Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 08/2822/GB, 31 maart 2009, beroep
Uitspraakdatum:31-03-2009

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 08/2822/GB

Betreft: [klager] datum: 31 maart. 2009

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. C. Grondsma, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 22 oktober 2008 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Klager is, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. A. Ilicic, op 6 maart. 2009 door een lid van de Raad gehoord.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem over te plaatsen naar unit 5, 6 of 8 tot en met 12 van de locatie Bankenbosch te Veenhuizen (een beperkt beveiligde inrichting (b.b.i.) zonder regimesgebonden
verlof) ongegrond verklaard.

2. De feiten
2.1. Klager is sedert 25 maart. 2005 gedetineerd. Hij verbleef sinds 16 juni 2008 in unit 1 tot en met 4 of 7 van de locatie Bankenbosch (een b.b.i. met regimesgebonden verlof). Op 18 september 2008 is hij overgeplaatst naar unit 6 van de locatie
Bankenbosch (een b.b.i. zonder regimesgebonden verlof). Vervolgens is hij op 29 december 2008 overgeplaatst naar unit 1 tot en met 4 of 7 van de locatie Bankenbosch, een b.b.i. met regimesgebonden verlof.

2.2. Bij uitspraak van 26 maart. 2009, met nummer 08/2760/GA, van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid van de Pbw, is het beroep van klager, gericht tegen de uitspraak van 24 oktober 2008 van de beklagcommissie bij de locatie
Bankenbosch te Veenhuizen betreffende een ordemaatregel van plaatsing in afzondering, alsmede een disciplinaire straf van veertien dagen opsluiting in een strafcel, ongegrond verklaard.

3. De standpunten
3.1. Door en namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Klager is te zwaar gestraft. Hij heeft een boete gehad, zeventien dagen afzonderingscel en de eerste vier maanden geen verlof. Dat is van zes maanden teruggebracht naar vier maanden. Bovendien mocht klager acht dagen niet bellen. De consequentie van de
overplaatsing is dat klager zijn baantje is kwijtgeraakt, waardoor hij € 120,= per maand minder te besteden had. De schuld aan het CJIB kon niet meer betaald worden, als gevolg waarvan klagers detentiefasering is afgebroken. Klager moet nu drie maanden
langer binnen zitten. Andere gedetineerden krijgen bij een soortgelijk incident zeven dagen strafcel of er wordt één verlof ingetrokken. Er is sprake van ongelijkheid en klager wil een geldelijke tegemoetkoming. Klager heeft in de laatste twee jaar
nooit een rapport gehad.
Namens klager is het woord gevoerd volgens een pleitnota, welke aan deze uitspraak is gehecht en waarvan de inhoud als hier ingelast en herhaald dient te worden beschouwd.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Tijdens een weekendverlof is klager aangehouden door de politie te Leeuwarden. Klager stond te wildplassen, waarvoor een proces-verbaal is opgemaakt. Daarbij bevond klager zich in een beschonken toestand. Bij het selectievoorstel was een brief van
klager bijgevoegd, waarin hij het gebruik van een alcoholische drank heeft bevestigd. In beroep wordt het gebruik van alcohol ook niet ontkend. De regelgeving voor regimesgebonden verlof is overtreden. Verwijzing naar het gelijkheidsbeginsel lijkt
bedoeld om het gebruik van alcohol te rechtvaardigen. Het opgemaakte proces-verbaal is voldoende zwaarwegend voor een uitplaatsing.

4. De beoordeling
4.1. Unit 6 van de locatie Bankenbosch is een b.b.i. voor mannen zonder regimesgebonden verlof, met een regime van algehele gemeenschap.

4.2. De beroepscommissie overweegt dat, gelet op het open karakter van een b.b.i. met regimesgebonden verlof, bij een plaatsing in een b.b.i. met regimesgebonden verlof de beoordeling of de gedetineerde geschikt is tot terugkeer in de samenleving
een
belangrijke rol speelt. Indicator bij de beoordeling daarvan is of de gedetineerde reeds eerder tijdens de huidige detentie met goed resultaat onbegeleid bewegingsvrijheid buiten de inrichting heeft genoten en of zich daarna omstandigheden hebben
voorgedaan die aan deze indicator ernstig afbreuk doen.
In dit geval is klager van een b.b.i. met regimesgebonden verlof overgeplaatst naar een b.b.i. zonder regimesgebonden verlof. Uit de stukken volgt dat klager tijdens een regimesgebonden verlof diverse overtredingen heeft begaan. Zo heeft hij
alcoholhoudende drank genuttigd en had hij geen verlof- en geen identiteitskaart. bij zich. Bovendien is tegen klager proces-verbaal opgemaakt ter zake van wildplassen. De beroepscommissie is van oordeel dat de selectiefunctionaris het vorenstaande kon
aanmerken als contra-indicatie voor een langer verblijf in een b.b.i. met regimesgebonden verlof. De op de onder 3.2. genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, dan ook
niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. De beroepscommissie beslist derhalve als volgt.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart. het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit
mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.S. Dwarka, secretaris, op 31 maart. 2009

secretaris voorzitter

Naar boven