Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 09/0411/GB, 31 maart 2009, beroep
Uitspraakdatum:31-03-2009

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 09/411/GB

Betreft: [klager] datum: 31 maart 2009

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 6 februari 2009 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar de gevangenis Alphen aan den Rijn afgewezen.

2. De feiten
Klager is sedert 22 oktober 2002 gedetineerd. Hij verblijft in de gevangenis/ISD Zoetermeer.

3. De standpunten
3.1. Klager heeft het beroep als volgt toegelicht.
Klager heeft om overplaatsing verzocht omdat zijn vader erg ziek is en de reisafstand van 65 kilometer voor zijn vader te ver is. Klager stelt dat uit de overgelegde verklaring van zijn vaders arts blijkt dat het moeilijk is voor zijn vader om hem te
bezoeken. De selectiefunctionaris is niet ingegaan op klagers verzoek om eventueel in Nieuwegein geplaatst te worden. Klager was al in september 2008 geselecteerd voor Alphen aan den Rijn omdat zijn vader ziek was. Klager had dit verzoek zelf
ingetrokken omdat het makkelijker was voor zijn kinderen om hem in Zoetermeer te bezoeken. Het contact met zijn ex-partner is zodanig slecht dat zij zijn kinderen niet wil brengen. Daarom heeft het voor klager geen zin meer om in Zoetermeer te blijven.
Toen klager zijn verzoek voor Alphen aan den Rijn introk, was de gezondheid van zijn vader veel beter dan nu. Klagers vader wordt binnenkort aan zijn hart geopereerd. Daarom is het voor klagers vader onmogelijk om bij hem op bezoek te komen. Op 25
maart
2009 heeft klager een ongedateerde verklaring van zijn vaders huisarts overgelegd. In deze verklaring wordt gesteld dat klagers vader bekend is met een ernstig hartfalen dat hem ernstig belemmert in zijn dagelijkse functioneren en reizen problematisch
maakt voor hem.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing afgewezen omdat onvoldoende is aangetoond dat zijn vader vanwege zijn gezondheid niet in staat is om klager te bezoeken. Uit rapportage is gebleken dat klager wekelijks bezoek ontvangt.
Niet duidelijk is of klagers vader wel of niet bij dit bezoek hoort. Ook is niet duidelijk waar zijn vader woont. In het verzoek van klager wordt gesteld dat de reisafstand van 65 km te ver is voor zijn vader. Met betrekking tot de afstand die een
bezoeker dient af te leggen is niets vastgelegd. Wel is afgesproken dat binnen de mogelijkheden een uur reistijd als acceptabel gezien kan worden. Klager heeft eerder al verzocht om overgeplaatst te worden naar Alphen aan den Rijn. Op dit verzoek is
positief beslist op 2 september 2008. Klager heeft toen een bezwaarschrift ingediend en verzocht hem niet meer naar Alphen aan den Rijn over te plaatsen. Klager is dan ook van de wachtlijst van Alphen aan den Rijn afgehaald. Klager schrijft in zijn
brief dat hij een goede regeling heeft. Met betrekking tot klagers huidige verzoek is plotseling zijn vader de reden van overplaatsing terwijl hij daar juist een goede regeling voor had getroffen. Los van het feit dat de p.i. De Geniepoort goed
bereikbaar is voor zijn bezoek heeft de p.i. De Geniepoort een erg lange wachtlijst en nauwelijks doorstroming. Dat geldt overigens ook voor de tweede voorkeur van klager, te weten de p.i. Nieuwegein. Daarvoor zou de reis voor klagers vader alleen maar
langer zijn. Uit niets blijkt dat het momenteel zoveel slechter gaat met klagers vader. Ook het schrijven van de dokter van klagers vader zegt onvoldoende over de mogelijkheid van klagers vader om wel of niet op bezoek te kunnen komen.

4. De beoordeling
4.1. Het beroep van klager ziet op de beslissing om klager niet over te plaatsen naar de gevangenis Alphen aan den Rijn. De selectiefunctionaris heeft aangevoerd dat hij het verzoek om overplaatsing afwijst omdat onvoldoende is aangetoond dat
klagers
vader vanwege zijn gezondheid niet in staat is om klager te bezoeken en de gevangenis Alphen aan den Rijn een erg lange wachtlijst en geringe doorstroming heeft. Uit de meest recente door klager overgelegde medische verklaring van de huisarts van
klagers vader blijkt onvoldoende waarom klagers vader bij een eventueel verblijf van klager in Alphen aan den Rijn beter af zou zijn dan bij zijn huidige verblijf in Zoetermeer.
Klager heeft – hangende de uitspraak op het beroepschrift – tevens om schorsing van de verdere tenuitvoerlegging van de beslissing van de selectiefunctionaris gevraagd. Dit verzoek is op 25 maart 2009 afgewezen. In het kader van de schorsingsprocedure
heeft de selectiefunctionaris een verklaring van de medisch adviseur bij het ministerie van Justitie overgelegd. Uit deze verklaring van 16 maart 2009 volgt dat de conditie van klagers vader zeer slecht is. De medisch adviseur gaf de
selectiefunctionaris in overweging klager een omgekeerd bezoek aan zijn vader toe te staan, hetgeen inmiddels heeft plaatsgevonden.
Uit het selectieadvies blijkt overigens dat klager niet is verstoken van bezoek. Hij ontvangt wekelijks bezoek van familie en vrienden uit Amsterdam en Rotterdam. Gelet op het vorenstaande kan de op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing
van de selectiefunctionaris, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema,
voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van bc. L. van Alff, secretaris, op 31 maart 2009

secretaris voorzitter

Naar boven