 26 mei 2009, beroep
Uitspraakdatum:26-05-2009

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 09/263/GA

betreft: [klager] datum: 26 mei 2009

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 23 januari 2009 van de beklagcommissie bij de gevangenis Veenhuizen,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van genoemde inrichting in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de toegangscontrole van klagers bezoek.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht.
De beveiliging heeft zonder te vragen de trui van klagers vrouw omhoog getrokken, zodat zij in haar bh stond in de portiersloge, waar iedereen haar kon zien. De voorportier heeft in haar verslag onwaarheden geschreven. Zij heeft niet opgeschreven dat
zij ongevraagd de trui omhoog heeft getrokken. Misschien kan de voorportier telefonisch om uitleg worden gevraagd over wat er gebeurd is en of de detector afging op de tube glijmiddel. De tube glijmiddel zat achter de broeksband en bevat absoluut geen
metaal.
Het spreekt vanzelf dat klagers vrouw niet zelf haar trui omhoog trekt tot boven haar bh in een openbare ruimte.

De unit-directeur heeft daarop geantwoord als tegenover de beklagcommissie.

3. De beoordeling
Op grond van artikel 60, eerste lid, van de Pbw, kan een gedetineerde beklag doen over een hem betreffende door of namens de directeur genomen beslissing. De klacht ziet evenwel niet op een jegens klager genomen beslissing, maar op de bij zijn
echtgenote toegepaste toegangscontrole voorafgaande aan het bezoek zonder toezicht. Dat maakt dat er in dit geval geen sprake is van een beslissing, als bedoeld in artikel 60, eerste lid, van de Pbw.
De beklagcommissie had klager om die reden niet-ontvankelijk moeten verklaren in zijn beklag. Het beroep zal gegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart klager alsnog niet-ontvankelijk in zijn beklag.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.J. van Oostveen, voorzitter, mr. J.P. Balkema en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr.S.A.H. de Bruin, secretaris, op 26 mei 2009

secretaris voorzitter

Naar boven