Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 08/3000/GA, 2 april 2009, beroep
Uitspraakdatum:02-04-2009

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 08/3000/GA

betreft: [klager] datum: 2 april 2009

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

de directeur van het huis van bewaring/ISD (h.v.b./ISD) Amsterdam,

gericht tegen een uitspraak van 10 november 2008 van de beklagcommissie bij voormeld h.v.b./ISD, gegeven op een klacht van [...], verder te noemen klager,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 16 maart 2009, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam, is [...], unit-directeur bij voormeld h.v.b./ISD gehoord.
Hoewel klager, die zich inmiddels in vrijheid bevindt, op behoorlijke wijze was opgeroepen, is hij niet ter zitting verschenen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft een ordemaatregel van plaatsing in afzondering in een afzonderingscel voor de duur van veertien dagen, in afwachting van reparatie van het celraam dat door klager en een medegedetineerde is vernield.

De beklagcommissie heeft het beklag gegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven en voorts aan de directeur geadviseerd het inmiddels geïnde bedrag van de met klager getroffen schaderegeling (ten bedrage van € 50,=) aan
klager terug te betalen

2. De standpunten van de directeur en klager
De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
De directeur stelt zich primair op het standpunt dat klager niet-ontvankelijk zou moeten worden verklaard in zijn beklag. Indien een gedetineerde in afzondering wordt geplaatst, kan hij ten allen tijde beklag instellen. Die gelegenheid wordt hem dan
door het personeel geboden.
Subsidiair voert de directeur aan dat, indien klager ontvankelijk mocht worden geoordeeld, het beklag alsnog ongegrond zou moeten worden verklaard. Klager en zijn medegedetineerde verbleven in een meerpersoonscel waarvan het vensterglas van het raam
een
barstje had. Die barst leverde voor de veiligheid op dat moment geen enkel probleem op. Omdat klager en zijn medegedetineerde op dat raam hebben staan bonken, is er een gat in het glas ontstaan en daardoor is vervolgens het alarm afgegaan. Omdat klager
en zijn medegedetineerde niet langer in die cel konden verblijven, is hen beiden een ordemaatregel van veertien dagen plaatsing in afzondering in een afzonderingscel opgelegd. Die maatregel heeft uiteindelijk zeven dagen geduurd. Toen was het raam
hersteld en konden de beide gedetineerden terugkeren naar hun cel. Met klager is daarnaast een schaderegeling voor een bedrag van € 50,= getroffen. Hoewel de directeur op zich een disciplinaire straf had kunnen opleggen voor dit feit, heeft hij daarvan
– gelet op de specifieke omstandigheid van het geval – in dit geval van afgezien.

Klager heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep niet toegelicht.

3. De beoordeling
De bestreden beslissing van de directeur dateert van 1 januari 2008 en de daarvan opgemaakte mededeling als bedoeld in artikel 58, eerste lid, van de Pbw, is aan klager uitgereikt op 1 januari 2008 om 16.00 uur. Het tegen die beslissing gerichte
klaagschrift is door klager gedateerd op 11 januari 2008.

Op grond van het bepaalde in artikel 61, vijfde lid, van de Pbw, wordt het klaagschrift ingediend uiterlijk op de zevende dag na die waarop de gedetineerde kennis heeft gekregen van de beslissing waarover hij zich wenst te beklagen. Een na afloop van
die termijn ingediend klaagschrift is niettemin ontvankelijk, indien redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat de gedetineerde in verzuim is geweest.

De beklagcommissie heeft klager ontvankelijk geoordeeld omdat klager – aldus de beklagcommissie – zeven dagen in een afzonderingscel had verbleven, waardoor hij niet eerder in beklag kon gaan.

De beroepscommissie kan zich niet verenigen met de uitspraak van de beklagcommissie. Het behoort tot de algemene gang van zaken dat gedetineerden te allen tijde in de gelegenheid worden gesteld een klaagschrift in te dienen tegen een beslissing van de
directeur, ook als zij in een afzonderings- of strafcel verblijven. In die gevallen krijgen zij de beschikking over papier en een potlood. De beroepscommissie acht niet aannemelijk dat aan klager in dit geval die mogelijkheid niet is geboden. Gelet
daarop moet worden geoordeeld dat klager beklag heeft ingesteld buiten de daarvoor geldende wettelijke termijn en dat er geen aanleiding bestaat voor de conclusie dat dit verzuim niet redelijkerwijs aan klager zou kunnen worden toegerekend. De
uitspraak
van de beklagcommissie dient daarom te worden vernietigd en klager moet alsnog niet-ontvankelijk worden verklaard in zijn beklag.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart klager alsnog niet-ontvankelijk in zijn beklag.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. L.M. Moerings en mr. Th.E.M. Wijte, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes , secretaris, op 2 april 2009

secretaris voorzitter

Naar boven