Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 08/3092/GA, 6 april 2009, beroep
Uitspraakdatum:06-04-2009

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 08/3092/GA

betreft: [klager] datum: 6 april 2009

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. S.J. Paans, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 24 november 2008 van de beklagcommissie bij het huis van bewaring/ISD (h.v.b./ISD) Rotterdam,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 16 maart 2009, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam, zijn gehoord klagers raadsvrouw, mr. S.J. Paans, en [...], unit-directeur bij voormeld h.v.b./ISD.
Klager, die zich inmiddels in vrijheid bevindt en die – blijkens opgave van de
raadsvrouw – geen bekende woon- of verblijfplaats in Nederland heeft, is niet ter zitting verschenen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft een ordemaatregel van plaatsing in afzondering in afzonderingscel voor de duur van veertien dagen wegens meldingen van de extramurale inrichting waar klager verbleef, omtrent misdragingen.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klager is bij zijn terugplaatsing vanuit de extramurale fase van de ISD in een afzonderingscel geplaatst. Door de directeur wordt aangegeven dat dit gebeurd zou zijn in verband met plaatsgebrek op de reguliere ISD-afdeling. Volgens klager is dit in
strijd met de regels. Volgens hem was er geen enkele aanleiding om hem een ordemaatregel op te leggen. Uit het dossier blijkt feitelijk ook niet van een echte grond voor die ordemaatregel.

De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
De directeur is verantwoordelijk voor de tenuitvoerlegging van de volledige ISD-maatregel. In de kliniek waar klager verbleef is een medewerker door klager bedreigd en geïntimideerd. De directeur heeft opdracht gegeven een en ander te onderzoeken. In
verband met de orde en rust in de inrichting en in het belang van het onderzoek is toen aan klager onderhavige ordemaatregel opgelegd. Bij terugplaatsing uit de extramurale fase zal een gedetineerde altijd nader geobserveerd worden. Bij een dergelijke
terugplaatsing zal een gedetineerde, als er (nog) geen plaats is in een reguliere cel, in een afzonderingscel geplaatst worden. In klagers geval was geen sprake van plaatsing in een afzonderingscel in verband met plaatsgebrek. De directeur heeft willen
voorkomen dat klager tijdens het onderzoek op enigerlei wijze contact probeerde op te nemen met het betreffende personeelslid in de kliniek. Reden voor de dreiging en intimidatie was dat klager een relatie met dat personeelslid wilde en dat dit
personeelslid daar niet van gediend was. Na veertien dagen waren de resultaten van het onderzoek van dien aard dat een verlenging van de maatregel niet noodzakelijk was.

3. De beoordeling
Op grond van het bepaalde in artikel 44e van de Penitentiaire maatregel is de directeur van de inrichting onder wiens beheer de gedetineerde valt, verantwoordelijk voor de tenuitvoerlegging van de laatste fase (buiten de inrichting) van de
ISD-maatregel. Klager bevond zich ten tijde van het nemen van de bestreden beslissing in de Boumankliniek en hem is toen door de directeur, naast terugplaatsing naar de intramurale fase, een ordemaatregel van plaatsing in afzondering in een
afzonderingscel opgelegd. De directeur was daarom, gelet op het vorenstaande bevoegd een dergelijke beslissing te nemen.

De directeur heeft ter zitting een nadere uitleg gegeven van de gronden die hebben geleid tot het opleggen van de onderhavige ordemaatregel. Die nadere uitleg laat onverlet dat uit de bestreden beslissing onvoldoende blijkt van gronden die het opleggen
van een dergelijke ordemaatregel van plaatsing in afzondering in een afzonderingscel zouden kunnen rechtvaardigen. Gelet daarop moet worden geoordeeld dat die beslissing – bij afweging van alle in aanmerking komende belangen – als onvoldoende
zorgvuldig
genomen en mitsdien als onredelijk en onbillijk moet worden aangemerkt. Het beroep is daarom gegrond. De uitspraak van de beklagcommissie kan daarom niet in stand blijven en het beklag dient alsnog gegrond te worden verklaard.
Nu de gevolgen van de bestreden beslissing niet meer ongedaan gemaakt kunnen worden, acht de beroepscommissie termen aanwezig voor het toekennen van een financiële tegemoetkoming. Zij zal de hoogte daarvan vaststellen op € 140,=.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog gegrond.
Zij bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 140,=.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. L.M. Moerings en mr. Th.E.M. Wijte, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 6 april 2009.

secretaris voorzitter

Naar boven