Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 08/3204/TA, 3 april 2009, beroep
Uitspraakdatum:03-04-2009

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Post  v

Uitspraak

nummer: 08/3204/TA

betreft: [klager] datum: 3 april 2009

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 4 december 2008 van de beklagcommissie bij FPC De Kijvelanden te Poortugaal, verder te noemen de inrichting,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 13 februari 2009, gehouden in de penitentiaire inrichting (p.i.) Overijssel, locatie Zwolle, zijn gehoord klager en namens het hoofd van voormelde tbs-inrichting, [...], psychiater en hoofd behandeling, en [...],
juridisch medewerker.
Klagers raadsman, mr. D.W.H.M. Wolters, heeft telefonisch laten weten verhinderd te zijn ter zitting te verschijnen.

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft het buiten aanwezigheid van klager openen van post van de raadsman.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten
Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Op 1 augustus 2008 trof klager de post van zijn raadsman geopend aan in zijn postvak. Post van de raadsman is geprivilegieerde post zoals
bedoeld in artikel 36 van de Bvt. Klager is niet aanwezig geweest bij het openen van de post. Voor de inrichting moet het duidelijk zijn geweest dat de afzender klagers raadsman was. Op de envelop staan het logo, naam en adres van het advocatenkantoor
vermeld. De post wordt verder verstuurd in een gesloten envelop met daarop geschreven ‘van advocaat aan cliënt’. De inrichting erkent dat de post niet op de juiste wijze is verwerkt. Dit had derhalve tot een gegrondverklaring van het beklag moeten
leiden. Klager wil een schriftelijke erkenning van de fout van de inrichting. Als de inrichting hiervoor had gezorgd was de zaak voor klager daarmee afgedaan. Klager verzoekt tevens om een tegemoetkoming.

Namens het hoofd van de inrichting is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. De post van klagers raadsman is per abuis opengemaakt. Normaal wordt de post van raadslieden in een kleine envelop aangeboden
Deze
wordt vervolgens in een grote envelop aan de inrichting verstuurd. De oorzaak voor de vergissing ligt in het feit dat deze keer de grote envelop bedoeld was voor klager en de kleine envelop voor de inrichting. Er zijn excuses gemaakt, hetgeen voldoende
is, zodat de beklagcommissie het beklag terecht ongegrond heeft verklaard.

3. De beoordeling
Vast is komen te staan dat de inrichting, naar namens deze is erkend, post van klagers raadsman in strijd met artikel 35, tweede lid, van de Bvt buiten aanwezigheid van klager heeft geopend. Tevens is vast komen te staan dat de post van de raadsman
overeenkomstig de bepalingen van de Regeling geprivilegieerde post verpleegden aan de inrichting is aangeboden, zij het dat de post voor klager in een grote envelop werd aangeboden met daarop in een kleine envelop de post voor de inrichting. Klagers
raadsman heeft onweersproken gesteld dat op de (grote) envelop het logo en adres van het advocatenkantoor zichtbaar was en dat tevens daarop was geschreven ‘van advocaat aan cliënt’. Gelet hierop en op artikel 3, derde lid, van voornoemde Regeling, had
de beklagcommissie het beklag gegrond moeten verklaren. Het beroep zal derhalve gegrond worden verklaard. Nu de rechtsgevolgen niet meer ongedaan zijn te maken, komt klager een tegemoetkoming toe. Het hoofd van de inrichting is in de gelegenheid
gesteld
zijn standpunt hieromtrent te bepalen. De beroepscommissie stelt deze vast op € 10,=.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog gegrond.
Zij bepaalt de aan klager toekomende tegemoetkoming op € 10,=.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. A.M. van Woensel, voorzitter, mr. C.A.M. Schaap-Meulemeester en prof. dr. F. Koenraadt, leden, in tegenwoordigheid van R. Kokee, secretaris, op 3 april 2009

secretaris voorzitter

Naar boven