Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 09/0010/TA, 20 mei 2009, beroep
Uitspraakdatum:20-05-2009

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 09/10/TA

betreft: [klager] datum: 20 mei 2009

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. F.P. Holthuis, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 28 november 2008 van de beklagcommissie bij FPC De Rooyse Wissel, verder te noemen de inrichting,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 21 april 2009, gehouden in de penitentiaire inrichting Overijssel te Zwolle, zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsman mr. F.P. Holthuis, en namens het hoofd van voormelde tbs-inrichting [...], juridisch
medewerker.

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft het niet zelf mogen samenstellen en bereiden van maaltijden tijdens de ramadan op de afdeling Aswan 2.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten
Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klager heeft eerst op de afdeling Siwa te Venray verbleven en vervolgens op de afdeling Aswan 2 te Maastricht. Op beide afdelingen heeft hij de ramadan meegemaakt. Op de afdeling Siwa mocht hij wel degelijk zelf zijn maaltijden bereiden na
zonsondergang. Ook mocht hij zelf boodschappen doen. Zijn familie bracht sommige etenswaren voor hem mee. Voor de bereiding van de maaltijd moet hij dadels eten. Op de afdeling Aswan 2 mocht hij de eerste week ook zelf zijn maaltijden bereiden na
zonsondergang en ook zelf boodschappen doen. Daarna mocht er volgens het personeel alleen nog op de groep gekookt worden. Klager mocht dan later eten en moest dan zijn maaltijd zelf opwarmen.
Het is een leugen dat op alle afdelingen van de inrichting hetzelfde beleid wordt gevoerd. Dat is echt niet zo. Waarom zou klager daarover liegen? Het is evenmin juist dat eenmalig voor een medepatiënt op klagers buurafdeling in Maastricht een
uitzondering is gemaakt. Waar het om een zo elementair, de geloofsovertuiging rakend beleid gaat, dient dit beleid op alle afdelingen van de inrichting hetzelfde te zijn.

Namens het hoofd van de inrichting is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Het beleid ten aanzien van halalvoeding en het bereiden van maaltijden tijdens de ramadan is op alle afdelingen van de inrichting gelijk. Afdelingsregels kunnen afwijken, maar niet ten aanzien van dit beleid. Blijkens navraag worden op alle afdelingen,
ook de afdeling Siwa, de groepsboodschappen op de groep gekookt en mag tijdens de ramadan de maaltijd na zonsondergang worden opgewarmd en genuttigd. Er wordt geen toestemming gegeven voor het kopen van extra eigen spullen. Klagers budget was daartoe
ook niet toereikend. Bewoners kunnen bij toerbeurt op de groep koken. Niet valt uit te sluiten dat er wel voeding via de familie binnenkomt. Alleen voor verpakt voedsel kan toestemming worden gegeven.
Op drie dagen per week wordt halalvoeding verstrekt, de overige dagen vegetarische voeding. Er wordt geen toestemming gegeven voor een kookplaat op de kamer. Wel werd toestemming gegeven voor een tosti-apparaat op de kamer, welke toestemming is
teruggedraaid. De regels zijn op alle afdelingen gelijk.
Het onderhavige beleid is nog niet vastgelegd in de huisregels, maar wordt al jaren gevoerd en zal in de huisregels worden opgenomen.

3. De beoordeling
Klager en de inrichting verschillen van mening over het gevoerde beleid ten aanzien het bereiden van maaltijden tijdens de ramadan op de verschillende afdelingen van de inrichting. Wat daarvan ook zij, voldoende aannemelijk kan worden geacht dat, ook
als er mogelijk een of meer uitzonderingen (zouden) zijn gemaakt, het beleid van de inrichting ten principale op alle afdelingen gelijk was en is. Dit beleid maakt het mogelijk dat tijdens de ramadan de op de groep bereide maaltijd na zonsondergang
door
klager kan worden opgewarmd en genuttigd. Hiermee voldoet de inrichting in voldoende mate aan het door klager als belijdend moslim aan artikel 42 Bvt te ontlenen recht dat bij de verstrekking van voeding zoveel mogelijk rekening wordt gehouden met zijn
geloofsovertuiging. In geen geval kan worden gesproken van een klager toekomend recht op het tijdens de ramadan zelf bereiden van de maaltijd na zonsondergang en het daartoe (doen) inkopen van eigen boodschappen.

Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie met verbetering van de gronden.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. S.L. Donker, voorzitter, mr. drs. T.A.M. Louwe en mr. R.P.G.L.M. Verbunt, leden, in tegenwoordigheid van mr. E.W. Bevaart, secretaris, op 20 mei 2009

secretaris voorzitter

Naar boven