nummer: 09/932/JA
betreft: [klager] datum: 25 mei 2009
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 74, tweede lid, van de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen (Bjj) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. S.F.J. Smeets, namens
[...], geboren op [1990], verder te noemen klager,
gericht tegen een uitspraak van 19 maart 2009 van de alleensprekende beklagrechter bij de justitiële jeugdinrichting (j.j.i.) Rentray te Lelystad,
alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.
Ter zitting van de beroepscommissie van 22 april 2009, gehouden in de justitiële jeugdinrichting (j.j.i.) De Heuvelrug, locatie Eikenstein te Zeist, zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsman mr. R. P. Adema, en namens Rentray [...], eerste
behandelaar.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft een ordemaatregel van plaatsing in afzondering in een andere verblijfsruimte dan een afzonderingscel (klager verblijft ’s nachts in een afzonderingscel), in afwachting van overplaatsing wegens de verdenking van afpersing van een
groepsgenoot onder dreiging van geweld.
De beklagrechter heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.
2. De standpunten van klager en de directeur
Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klager ontkent betrokken te zijn geweest bij een afpersing van een groepsgenoot. Uit niets blijkt dat hiervan enige mate van onderbouwing bestaat. De argumentatie van de inrichting ‘aan zijn snelle ademhaling en hartslag die door zijn shirt te zien was
kan echter wel worden opgemaakt dat hij meer van de zaken waar hij mee geconfronteerd werd, afwist’ ontbeert iedere wetenschappelijke onderbouwing.
De directeur baseert zijn verdenking alleen op de verklaringen van de vrienden van het slachtoffer. Klager bestrijdt dat hij tegen medeverdachte [...] in de afzondering heeft gezegd ‘Als ze merken dat hij heeft gepraat nemen ze (-) .’ Het slachtoffer
had inmiddels al gepraat.
Het zelf gemaakte mes, waarmee het slachtoffer bedreigd zou zijn, en het geld zijn niet gevonden.
Namens de directeur is in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
De beslissing tot afzondering in afwachting van overplaatsing is heel zorgvuldig genomen. De behandeling van klager staat hierbij centraal.
Het argument betreffende klagers snelle ademhaling en hartslag is slechts een aanwijzing. Klager heeft geruime tijd in de inrichting verbleven en het personeel is bekend met klagers gedrag. Klager had goederen in bezit die hij niet heeft kunnen kopen.
Groepsgenoten hebben bevestigd dat de afpersing heeft plaatsgevonden en dat klager daarbij betrokken was. Zodra de inrichting een vermoeden heeft dat er zoiets gaande is, wordt dit direct opgepakt en serieus onderzocht.
Interne overplaatsing was niet mogelijk aangezien Rentray slechts één behandelgroep heeft voor normaal begaafde jongens. De andere behandelgroepen zijn bestemd voor Licht Verstandelijk Gehandicapten.
Klager is afgezonderd in het belang van de orde en de veiligheid van de inrichting.
3. De beoordeling
De beroepscommissie begrijpt dat het hier gaat, anders dan de beklagcommissie schrijft, om de maatregel van afzondering op eigen cel in afwachting van overplaatsing.
Uit de stukken en de nadere informatie namens de directeur ter zitting volgt dat klager samen met een andere jeugdige betrokken is geweest bij een afpersing van een groepsgenoot. De inrichting vermoedde dat klager wraak zou kunnen nemen op het
slachtoffer. De inrichting is verantwoordelijk voor de veiligheid van het slachtoffer en de andere jeugdigen en heeft geoordeeld dat klager niet langer op dezelfde groep als het slachtoffer kon verblijven. Aangezien Rentray slechts één behandelgroep
heeft voor normaal begaafde jongens, is klager op 27 november 2008 een ordemaatregel van afzondering op eigen kamer opgelegd in afwachting van zijn overplaatsing.
De beslissing tot afzondering in afwachting van overplaatsing is niet onredelijk of onbillijk. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagrechter met wijziging van de gronden.
Deze uitspraak is gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. B.J. de Jong, voorzitter, J.L. Brand en drs. B van Dekken, leden, bijgestaan door mr. S.A.H. de Bruin, secretaris, op 25 mei 2009
secretaris voorzitter