Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 09/1058/GV, 18 mei 2009, beroep
Uitspraakdatum:18-05-2009

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 09/1058/GV

betreft: [klager] datum: 18 mei 2009

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. F.J.E. Hogewind, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 17 april 2009 genomen beslissing van de Staatssecretaris van Justitie (de Staatssecretaris),

alsmede van de onderliggende stukken.

De beroepscommissie heeft de Staatssecretaris in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager, alsmede zijn raadsman, om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Staatssecretaris heeft klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van algemeen verlof afgewezen.

2. De standpunten
Namens klager is het beroep als volgt toegelicht. De afwijzende beslissing is uitsluitend gebaseerd op het feit dat klager drie jaar geleden een keer niet is teruggekeerd van verlof en dat hij in 2008 werd aangehouden voor een stafbaar feit. Van dit
feit is hij door de rechtbank vrijgesproken. Het kan niet zo zijn dat het eenmalig niet terugkeren van verlof tot in lengte van jaren wordt tegengeworpen. Het incident dateert van drie jaar geleden en klager is in positieve zin veranderd.

Namens de Staatssecretaris is de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager heeft zich in 2006 onttrokken aan zijn detentie door niet terug te keren van een regimair verlof. Hij wist tot maart 2008 uit handen van de politie te blijven. Eerst in maart 2008 werd hij gearresteerd naar aanleiding van een vermeend nieuw
strafbaar feit. Gelet op de duur van de onttrekking en zijn strafrestant is besloten de aanvraag af te wijzen.

Op klagers verlofaanvraag zijn de volgende adviezen uitgebracht.
De directeur van de locatie Westlinge heeft positief geadviseerd ten aanzien van de verlofaanvraag.
Blijkens de rapportage van de locatie Westlinge gaan het openbaar ministerie en de politie akkoord met verlening van verlof.

3. De beoordeling
Klager ondergaat een gevangenisstraf van één jaar met aftrek. De wettelijk vroegst mogelijke v.i.-datum valt op of omstreeks 10 oktober 2009. Aansluitend dient hij eventueel een subsidiaire hechtenis van acht dagen en 28 dagen gijzeling op grond van de
Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften te ondergaan.

Het beroep richt zich tegen de afwijzing van klagers vierde verlofaanvraag. Hij kan in totaal vijf verlofaanvragen indienen.

De beroepscommissie stelt vast dat klager zich op 12 september 2006 heeft onttrokken aan zijn detentie door niet terug te keren van verlof. Hij heeft zich hierdoor aan de verdere tenuitvoerlegging van zijn straf onttrokken. Hij is op 26 maart 2008 is
aangehouden wegens verdenking van het plegen van een strafbaar feit. Vervolgens is hij weer ingesloten voor het ondergaan van het resterende deel van de aan hem opgelegde gevangenisstraf. Voornoemde omstandigheden vormen een zodanige contra-indicatie
voor verlofverlening dat deze een afwijzing van klagers verlofaanvraag rechtvaardigen. Derhalve kan de beslissing van de Staatssecretaris, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen en gelet op de weigeringsgronden zoals bedoeld in artikel 4
onder a., en d. van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting, in dit stadium van de detentie niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en mr. J.M.M. van Woensel, leden, in tegenwoordigheid van mr. I. Lispet, secretaris, op 18 mei 2009.

secretaris voorzitter

Naar boven